11

Dit artikel hoort bij: Landmacht 11

Onderhoud op de rails

Tekst Ingmar Kooman
Foto KPL-1 Jurjen Rozeboom | header: Jorn Koekoek

Matlogco trekt teugels aan

Te weinig materieel is volledig inzetbaar. Tekort aan reservedelen, teveel wapensystemen in onderhoud. Maar als gebruiker kun je ook zélf je steentje bijdragen aan een inzetbare krijgsmacht. Het Materieellogistiek Commando wil die boodschap en de bijbehorende daadkracht aan de man brengen. Landmacht sprak met 3 collega’s over roze lijsten, schietbuizen, looprubber en SAP.

‘Ik werk liefst aan één stuk door, maar soms kan dat niet’

Soldaat 1 Jesper Oudejans
Boordschutter CV-90

A-compagnie 45 Pantserinfanteriebataljon

“We zijn net terug van een oefening. Op de kazerne halen we alle voertuiguitrusting uit de CV-90. Je telt wat je mist en schrijft het op. Dan beginnen we aan de instructiewerkkaart (IWK) of de roze lijst. Het is een grote checklist, dat werkt makkelijk.

Binnen ons peloton hebben we 2 voertuigploegen: 4 chauffeurs, 4 schutters. In principe werk je bij het onderhoud altijd met zijn tweeën. We halen de compartimenten leeg en maken alles schoon. De natte doek gaat er doorheen. Ik spuit de sluitrubbers in met siliconenspray zodat ze weer goed afsluiten.

Alle mankementen die je tegenkomt, schrijf je op. Na de binnenkant controleren we de tracks. Zijn er dode pads? Geen happen uit het looprubber? Ook loop je de tandenkrans en tandwielen na. Met de roze lijst en het schoonmaken ben je een week bezig, wil je het grondig doen.

De SMOD (sergeant-majoor onderhoud diagnosticus, red.) loopt met onze roze lijst het voertuig na. Hij beoordeelt of de herstelgroep een gebrek moet verhelpen of dat wij het zelf kunnen. Onze tweede onderhoudsweek besteden we aan het fiksen van kleine gebreken. Olie vervangen of een nieuwe track plaatsen bijvoorbeeld. Geregeld komen er andere werkzaamheden tussendoor. Zo sta ik vanmiddag bij een beëdiging. Ik vind het prettiger om aan één stuk door te werken.”

‘Achterstallig onderhoud zorgt voor showstoppers’

Sergeant-majoor Nico van Meerwijk

Commandant ODB-groep
B-compagnie 44 Pantserinfanteriebataljon

“Wij streven op alle niveaus naar zo goed mogelijk onderhoud. Ons hoge operationele tempo onderbreekt de cyclus nogal eens. Denk aan steun verlenen of ceremonies. Mijn standpunt als ODB’er is duidelijk: onderhoudsweek is onderhoudsweek. Dus dan zet je die vent daarvoor in. Anders schuift het allemaal op en kun je het proces niet van a tot z afhandelen.

Om tot een goed inzetbaar wapensysteem te komen, is een samenspel vereist van gebruiker, ODB-groep en herstelcompagnie of 300 Matlogcompagnie van het Materieellogstiek Commando. De gebruiker meldt alle mankementen. Het ODB-personeel dient als vraagbaak, geeft advies en assistentie. Samen lopen we het voertuig na. Kleine werkzaamheden verricht de gebruiker zelf, grote gebreken melden we via SAP aan een hersteleenheid.

SAP is onlosmakelijk met de onderhoudscyclus verbonden. Daarin doe je melding van gebreken, vraag je onderdelen aan en houd je track op voorraden. Alles van de Bravo-compagnie vind ik in SAP: 4-tonners, CV90’s, MB’s, waterwagens enzovoorts. Nadeel: het is arbeidsintensief. Een schietbuisinspectie voor de CV-90’s aanvragen? Voorheen deed ik dat met 1 formulier. Nu moet ik voor alle 14 voertuigen een aparte melding doen. Het voordeel van SAP is dat ik makkelijk kan opzoeken wat de voortgang is. Ik hoef niet meer bij het planbureau aan te kloppen.” 

‘De winst van SAP: inzicht in de inzetbaarheid en de kosten’

Kapitein Pieter Tesselaar

Hoofd Inspectiegroep
Cluster Advies en Kwaliteit, Materieellogistiek Commando  

“De onderhoudsketen begint bij de gebruiker. Doet die niet wat hij moet doen, heeft de hele cyclus daar last van. Je ziet dat eenheden worden geleefd. Ze moeten in de onderhoudsweek vaak andere dingen doen, wat ten koste van de opknapbeurt gaat. Bovendien hebben gebruikers en kaderleden minder kennis over het onderhoud. In de opleiding is daar soms nog maar een halve dag voor ingeruimd.

Doordat materieel nu veel meer rouleert dan vroeger gaan gebruikers minder secuur om met het onderhoud. Leiderschap tonen is hier essentieel. Commandanten benadrukken op appèl vaak het belang van onderhoud, maar gebruikers en ODB-groepen zien hen tijdens dat onderhoud zelden. De terugkeer van de traditionele onderhoudsweek zou een hele vooruitgang zijn. Iedereen van de compagnie inclusief kader in overall op de plaat.

SAP wordt bij ODB-groepen soms als last ervaren. Ze hebben inderdaad meer werk aan het invoeren van de gegevens. Maar de winst van SAP zit verderop in de keten: een prima inzicht in inzetbaarheid en kosten. We merken dat vaak voor de makkelijke weg wordt gekozen; de SMOD-verzamelwerkorder. Heb je een achterlicht voor de Mercedes nodig? Dan vraag je er toch meteen 12 aan? Heb je tenminste wat op de plank liggen. Nee, zo werkt het niet.

De SAP-database herbergt een enorme hoeveelheid gegevens, terwijl je met enkele SAP-transactiecodes al het werk kunt doen. SAP werkt zeker nog niet perfect, maar uiteindelijk levert werken met eigen spreadsheets en overzichten op whiteboards dubbele arbeid op. Wanneer het systeem goed wordt ingevuld, heb je er wat aan.”