Tekst Evert Brouwer
Foto Archief
Vertrouwen. Het is een woord dat herhaaldelijk valt in het gesprek met vertrekkend directeur Lex Hendrichs. Na bijna 8 jaar als directeur neemt hij afscheid van de Defensie Materieel Organisatie en dat gaat niet zonder weemoed. “Ondanks alle reorganisaties en reducties staat er een organisatie die er mag zijn, die diensten levert die er toe doen en met personeel dat er voor gaat.”
De afgelopen weken hebben deels in het teken van de overdracht gestaan. Met de komst van viceadmiraal Matthieu Borsboom gaat er een andere wind waaien. “Nee, dat wordt zeker geen Hendrichs 2.0 en dat is alleen maar goed.” De vertrekkend directeur kijkt terug op een interessante periode. Een terugblik in kernwoorden.
Reorganiseren:
“Sinds onze oprichting zijn we bijna constant aan het reorganiseren geweest. Daar word je niet vrolijk van. Het gebeurt altijd vanuit een negatieve invalshoek: bezuinigingen in de vorm van personele reducties. De organisatie krijgt de tijd niet om te stabiliseren, om zich te settelen en te bewijzen. Bovendien vraagt het veel energie van alle medewerkers. Ik hoop dat we er nu voor enige jaren mee klaar zijn en dat we uit de aan de Defensiebegroting toegevoegde middelen wat ruimte krijgen om de knelpunten die uit de evaluatie naar voren komen te repareren.”
Projecten:
“Met projecten als de bouw van de patrouilleschepen, de F-35, de Karel Doorman, de koop van nieuwe Chinooks heeft DMO flink moeten aanpakken de afgelopen jaren. Vooral over de patrouilleschepen ben ik zeer tevreden. Dat project is soepel verlopen, ze zijn op tijd geleverd en zonder budgetoverschrijding. In algemene zin vind ik dat de periode tussen behoeftestelling en de uiteindelijke levering te lang duurt. Kijk naar de Boxer. We zijn rond de eeuwwisseling tot het project toegetreden, het contract is in 2006 getekend en nu beginnen we pas met de invoering. Je dreigt te worden ingehaald door de tijd, zowel strategisch als technologisch. We zullen in mijn ogen dus wat vaker echt ‘van de plank’ moeten gaan kopen. Bestaande en beproefde concepten. En mocht de markt niet precies bieden wat je wilt, moet je misschien eens de behoeftestelling aanpassen. Daarmee houd je ook ruimte in de organisatie om voor de echt innovatieve projecten internationaal samen te kunnen werken.”
Afstoten:
De verkoop van overtollig materieel loopt voorspoedig. F-16’s gingen naar Chili en Jordanië, fregatten naar België, Portugal en Chili, de Leopard II-tanks naar Finland. “Het is niet altijd even leuk als je goed bruikbaar materieel moet afstoten. Daar tegenover staat de goede relatie die we hebben opgebouwd met de kopende landen en de opbrengsten die we hebben binnengehaald. Het blijkt dat we niet alleen prima en goed onderhouden materiaal leveren, ook de service staat bij ons hoog in het vaandel. We maken waar wat we hebben afgesproken en daarom komen landen bijna altijd weer bij ons terug als ze nog iets nodig hebben. Nederland is zeker niet de enige speler op deze tweedehands markt, maar we staan er goed op.”