Tekst Jopke Rozenberg-Van Lisdonk
Foto Archief
Slachtoffers van het in mei overstroomde Bosnië-Herzegovina koken binnenkort op veldkeukens van Defensie. DMO schonk er 2 en nog eens 2 aggregaten aan het getroffen gebied. Luitenant-kolonel Derk Jan Klompsma van de DMO-sectie Ondersteuning Operationeel Optreden coördineert de donatie van hulpvraag tot uitgifte.
Vlak na de overstromingen ontving minister Jeanine Hennis-Plasschaert een aantal brandbrieven van Defensiemedewerkers. Ze vroegen om hulpgoederen voor het getroffen gebied. Hennis verleende haar goedkeuring en plaatsvervangend hoofd sectie Nationale Operaties (NATOPS) majoor der mariniers Jan Eijkelboom, via de Commandant Strijdkrachten, kreeg opdracht de beschikbare goederen te inventariseren. Klompsma: “Aan de hand van een wensenlijstje ben ik vervolgens binnen de DMO gaan kijken wat we de mensen in het rampgebied konden schenken.”
Overwinteren
2 mobiele veldkeukens en 2 grote aggregaten zijn het resultaat. “Daar zijn we ontzettend blij mee”, zegt Fatima Arslan-Berkovic van het Bosnië-Herzegovina Platform. Ze werkt bij het Commando Dienstencentra en is één van de briefschrijfsters aan de minister. Jaren geleden kwam ze als Bosnische vluchteling in Nederland wonen. Ze vervolgt: “Deze spullen zijn de noodvoorzieningen voor hen die niet in eigen huizen kunnen overwinteren. Sommige dorpen zijn helemaal kapot en hebben geen elektriciteit meer. Huizen zijn compleet verwoest. Nog niet iedereen is het gelukt zijn huis weer helemaal op te bouwen.”
Instructie
Onlangs gaven genisten van de landmacht, samen met specialisten van de DMO, locatie Vriezenveen, enkele betrokken Nederlandse Bosniërs instructie in het bedienen van de spullen. “Als Defensie zorgen we er altijd voor dat de spullen die we verkopen of schenken tiptop in orde zijn”, vertelt overste Klompsma. “Ze zijn weliswaar verouderd, maar functioneren nog prima. Defensie vervangt het materieel door modernere exemplaren. Afnemers van enigszins technische goederen, zoals de veldkeukens en aggregaten, bieden we altijd een instructie aan. Ze weten dan hoe ze de spullen moeten gebruiken en kunnen onderhouden. Daarbij geven we hen ook een handleiding mee. Indien nodig zelfs speciaal naar het Engels vertaald, zoals in dit geval.”