Wachtmeester-1 Laurens, brigade Politie en Beveiliging Schiphol
In deze eerste editie van ‘Een dagje KMarren met…’ van 2022 speelt een oude bekende de hoofdrol. Wachtmeester-1 Laurens werd bijna 5 jaar geleden gevolgd toen hij bij de brigade Noord-Holland werkte. Destijds bewaakte hij samen met collega Nick de maritieme grens en controleerden ze vanaf een vaartuig opvarenden van plezierjachten en schepen. Sinds 2018 werkt Laurens bij de brigade Politie en Beveiliging op Schiphol en voert hij de politietaak uit. Elke dag surveilleert hij op en rond de luchthaven en reageert hij op meldingen en incidenten. Soms doet hij dat te voet, een andere keer vanuit een voertuig of - zoals op de dag dat wij hem volgden - met de motor.
“Na 6 jaar wilde ik wat nieuws”, verklaart Laurens zijn overstap van IJmuiden naar Schiphol. “De politietaak heeft mij altijd al erg getrokken.” Buiten de werkzaamheden was er nog een reden dat hij graag van functie wilde wisselen. “Ik vind het heerlijk om motor te rijden en op Schiphol zijn er wat dat betreft meer mogelijkheden.” Vlak nadat hij van brigade was gewisseld, volgde Laurens de opleiding voor zijn neventaak bij het Opleidings- en Trainingscentrum Rijden in Oirschot. “Tijdens een dienst op de motor werk ik zelfstandig en heb ik veel vrijheid, uiteraard binnen de gestelde kaders. Als ik bijzonderheden zie of meldingen krijg, kom ik in actie en handel ik een zaak af.”
“Maar”, vervolgt Laurens, “ik vind het ook leuk om met een collega in de auto te rijden of door de terminal te lopen en zo samen bij te dragen aan de veiligheid op Schiphol. De diverse manieren van optreden zorgen ervoor dat elke dag weer anders is.” De verscheidenheid aan meldingen en incidenten is volgens Laurens groot. “Denk aan een onwelwording, diefstal, conflicten en verkeerszaken. Een heleboel casussen blijven mij bij, zowel hoogtepunten als dieptepunten. Zo ben ik aanwezig geweest bij een bevalling in een vliegtuig, maar heb ik ook slechtnieuwsgesprekken moeten voeren. Ik kom in veel verschillende situaties terecht, waarin ik telkens weer anders moet handelen.”