Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Evert-Jan Daniels | Video: John van Lent, Remco Akkerman
Grote NAVO-oefening focust op logistiek en integratie
De eerste test van het ontplooien van de Very High Readiness
Joint Task Force (VJTF) is geslaagd. In Polen trainde de flitsmacht van de
NAVO 10 dagen lang tijdens oefening Noble Jump. 9 partnerlanden, met
assets variërend van mortieren tot fighter jets, maakten samen
een zeer snel inzetbare vuist.
Waar de alarmeringsoefening van de flitsmacht in april nog abrupt eindigde op
vliegbasis Eindhoven, gaat tijdens Noble Jump het gas er pas echt op. Alle
eenheden komen samen rond oefengebied Zagan, zodat het aftasten daadwerkelijk
plaatsvindt. 11 Luchtmobiele Brigade – essentiële bouwsteen van de VJTF – speelt
een hoofdrol. Majoor Sander, hoofd Sectie Verplaatsingen, krijgt het transport
in zijn maag gesplitst.
Geen licht verteerbaar hapje, geeft hij op het vliegveld van Babimost toe.
Vlak voor de landing van een Nederlandse C-130, telefoon binnen handbereik,
vertelt hij: “Om collega’s direct te kunnen inzetten, moeten bepaalde spullen
gewoon door de lucht. Binnen de eenheid bepalen we wat er níet per se met het
vliegtuig hoeft. Zaken die later mogen arriveren, kunnen dus prima over de weg.”
Links: Op het vliegveld werken Nederlandse militairen nauw samen met de Polen om mensen en middelen zo snel mogelijk in het oefengebied te krijgen.
Rechts: De road move van 11 Luchtmobiele Brigade onderweg naar oefengebied Zagan. Foto: SM Maartje Roos
Essentiële middelen verplaatsen
De brigade deelt alles in batches in en begint bij het Initial
Deployment Element. Deze club start met de bouw van het kamp en zorgt dat
alles wordt ontvangen en doorgezet. Het Forward Command Element komt er
vlak achteraan. “Vervolgens verplaatsen we essentiële middelen en de rode
baretten”, verklaart Sander. Logischerwijs krijgt alles een bepaalde prio. “De
regelgeving in vredestijd werkt echter vertragend”, meent hij. Niet alleen voor
vervoer door de lucht, maar evenzeer voor wegtransporten. Zo moet de brigade 23
dagen voor de road move toestemming vragen om door Duitsland te rijden.
Leermomenten zijn er zeker, ook voor de eigen eenheid. “In Schaarsbergen
dienen we de kennis over gevaarlijke stoffen naar een hoger peil te brengen”,
vertelt Sander nadat de zojuist gelande militairen hun wapens op Babimost hebben
ontvangen. “Hoe moeten we die nu precies aanleveren? Als we dergelijke
oneffenheden aan de voorkant glad strijken, arriveren we nóg sneller in het
inzetgebied.”
Uit de buurt van de wielen
Kapitein Rob, commandant 11 Alfa-compagnie, is daar al. Zijn compagnie wacht
in de bosrand op vervoer. “Okay mannen, de Yanks zijn onderweg." De Amerikanen
behoeven geen aankondiging. Je hoort de Blackhawks al van verre. Stofbrillen en
helmen gaan op, handschoenen aan. Als de kisten ‘wheels down’ zijn,
staat sergeant-majoor Thijs op scherp. Chief heli-operaties zoekt meteen contact
met de aircrews. Verschillende procedures, zoals het loskoppelen van
underslungs, worden tot in detail doorgesproken. Thijs’ collega’s
oefenen tegelijkertijd het in- en uitstijgen van Blackhawks. Door tips van de
Amerikanen op te volgen, loopt dat gesmeerd. "Goed opletten mannen. Zorg dat je
uit de buurt bent van die wielen! Als de Blackhawk over je enkel rolt, ziet dat
er vies uit", roept eerste luitenant Phil.
Amerikaanse Blackhawks hebben een peloton rode baretten afgezet. De luchtmobielers openen meteen het vuur.
