02

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 01

‘De penetrante lijklucht zal me altijd bijblijven’

Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.

Als opperwachtmeester Roy van de Forensische Opsporing de vraag krijgt of hij in oktober 2022 voor 6 weken meewil naar Oekraïne om namens het Internationaal Strafhof in Den Haag mogelijke oorlogsmisdaden te onderzoeken, twijfelt hij geen moment. Internationaal werk? Het onbekende? Spanning? Je eigen weg vinden? Zélf oplossingen verzinnen? Gesteund door zijn thuisfront ziet Roy het wel zitten. Na een missiegerichte opleiding begint hij in een ploeg met vooral KMar-personeel aan een markante uitzending.

Roy prepareert een lijkenzak voor onderzoek.

Wat doet een team van de Forensische Opsporing? 

“Een team van de Forensische Opsporing onderzoekt op een plaats delict een geweldsincident, verdovende middelen, DNA-sporen, vingerafdrukken, et cetera. Dat kan opheldering verschaffen over de toedracht van een incident en welke personen en voorwerpen daarbij mogelijk betrokken waren. Denk aan een mobiele telefoon, een mes, een vuurwapen. Een forensische opsporingsfunctionaris helpt als het ware de slachtoffers van een inbraak of nabestaanden van een vermoord persoon. Door antwoorden te vinden op vragen, brengt hij weer enigszins rust in hun leven. Overigens werkt ons team samen met de politie. We spreken dezelfde taal.”

Hoe ben jij bij de Forensische Opsporing terechtgekomen?

“Bij grensovergangen en in de haven van Rotterdam controleerde ik ooit paspoorten, rijbewijzen en aangetroffen geld op echtheid. Bij spelfouten wist je al snel: ’foute boel’. Vanwege mijn grafische opleiding kon ik mijn ei goed kwijt. Maar op een gegeven moment dacht ik: ‘ik doe constant hetzelfde werk. Tijd voor wat anders’. Sinds 2013 werk ik bij de Forensische Opsporing.”

Een Nederlandse forensisch arts legt lichaamsdelen bloot in het puin van een vernietigd woonhuis.

Wat voor werk deden jullie in Oekraïne als onderdeel van het Forensisch- en Opsporingsteam?

“Mijn ‘digitale’ collega’s lazen middelen uit zoals telefoons en USB-sticks. Hoewel het materieel soms kapot was, wisten de experts elke keer weer waardevolle informatie op tafel te krijgen. Op mijn beurt onderzocht ik met collega’s in een mortuarium lichamen van oorlogsslachtoffers. De resultaten werden via een patholoog-anatoom voor verder onderzoek overgedragen aan de Oekraïense autoriteiten. Dat was niet aan ons.”

Roy (links) met leden van het Forensisch- en Opsporingsteam in het mortuarium.

Welke zaak blijft je het meeste bij? 

“Een grote zaak betrof een aantal lichamen van mensen die waren omgekomen bij een explosie. Aan ons de taak om de aard van het letsel na te gaan en ‘niet lichaamseigen’ materiaal te lokaliseren dat iets kon zeggen over de aard van de verwondingen. Waren ze het gevolg van een granaat? Een raket? We onderzochten veel lichamen waarvan sommigen in vergaande staat van ontbinding verkeerden. Ons onderzoek was - naast het verzamelen van bewijsmateriaal voor het ICC - ook belangrijk voor de nabestaanden van de slachtoffers. Daarna konden zij hun familielid een fatsoenlijke begrafenis geven.”

Werkschorten hangen aan een kast in het mortuarium. De leden van het Forensisch- en Opsporingsteam besteedden elke dag maximale aandacht aan hun persoonlijke hygiëne.

Het moet alles bij elkaar een heftige en schokkende missie geweest zijn…

“Ja, het was nogal wat, maar niet schokkend. De meeste leden van het Forensisch Opsporingsteam hebben al veel ellende meegemaakt… Wat me wel zal bijblijven is de penetrante lijklucht in het mortuarium; de geur van rottend vlees. Het stonk er onwijs en daartegen konden we ons niet wapenen ondanks gelaatsmaskers en elke dag een schoon pak.”

Heb je je tijdens je werk in Oekraïne onveilig gevoeld?

“Nee, terwijl Oekraïne toch vol gevaren zit. Dat kwam doordat de met ons meegereisde leden van Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten adequate informatie verschaften over de veiligheidssituatie. Ik heb me wel een keer onwezenlijk gevoeld, bij de berging van een lichaam uit het puin van een gebombardeerde woning. Daar sta je dan op 30 kilometer afstand van de Russische grens… Heel bijzonder.”

Hoe verliep de samenwerking met de Oekraïners?

“In het begin stug. Oekraïners zijn een trots volk dat niet snel om hulp vraagt. Maar als ze merken dat ze er baat bij hebben, leggen ze je geen strobreed in de weg. Ze vroegen zelfs of we niet langer konden blijven.”

Leden van het Forensisch- en Opsporingsteam in het puin van een gebombardeerd woonhuis, speurend naar lichaamsdelen.

Zou je ‘op herhaling’ willen?

"De Marechaussee heeft me gevraagd om in 2023 weer te gaan in een nieuw team. Ik kijk er nu al naar uit en hoop dat we evenals afgelopen oktober zinvol werk kunnen doen. Geen politiek statement maken, maar de Oekraïners helpen. Dat schenkt veel voldoening.”

Ben of ken jij een collega die iets bijzonders heeft meegemaakt tijdens de dienst? Een moment waarbij ‘het erop aankwam’? Laat het ons weten via kmarmagazine@mindef.nl.

Tekst: Jack Oosthoek | Foto’s: archief Forensisch- en Opsporingsteam