Tekst RITM Arthur van Beveren
Foto SLD-1 Gregory Fréni
Groepscommandant Luuk staat op aan
Hakkebillen, gas op die zuigers en max voorwaarts! De opdracht van de luit is duidelijk. Binnen een uur in en uit. De ‘Tijgers’ van de C-compagnie van 11 Infanteriebataljon voerden niet eerder zo’n snelle raid uit. Groepscommandant sergeant Luuk moet zijn mannen in het gevecht leiden. Voor ze instijgen in de Chinook neemt hij de actie op een industriecomplex bij Coevorden nog 1 keer door.
“Snelheid is vandaag belangrijk”, spreekt Luuk zijn groep toe. Strakke koppen staan eensgezind rond de maquette van het doel. “Maar drills zijn nog belangrijker. Want als we straks niet meer nadenken weet ik zeker dat we met z’n allen in de heli terug op een brancard liggen.” Met 2 pelotons gaan ze vandaag 30 vijanden te lijf die zich schuilhouden in een fabriekshal. Die tegenstanders moeten uitgeschakeld worden, zodat de weg naar het vijandige noorden van Nederland tijdens de luchtmobiele oefening Falcon Autumn vrij komt.
‘Onbewust neemt alles wat ik geleerd heb aan leidinggeven en drills het over’
Zwarte zonnebril op
“Ik laat de hele actie passeren in m’n hoofd”, vertelt hij over zijn voorbereiding in de heli op weg naar het doel. “Het is de zwarte zonnebril op, koppie naar beneden, en alles laten gaan. Niet om me heen kijken en met gasten ouwehoeren. Dat is het enige moment waarop ik echt volledig rust heb.”
Onder dekking van Apaches zetten de Chinooks de landing in. Op dat moment zet Luuk zijn rust om in volledige focus. “Ik kom in een bepaalde modus terecht. Als ik de actie in ga en we vuurcontact krijgen, neemt onbewust alles wat ik heb geleerd aan leidinggeven en drills het over. Dan roep ik dingen en beslis ik. Het is allemaal millisecondenwerk.”
‘De leiders moeten opstaan en leidinggeven’
Betere militair worden
Aanpassen op datgene wat er komt. Dat maakt het voor Luuk uitdagend. “Een actie die volledig volgens plan verloopt voelt lekker, maar je wordt er uiteindelijk geen betere militair van.” Vandaag is zo’n dag die flexibiliteit vraagt. De oorspronkelijke objectives van de groep van Luuk vallen namelijk meteen af. Het is door naar Bravo, de commandopost van de vijand om de andere groepen te ondersteunen. Daar is net de deur met een explosief opgeblazen. Vlak voor de enorme knal gaat een van de mannen neer. Van dichtbij geraakt door de tegenstander. De rest snelt naar binnen. Vanuit de hal klinkt een heftig vuurgevecht.
Gecontroleerde chaos
“Op een gegeven moment moeten we echt gaan rammen”, denkt Luuk als hij in die hal bezig is. Het is 700 meter terug naar de landing zone. Die Chinooks wachten niet en willen niet te lang aan de grond staan. Bijna 2 pelotons hebben zich als een kudde schapen verzameld. “Niet te veel klitten”, denkt hij terwijl hij met zijn groep afstand neemt. Een vijandig machinegeweer of een mortieraanval zijn op zo’n moment funest. Er wordt geschreeuwd en aangejaagd. “Er moeten mensen opstaan en leidinggeven. Gecontroleerde chaos noemen we dat. Waar zit verbetering, waar zitten gaten in m’n verdediging? Die vul ik op met wie ik ook tegen kom. Soms zijn dat mannen van een ander peloton.” Hij heeft zijn gewondenkruiers van tevoren aangewezen. “Er moet gesjouwd worden met kerels die op dat moment met hun uitrusting 140 kilo wegen. Dat is even aanpoten.”
Compagnie breekt af
De vijandelijke commandopost is uitgeschakeld en het gaat op hoge snelheid terug. Het zijn de momenten die Luuk supergaaf vindt. Terwijl hun mannen sjouwend richting heli gaan, dekken de groepscommandanten en plaatsvervangers de aftocht. “Uiteindelijk krijgen we contact met een groepje vijand vlak bij de landing zone. Het enige wat wij daar kunnen doen is rook gooien en dekking voor onszelf geven.” Dan ziet Luuk al die maanden training terug, al die loze uurtjes op de hei waarin ze drills beoefenen. “Hoe we achterwaarts gaan, hoe er constant iemand een pot rook bij gooit en hoe we elkaar bij het terugtrekken overnemen. Dat het gaat zoals het hoort, en dat met kerels uit andere groepen en pelotons. Dat is gewoon superrelaxed om te zien.”