Dan voor het echt. Als de vliegers de motoren starten, verschijnt er een
grijns op de meeste gezichten. Je ziet de luchtmobielers denken: “Eindelijk de
lucht in.” 2 minuten later koersen 3 volgepakte kisten richting baan 14. Daar
wordt op de laatste dag een indrukwekkende demonstratie opgevoerd.
Internationale cocktail
Ook de Tsjechen bevinden zich op baan 14. Kapitein Stêpánek Marek, net terug
uit Mali, houdt zijn radio in de gaten. De compagniescommandant van 43 Airborne
Battalion kan elk moment de melding krijgen om een vuurbasis in te richten. De
Blackhawks moeten de Nederlanders immers veilig kunnen afzetten.
Het is niet de eerste keer dat ze die actie trainen. Marek heeft er een goed
gevoel over: “Dit is gaaf. De communicatie met het Nederlandse commando-element
verloopt soepel. Toch lijkt het mij slim om in de toekomst cross-training te
doen. Kom maar langs in Tsjechië.” Als – toch nog plotseling – de call
komt, springen Marek en zijn mannen in hun terreinwagens. Het enige wat rest is
één grote stofwolk.
Links: De eenheid van de Tsjechische kapitein Stêpánek Marek zorgt ervoor dat Amerikaanse Blackhawks veilig kunnen landen om de rode baretten af te zetten.
Rechts: Een Duitse Marder dendert dwars door een Pools ‘stroompje’.
Het signaal kwam van kapitein Rob, die vertelt dat in Polen de nadruk ligt op
logistiek en integratie. “Maar gelukkig hebben we de afgelopen weken tijdens
oefening Falcon Viking wél tactisch getraind”, legt hij uit. “In Duitsland
oefenden we in een nagebootste gevechtssituatie met onder andere Duitsers en
Noren. Daar gebruikten we zelfs een Marder-compagnie
(infanteriegevechtsvoertuig, red.) om een luchtmobiel bataljon te
versterken. Dat gaf onze gevechtskracht echt een extra dimensie.”
Goede vechtformatie
Die Noren zijn inmiddels een maand van huis, vertelt luitenant-kolonel Trond
Haane, commandant Telemark bataljon: “De integratie binnen de VJTF gaat erg
goed. Dit is natuurlijk niet de eerste keer dat we samenwerken. Vlak voor we
naar Zagan verplaatsten, hebben we intensief geoefend met Nederlanders en
Duitsers; de ruggegraat van de VJTF is dus al aardig op elkaar ingespeeld.”
“De samenwerking met de Nederlanders gaat ver terug, zelfs buiten het NATO
Response Force-concept om. Het is dus gemakkelijk om met Nederlandse troepen te
opereren. Desalniettemin moet je 2 verschillende militaire culturen met elkaar
zien te mixen. Daarnaast zijn de Nederlandse luchtmobielers ‘airborn’, terwijl
wij ‘gemechaniseerd’ zijn. Initieel creëerde dat frictie. Maar dankzij
professionaliteit en intensieve training ben ik ervan overtuigd dat de VJTF een
goede vechtformatie bezit.”
Luitenant-kolonel Trond Haane, commandant Telemark bataljon: “De ruggegraat van de VJTF is al aardig op elkaar ingespeeld.”
1 (German/Netherlands) Corps leidt landcomponent
Binnen de NRF heeft 1 (German/Netherlands) Corps (1GNC) in 2015 en 2016 de
leiding over de landcomponent. De NAVO heeft besloten dat de eerste elementen
binnen 48 uur ter plekke moeten zijn. Voor 1GNC geldt dat iedere militair op
alle mogelijke manieren is voorbereid op een razendsnelle inzet. 1GNC heeft een
Operational Liaisonal and Reconaissance Team dat als eerste naar het inzetgebied
vliegt. Dat team heeft specialisten variërend van genie tot verbindingen, en
zorgt voor essentiële zaken op buitenlands grondgebied, zoals contact met de
lokale autoriteiten. Verder beoordeelt het de infrastructuur en bereidt de
locatie van het hoofdkwartier voor. Als een conflict escaleert en er meer
troepen worden ingezet, kan 1GNC tot 50.000 militairen aansturen.
Tsjechische militairen lopen zich het vuur uit de sloffen zodat Amerikaanse helikopters straks veilig kunnen landen om Nederlandse militairen af te zetten.