Tekst Vanessa Strijbosch
Foto Jeffrey Koper | Video: Matthias van der Hoeven
Megagrote cargodrone trekt CLAS de toekomst in
Innoveren staat tegenwoordig met stip bovenaan elk operationeel manifest. Defensie pakt het ene na het andere innovatieve project aan. Zo ook het CLAS. De afdeling Concept Development & Experimentation (CD&E) experimenteert wat af. In deze rubriek worden enkele van de CD&E-trajecten afzonderlijk belicht. In dit nummer de cargodrone; een ‘monsterlijke’ drone die tot wel 400 kilogram de lucht in kan trekken.
‘Een civiele drone op steroïden’, zo omschrijft projectofficier majoor Peter Butter (54) de 4 bij 3 meter lange en 130 kilogram zware drone die op dit moment wordt getest door CD&E. De reserveofficier is sinds vorig jaar betrokken bij – wat hij noemt – ‘het mooiste project van Defensie’. Afgelopen juli vonden de eerste demovluchten van de cargodrone plaats. Een succes: 1 van de operationele landmachteenheden wil het apparaat adopteren.
4 rotorbladen met een totale afmeting van 4 meter.
Vluchtduur van 25 minuten.
130 kilogram zwaar.
8 motoren met een trekkracht van 75 kilogram per motor.
2 grote accu’s.
Kan op elke plek opstijgen en landen.
Van Nederlandse bodem: bedacht door machinefabriek Boessenkool uit Almelo, die eerder de innovatieprijs won voor meest innovatieve bedrijf van Nederland.
Wat moet Defensie met een uit de kluiten gewassen drone?
Vliegende jeep
Wat moet Defensie met een uit de kluiten gewassen drone van 4 meter? “Met minder mensen veiliger werken”, antwoordt Butter kort en krachtig. Hij gebruikt de metafoor ‘vliegende jeep’. “Als je de keuze hebt om pallets munitie door gevaarlijk terrein met een bemand voertuig of autonoom door de lucht te verplaatsen, dan lijkt me die keuze snel gemaakt. “Als ultiem einddoel denken we ook aan gewondentransport, of het in positie brengen van militairen op lastig te bereiken locaties. Denk bijvoorbeeld aan boardings, vult hij aan. Hij vindt dat de drone een ‘extra stuk gereedschap’ voor de commandant kan zijn. “Hiermee kan hij onbemand, veilig, snel en vooral betrouwbaar materieel en voorraden verplaatsen.”
Als ultiem doel hoopt CD&E de drone ook geschikt te kunnen maken voor het vervoer van gewonden of personen. Bijvoorbeeld uit gevaarlijk terrein.
Noodzaak aantonen
Initieel zag Defensie niet zoveel in de drone, geeft Butter toe. “Het spoor liep een beetje dood. Alleen brigadegeneraal Hans Damen (Directeur Materieel en Diensten) zag er heil in en betrok CD&E bij het concept.” De opdracht voor Butter was duidelijk: werk diverse scenario’s uit en toon de noodzaak van de drone aan.
Niet zo makkelijk
Dat deed de projectofficier. Al kwam hij er snel achter dat dat nog niet zo makkelijk is, met een vliegend apparaat van dat formaat. “Je mag niet zomaar overal met deze drone vliegen. Daarvoor heb je speciale toestemming nodig.” Na een omvangrijke zoektocht kwam Butter uit bij het Nationaal Lucht- en Ruimtelaboratorium, de enige Nederlandse instantie die experimenteel mag vliegen met ongecertificeerde systemen.
Projectofficier majoor Peter Butter (rechtsvoor) bespreekt de testresultaten met de belangstellenden.
Testvluchten
Onlangs maakte de drone testvluchten met zowel goederen als personen (dummy pop) eronder hangend. In aanwezigheid van PC-LAS, enkele afgevaardigden van de luchtmachtstaf, Kenniscentrum Geneeskundige Dienst en de Militaire Luchtvaart Autoriteit liet de cargodrone zien waartoe hij in staat is. Ondanks een (te) harde landing van het apparaat als gevolg van een rukwind in combinatie met downwash, waren de testen een succes. Butter: “De grijns paste nauwelijks onder mijn helm toen ik hem zag vliegen.”
Stip op de horizon
Er komt een 2e prototype van de cargodrone. Deze groen gespoten civiele versie moet de opmaat worden voor een serie militaire specificaties. Begin oktober gaan alle betrokkenen verder praten. "Mijn stip op de horizon? Een operationele vlucht boven Marnehuizen volgend jaar zomer”, besluit Butter.
2 grote accu’s houden de enorme drone 25 minuten in de lucht.
Wat is CD&E?
Concept Development & Experimentation (CD&E) klinkt als een hele mond vol. Simpel gezegd komt het erop neer dat deze club snel innovaties ontwikkelt voor CLAS-eenheden. Dit doen zij onder meer samen met de kennisindustrie en partners buiten Defensie. “Versneld detecteren en de organisatie in brengen. Geen lange lijnen en niet dood experimenteren. Dat is wat wij doen”, aldus CD&E stafofficier Peter Butter.
Drones bij de landmacht
Onbemande vliegtuigjes zijn niets nieuws voor de landmacht. Al vanaf 1998 wordt ermee gewerkt. Sinds die tijd zijn meerdere UAV’s voorbijgekomen. De Sperwer, die in 2011 werd vervangen door de geavanceerde ScanEagle; de kleinere Raven, die vanuit het veld de lucht in gestuurd kon worden; daarna volgde de 2 meter lange Integrator; de Puma; Wasp en de nieuwere versie van de Raven. Recent nam de landmacht de mini-drone Black Hornet in gebruik.