12

Dit artikel hoort bij: Landmacht 07

Mijn Uitrusting: de parachutist

Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto René Verleg

Iedereen heeft zijn eigen uitrusting. Enig idee wat collega’s met zich meezeulen? Welke ‘gereedschappen’ voor hen onmisbaar zijn? Maandelijks vertelt een landmachter over de essentiële benodigdheden waarmee hij zijn opdrachten uitvoert. Ditmaal parachutist korporaal Arie.

Ongeveer een derde van de luchtmobielers is para opgeleid. Met een parachute kunnen grote aantallen militairen relatief snel en gemakkelijk worden ingezet. Zo kan een C-130 Hercules transportvliegtuig in 10 minuten, 60 militairen droppen. Parachutisten zijn ook te vinden bij het Korps Commandotroepen en het Korps Mariniers. Ze worden allemaal opgeleid door instructeurs van de Defensie Para School.     

Para gevechtshelm

Deze para gevechtshelm weegt circa 1 kilo en is daarmee zo’n 350 gram lichter dan de gewone gevechtshelm. Aan de rails, die er niet standaard op zit, kun je extra hulpmiddelen bevestigen zoals een nachtzichtkijker, GoPro camera of MILES (Multiple Integrated Laser Engagement System; een lasersysteem dat tijdens oefengevechten wordt ingezet). Een veiligheidssluiting op deze tactische helm ontbreekt. Die zou door de flinke wind namelijk openspringen, waardoor je de helm verliest.

Hoofdvalscherm MI 696

Deze hoofdparachute van Franse makelij is 100 m2 en heeft een maximaal draagvermogen van 165 kilo. Opgevouwen in de rugzak draag je hem als 7,3 kilo wegend pakket van 50 x 35 x 20 cm. De chute zit met de static line (het gele koord) vast aan een stalen kabel in het vliegtuig. Zodra je springt trekt het koord de parachute los. Hang je, dan kun je met behulp van de tokkels (soort hangende handvatten) jezelf naar links of rechts draaien zodat je de wind in de rug krijgt. Je maakt dan de fijnste landing.

Borstvalscherm

Deze noodparachute van circa 50 m2 kun je handmatig activeren indien er problemen zijn met het hoofdvalscherm. Opgevouwen in een pakketje van 40 x 25 x 15 cm hang je de chute voor je borst, vastgemaakt aan het harnas van het hoofdvalscherm. De witte stof van het ontplooide valscherm alarmeert direct de grondtroepen of het geneeskundig team dat tijdens oefeningen altijd op de dropzone aanwezig is.

Colt C8

Dit geweer heeft een 15 cm kortere loop dan zijn grotere broer de Colt C7. Bovendien is de C8 zo’n 600 gram lichter. Deze versie geeft daardoor meer bewegingsvrijheid, maar is ook even lang als de 120 liter rugzak. Dat maakt de kans op schade tijdens de landing kleiner. Het wapen dat in een speciale tas aan de rugzak is vastgemaakt, raakt namelijk als eerste de grond. Een loop die uitsteekt, zou bij een flinke smak kunnen buigen.

120 liter rugzak

Dit is dé rugzak van luchtmobielers, commando’s en mariniers. Tijdens een parasprong hangt de tas voor je knieën, vastgegespt in het aflaadsysteem. De bagage bevat meestal persoonlijke uitrusting om de eerste 24 tot 72 uur door te komen. De Colt zit vastgemaakt aan de kant die als laatste de grond raakt (als je de bagage aflaadt, kantelt de tas, zodat de Colt bovenop ligt). Gemiddeld weegt een gevulde tas zo’n 30 tot 40 kilo. Veel lichter mag die ook niet zijn tijdens een parasprong, anders zou je hem tegen je hoofd aan kunnen krijgen.

Aflaadsysteem

In dit universele systeem kun je een (rug)tas of kist verpakken en vervolgens aan je harnas bevestigen. Ongeveer 100 meter boven de grond trek je aan de rode hendel, waardoor het witte touw uitrolt en de tas 15 meter onder je komt te hangen. In vaktermen: je laad je bagage af. Zodra de bagage de grond raakt, neem je de landingshouding aan. Foto: Louis Meulstee.

Korporaal Arie

Parachutist/sniper

11 Alfa Koningscompagnie; 11 Luchtmobiele Brigade

“Voor mijn tweede sprong had ik meer zenuwen in mijn lijf dan voor de eerste. Is dat apart? Ik weet het niet. De eerste keer wist ik niet precies wat ik kon verwachten, dat scheelde. Daarna was ik veel bewuster bezig met wat er allemaal op me af kwam. De eerste paar tellen zijn zo overdonderend: de wind, de val, de tuimeling. Je telt rustig ‘301, 302, 303, pa-ra-chute’, vervolgens kijk je omhoog en controleer je van boven naar beneden: koepel, koorden, hangriemen. Het is een drill, na een paar keer wordt het al een tweede natuur. Die geoefendheid zorgt er ook voor dat je tussendoor bewuster kunt genieten van de kick, de adrenaline en het uitzicht. Ondertussen blijf je scherp bezig met oriëntatie, het ontwijken van hindernissen en je voorbereiding op de landing. Uiteindelijk duurt de hele vlucht maar een minuut.

Parachutist zijn is meer een neventaak. Iedere luchtmobieler heeft op de eerste plaats een specialisme. Zo was ik eerst een paar jaar pionier en nu ben ik al zo’n anderhalf jaar sniper. 

De keuze om parachutist te worden is er niet echt. Je kunt wel je voorkeur uitspreken, maar het kader bepaalt. Supervet toen ik de opleiding in mocht. Na een week grondopleiding spring je 8 keer, waarvan 1 nachtsprong. Toen had ik mijn wing. Inmiddels heb ik in 5 jaar 25 sprongen gemaakt in binnen- en buitenland. Het gaat er vooral om dat je current blijft. In de meeste oefeningen waarin ik meedraai, voeren we air assaults uit.”