02

Dit artikel hoort bij: Landmacht 11

Peshmerga strijdbaar dankzij Nederlanders

Tekst KAP Marlous de Ridder
Foto SGT Hille Hillinga, video: AOO Richard Frigge

‘Gedreven om te vechten’

In februari startte Nederland in coalitieverband met de training van Peshmerga in Noord-Irak. Mobiele trainingsteams leiden duizenden Koerdische strijders op, met het front op slechts tientallen kilometers afstand. Het aanleren van militaire basisvaardigheden is bittere noodzaak, want de Peshmerga worden meteen na de opleiding ingezet in de strijd tegen ISIS.

De krijgers slaan steeds harder terug. Vorige maand heroverden ze – gesteund door luchtaanvallen van de coalitie – de stad Sinjar, een strategisch punt tussen Mosul in Irak en het Syrische ISIS-bolwerk Raqqa. Of bij het offensief door Nederland getrainde Peshmerga vochten, is moeilijk te zeggen. “We krijgen niet te horen hoe het met onze cursisten gaat”, zegt Senior National Representative, luitenant-kolonel Henk de Boer. “Wel krijgen we input over de veiligheidssituatie. Coalitielanden leveren advice & assist-teams die vlakbij de linies mentoren. Zodoende weten we dat langs de grens dagelijks stellingen van Peshmerga worden aangevallen. Na een periode in een veilige leeromgeving zijn ze dus al snel aan het front nodig.”

Meer verdieping

Vanuit het Kurdistan Training Coordination Center (KTCC) in Erbil worden de internationale trainingsactiviteiten aangestuurd en geëvalueerd. Aanvankelijk duurde de basis-infanterieopleiding 4 weken. Sinds oktober is ze met een week verlengd. Hoofdreden: voor lessen zoals counter-IED en leiderschap is meer verdieping nodig. Het aantal te trainen Peshmerga-bataljons werd opgeschroefd naar 2 per cyclus. De missie is ‘vraaggestuurd’; het ministerie van Peshmerga bepaalt waaraan behoefte is. Het KTCC vult deze zo goed mogelijk in. De Boer: “Aan de inzet ligt het niet. Deze mannen zijn ontzettend gedreven om te vechten, maar missen basale militaire vaardigheden om te overleven in hedendaagse conflicten.”

De vaardigheden die trainers de Peshmerga bijbrengen vergroten de militaire capaciteit tegen ISIS en sparen levens. Zo vatte Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp recent de Capacity Building Mission Iraq (CBMI) samen. Nederlandse militairen leren de strijders beter schieten, optreden in verstedelijkt gebied, omgaan met krijgsgevangenen en gewonden verzorgen. Op het oog eenvoudige medische handelingen, wél levensreddend. 

Betrokkenheid

De Hollandse wijze van lesgeven ervaren de cursisten als prettig. Volgens de Koerdische Husan blinken de Nederlanders uit in “kennis, ervaring en betrokkenheid”. Daarnaast vallen onze militairen op door hun respectvolle benadering. De dag eindigt dan ook steevast met een kopje thee en een lading complimenten; uitingen van dankbaarheid.

Het flexibele karakter is volgens overste De Boer kenmerkend voor de Nederlandse inzet. “Onze trainingsteams zijn mobiel en niet locatiegebonden. We hebben in de vorige cyclus instructeurs moeten verplaatsen omdat er een tekort was. Vervolgens zaten ze 5 weken op een afgelegen kampje, regelden hun eigen logistiek en draaiden korporaals en sergeanten er zelfstandig de opleiding.”

Met beperkte uitrusting de Peshmerga in korte tijd op niveau krijgen. “Dat is de grote uitdaging”, meent kapitein Wouter, plaatsvervangend commandant CBMI. “Regelmatig verschijnen ze met een allegaartje aan spullen. Voor de trainers is dat soms moeilijk. Die willen het beste voor hun leerlingen.”

Opsporen bermbommen

Inmiddels draait de achtste trainingscyclus volop. Om de effectiviteit van de trainingen te vergroten, maakt Nederland 1,2 miljoen euro vrij voor het steunen van de strijders die in Irak vechten tegen ISIS. Zo ontvangen Koerdische Peshmerga materieel voor het opsporen van bermbommen en simpele verbindingsmiddelen. Daarnaast levert Nederland medische kits aan de Iraqi Special Operations Forces. Het tekort aan goede wapens wordt deels opgelost door een schenking van de VS. Het land levert onder meer mortieren en .50-mitrailleurs. Deze investering doet ook de trainers goed. Wouter: “Het liefst zie je ze naar buiten gaan zoals wij optreden. Uitgerust voor de zwaarst mogelijk strijd.”

Sergeant-1 Björn, hoofdtrainer 45 Painfbat

“De Peshmerga zijn leergierig, dat maakt dit dankbaar werk. Vanaf het begin is er een goede klik met de cursisten. Velen van ons zijn in Uruzgan geweest en hebben daar cultureel besef opgedaan waar we nu ons voordeel mee doen. Ook al komen Peshmerga met een stokoud familiewapen aanzetten en staat de korrel scheef, wij gaan uit van wat ze wél kunnen. Die benadering spreekt ze aan. Net als tijd maken voor het gebed en het drinken van thee. Kleine dingen maken het verschil. We realiseren ons goed dat dit geen AMO-klas is. Deze mannen hebben een hoop ellende gezien, zijn familieleden kwijtgeraakt. Die behandel je niet als kinderen.”

Voor een impressie van de trainingsmissie in Irak; bekijk hieronder de video en de fotoserie.

Voor de nieuwe training van start gaat, moeten de cursisten inprocessen.

De cursus start met schietvaardigheid. De instructeurs leren de Peshmerga eerst hun richtmiddelen goed afstellen.

Wie beter schiet, verbruikt niet onnodig munitie.

IED’s blijven een grote dreiging. Het vroegtijdig onderkennen van bermbommen redt levens. De Peshmerga zien dit als de nuttigste les.

Het versterken van leiderschap en kader maakt ook deel uit van de opleiding.

Het behalen van de opleiding is voor de Peshmerga belangrijk. Ze behoren dan tot een selecte groep van het leger die door Westerse troepen is opgeleid.

De Nederlandse wijze van lesgeven ervaren de cursisten als prettig.

Theetijd. Juist door aandacht te schenken aan wat de Peshmerga belangrijk vindt, winnen de Nederlanders harten.

Hoewel ze niet naar het front mogen, ervaren de specialisten van 45 Pantserinfanteriebataljon de missie als dankbaar werk.