Brigade Scheldestromen verkleint gat tussen operatie en intell
Brigadegeneraal Roger Costongs benoemde een jaar geleden enkele prioriteiten binnen het thema Informatiegestuurd Optreden van het programma KMar Future Proof. De commandant van het Landelijk Tactisch Commando gaf aan dat ‘experimenteren met IGO op de werkvloer’ voor hem hoog op de agenda staat. KMarMagazine reisde af naar Hoogerheide en bezocht de brigade Scheldestromen, die met de brigade Zuid-Holland één van de 2 pilotbrigades is. Eerste luitenant Daan en opperwachtmeester Paul lichten vanuit hun hoofdkwartier in Hoogerheide toe hoe zij in de praktijk het IGO-concept vervolmaken.
Mensen en middelen inzetten op basis van informatie, zodat ze daar zijn waar ze ertoe doen. Dat is het doel dat de Marechaussee nastreeft met informatiegestuurd optreden. Maar hoe pak je dat nu in de praktijk aan? De meest in het oog springende aanpassing, waarmee de brigade Scheldestromen experimenteert is de oprichting van het zogenoemde IGO-centrum, dat een cruciale rol speelt in de vernieuwde IGO-cyclus. Eerste luitenant Daan: “Het centrum bestaat uit 3 personen, speciaal vrijgemaakt voor hun nieuwe taak. Op roulatiebasis zijn dat een collega uit de operatie, één vanuit de intell en een teamleider van de week. Samen sturen ze de dagdagelijkse operatie aan door concrete en gerichte werkopdrachten te maken voor de operationele collega’s om informatie te verzamelen.”
Opperwachtmeester Paul is één van de bedenkers van het IGO-centrum. Hij heeft zelf al meermaals de operatie vertegenwoordigd binnen het centrum. “Het IGO-centrum verkleint het gat tussen de operationele collega en de intell. De krachten worden gebundeld, de lijntjes korter. Intell weet aan welke informatie behoefte is binnen de geprioriteerde aandachtsgebieden en waar die is te verkrijgen. De collega uit de operatie bewaakt of de wens leidt tot uitvoerbare werkopdrachten. De teamleider van de week houdt het grotere plaatje in de gaten, koppelt bevindingen terug naar hoger niveau en stuurt bij waar nodig. Het centrum voert ook een kwaliteitscontrole uit op de mutaties en geeft middels een debriefing terugkoppeling aan de operationele collega.”
Jachthaventeam
Een voorbeeld: de kwetsbaarheid van de jachthavens in het bewakingsgebied. Mensensmokkelaars proberen met behulp van zeiljachten migranten naar het Verenigd Koninkrijk te vervoeren. Om dit fenomeen een halt toe te roepen heeft de brigade een Jachthaventeam opgericht en wint het aan de hand van een Intell Collection Plan (welke informatie is nodig en welke acties moeten daarvoor worden ondernomen, red.) zoveel mogelijk informatie in. Het IGO-centrum stuurt collega’s met een gerichte opdracht op pad om hetgeen zich afspeelt in de havens in kaart te brengen. Dit doen ze door te surveilleren en te posten in en bij de havens tot en met het contact leggen met havenmeesters. De ingewonnen informatie kan leiden tot nieuwe inzichten, waarop actie kan worden ondernomen.
Paul toont een werkopdracht, zoals deze door het IGO-centrum is gemaakt en uitgegeven. Het document is onderverdeeld in diverse kopjes: Toestand, Opdracht, Afhandeling en Extra info. Daan: “Vroeger was het: ‘vandaag doe je een MTV-controle.’ De focus lag tijdens de controle op de reizigers en de documenten en minder op het inwinnen van informatie. Nu hebben we onze blik verruimd en pakken we door. Een aangehouden persoon kan immers beschikken over informatie die naar een netwerk kan leiden of nieuwe modus operandi blootlegt. Dat vraagt een andere mindset. We willen de collega’s zoveel mogelijk achtergrond geven bij een opdracht en uitleggen wat hun toegevoegde waarde als sensor is. Dat we alleen met nieuw verkregen informatie vermoedens kunnen uitsluiten of bevestigen en de IGO-cyclus rond maken en houden.”
Meer initiatieven
Behalve het experiment met het IGO-centrum heeft de brigade meer initiatieven ontplooid. Zo zijn bijvoorbeeld het ochtendoverleg, het HOI-overleg (Handhaving, Opsporing en Intell) en de verspreiding van de maandtoestanden door de sectie Analyse en Onderzoek (A&O) van de afdeling Intell aangepast. Zo komt informatie sneller en frequenter op de juiste plaats terecht. Daan en Paul merken dat het gros van de collega’s de nieuwe koers heeft omarmd en het nut ervan inziet. “Ze ervaren meer diepgang en begrijpen beter waarom ze een opdracht moeten uitvoeren. Ze zijn blij met de terugkoppeling van de teamleider en intell, waaruit hun toegevoegde waarde blijkt. Nieuw ingewonnen informatie is namelijk belangrijk voor de sectie A&O, die op landelijk niveau zo de maandtoestanden en intellproducten verder kan verbeteren.”
De brigade van Daan en Paul blijft doorgaan met het doorontwikkelen van IGO. De komende tijd investeert de brigade onder andere in de vergroting van sensoren. “Concreet houdt dat in dat we binnen onze taakvelden contact gaan leggen met interessante partners, die als informatiebron kunnen dienen. Denk bijvoorbeeld aan de NS of grote transportbedrijven op het gebied van Mobiel Toezicht Veiligheid, maar ook aan de pelotonscommandanten op kazernes in het kader van de Militaire Politiezorg.” Stilstaan is volgens beide heren achteruitgang. “De tijd van afwachten is voorbij. We maken graag gebruik van de tijd en ruimte die we van staf LTC en de brigadecommandant hebben gekregen om onze werkwijze verder te professionaliseren en hopen deze uiteindelijk ook binnen onze organisatie te borgen.”
IGO in 2022
Behalve de experimenten op het gebied van IGO bij de pilot-brigades Zuid-Holland en Scheldestromen gaan ook de ontwikkelingen op landelijk niveau door. De punten binnen het thema IGO van het toekomstprogramma KMar Future Proof waarop het komend jaar de focus ligt zijn:
* het landelijk invoeren van een HOI-overleg op alle brigades, waarbij handhaving, opsporing en intell structureel bijeenkomen om onder andere mutaties te bespreken. Zo kunnen nieuwe inzichten en verbanden ontstaan waarop acties kunnen worden ondernomen.
* het doorontwikkelen van het gebruik van werkopdrachten, zodat collega's in de operatie met een gerichte opdracht en de bijbehorende achtergrondinformatie op pad worden gestuurd.
* het doorontwikkelen van het gebruik van Intell Collection Plans (ICP's). In deze plannen wordt voor een betreffend aandachtsgebied aangegeven welke informatie nog nodig is en welke acties moeten worden genomen om deze te verzamelen.
* het ondersteunen van IGO-experimenten op brigades.
* het (voorbereiden) van de implementatie van de opsporings- en handhavingsmodule binnen de applicatie SUMM-IT. Daarbij zal veel aandacht zijn voor de kwaliteit en kwantiteit van gegevensbeheer, zoals mutaties.