07

Dit artikel hoort bij: Landmacht 11

Mijn Uitrusting: de pathfinder

Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Louis Meulstee

Elke specialist heeft zijn eigen uitrusting. Weet jij wat je collega draagt in het veld? Welke ‘gereedschappen’ zijn onmisbaar? Maandelijks vertelt een landmachter over zijn vak, drijfveren en de materialen die hij tijdens het werk nodig heeft. Aflevering 7: de pathfinder.

“In het holst van de nacht heimelijke operaties uitvoeren”

Pathfinders zijn gespecialiseerd in het verkennen, vinden en (vrij)maken van landingsplaatsen voor bijvoorbeeld helikopters of parachutisten. Ook verkennen, markeren en bemannen zij geïmproviseerde vliegvelden voor tactische luchtlandingsoperaties in het veld. Ze vormen een cruciale schakel tussen land en lucht. Iedere pathfinder heeft nog een tweede functie, namelijk die van (plaatsvervangend) commandant, medic of sniper. Hieronder lichten we 6 belangrijke items uit van de pathfinder/sniper die per parachute wordt ingezet.

Rug- en borstvalscherm

Een parachutist springt altijd met 2 parachutes: een rug- en een borstvalscherm. Het rugvalscherm is de hoofdparachute en opent automatisch zodra de static line (gele kabel), waarmee je aan de staalkabel van het vliegtuig vastzit, door de sprong breekt met de rugtas waarin het valscherm zit. Dat is na circa 2,5 seconden. Het borstvalscherm (de kleine tas op de foto) kun je handmatig openen als extra valscherm wanneer je heel zwaar beladen bent. Ook kan dit scherm als noodoplossing fungeren, mocht het rugvalscherm zichzelf niet ontplooien. Samen wegen de valschermen inclusief tassen 20 kilo.

AN/PRC 152 Radio

Elke pathfinder draagt de 152 Radio bij zich voor interne communicatie binnen het peloton. Op een andere frequentie kan iedereen tevens communiceren met de vliegers. Wie dit doet hangt af van de opdracht en het moment, dit wordt intern afgesproken. Om afluisteren te voorkomen, kun je de radio vooraf inladen met crypto. Dit zijn codes die de boodschap versleutelen. Alleen de radioapparatuur van de pathfinder en vlieger bezitten de codes om de boodschap goed te kunnen uitluisteren. De radio heeft een bereik van zo’n 30 kilometer mits er geen bergen of slecht weer tussen de ontvangers zit. Voor een grotere reikwijdte heeft een pathfinder-ploeg ook een PRC 117 Radio ter beschikking voor grond-luchtcommunicatie.

Aflaadsysteem

In dit universele systeem kun je een (rug)tas of kist verpakken en vervolgens aan je harnas bevestigen. Deze bagage, die vaak bestaat uit persoonlijke uitrusting en gemiddeld zo’n 35 tot 45 kilo weegt, hangt voor je knieën bij het maken van de parachutesprong. Ongeveer 100 meter boven de grond ‘laad’ je de bagage af (oftewel: koppel je de bagage los van je harnas), zodat deze aangelijnd 15 meter onder je komt te hangen. Zodra de bagage de grond raakt, neem je de landingshouding aan.

Accuracy International Arctic Warfare Super Magnum .338

Dit sniperwapen draagt de pathfinder met sniperspecialisme niet bij zich als hij een parachutesprong maakt. Daarvoor is het wapen te groot. In een aparte tas dropt hij het wapen vanuit de lucht op de grond. De ‘grendel’ (die aan het zwarte bolletje boven de trekker zit) draagt de sniper wél altijd op de man, waardoor het wapen onklaar is, mocht het in verkeerde handen vallen. De camouflageverf brengt de sniper persoonlijk aan. Hij stemt de bruin- en groentinten af op de omgeving. De ghilly, het camouflagenetje, breekt de strakke vormen van de loop. De gekleurde strengen jute vormen 20% van de camouflage, de overige 80% brengt de sniper ter plaatse aan en bestaat uit natuurlijk omgevingsmateriaal zoals takjes, heide en bladeren. In plaats van de Accuracy kan de sniper ook de Barret .50 meenemen.

SNIPER Thermal Imager

Met de warmtebeeld-geweerkijker zie je warmtebronnen zoals mensen, voertuigen met (nog) warme motor en verwarmde gebouwen. Je kunt soms zelfs nog de warmtestraling zien van mensen die net zijn vertrokken van een plek waar ze een poosje zaten. Door de kijker kleuren de warmtebeelden wit of zwart. Dat stelt de schutter zelf in op basis van wat op dat moment het grootste contrast biedt en dus het prettigst kijkt. De kijker kun je zowel overdag als ’s nachts gebruiken. De SNIPER herkent in volledige duisternis en bij helder weer warmtebronnen tot 1500 meter.

PVS-26 Night Vision Goggles

Met minimaal (rest)licht van bijvoorbeeld de maan kun je met deze nachtzichtkijker toch enorm veel zien wanneer het pikdonker is. Zelfs als je letterlijk geen hand voor ogen ziet, kun je met behulp van de kijker ‘alles’ waarnemen. Het omgevingsbeeld kleurt dan groen. Je klikt de PVS-26 voor de scope van het geweer. Daarbovenop plaats je eventueel de SNIPER Thermal Imager. Je kunt dan tegelijkertijd ‘nachtkijken’ en warmtebronnen herkennen.

Korporaal 1 Harold (25)
Pathfinderpeloton, 11 Luchtmobiele Brigade

“Met complete bepakking stap ik het vliegtuig in. Al duurt de vlucht 6 uur, we gaan erin zoals we eruit springen: gevechtsgereed. Vanaf het moment dat we ons klaarmaken voor de sprong voel ik gezonde spanning. Systematisch check ik of alles goed vastzit. Ik dubbelcheck mezelf en de achterkant van degene die voor me staat. Op de call van de afwerper stappen we om beurten uit. Met tussenpozen van 2 à 3 seconden gaat dat rap.

We springen vaak in een zwart gat, omdat we meestal ’s nachts opereren. De eerste paar keer was dat best eng. Inmiddels ben ik eraan gewend. Vanaf 400 meter hoogte ben je in een halve minuut beneden. Vlak boven de grond laad ik de rugzak die voor me hangt af. Zodra die op de grond ploft, neem ik de landingshouding aan. Op de grond bevestig ik direct mijn nachtzichtkijker op mijn helm. Ik laad m’n Glock en Colt door en zet de radio aan. Met behulp van ‘de 152’ (radio, zie kader) zoeken we onderling contact. Is iedereen veilig geland, zijn er bijzonderheden? Je zoekt degene op die het dichtst bij je is. Om beurten pak je je spullen terwijl de ander de omgeving in de gaten houdt. Zodra we elkaar allemaal gevonden hebben, loop ik als sniper voorop richting de achterwaartse (een relatief veilige plek nabij het operatiegebied, red.).

Ik ken de route namelijk het best, aangezien ik ‘m heb uitgestippeld. Eenmaal aangekomen, begraven we onze parachutes en camoufleren de plek zorgvuldig af. De onnodige ballast zijn we dan kwijt en onze sporen hebben we uitgewist. Pas dan begint de daadwerkelijke operatie: het verkennen, uitzetten en bemannen van dropzones of van al dan niet bestaande landingsbanen. Zo’n operatie duurt meestal 48 tot 72 uur, pas daarna komen de parachutisten, helikopters of vliegtuigen aan.

Door ‘de 152’ verstrekken wij de vliegers luchtverkeersinformatie zoals een meteo update, en praten hen naar de dropzone of landingszone. In principe kan iedere pathfinder dat doen. Mijn collega-sniper en ik hebben de hoofdtaak de operatie te beveiligen. Dat doen we met een speciaal precisiewapen (zie kader). Het is mooi om met een kleine groep, waarin we elkaar door-en-door kennen, in het holst van de nacht heimelijke operaties uit te voeren.”

Pathfinders kunnen behalve per parachute, ook per helikopter (alle typen), per voertuig, per boot of te voet worden ingezet. In Nederland opereren pathfinders per parachute alleen vanuit vliegtuigen. In de toekomst kan dat wellicht ook vanuit helikopters.