03

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 01

De 12 mooiste foto's...

…van een QIT-basistraining

Bij een terroristische aanslag is het zaak om zo snel mogelijk te weten te komen of er nóg een aanslag kan volgen. Bij de aanslagen van 2015 in Parijs bleek namelijk een heel netwerk van terroristen tegelijkertijd actief te zijn om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. In 2016 bij een aanslag op een kerstmarkt in Berlijn ging het om een ‘lone wolf’. Maar hoe kom je daar achter bij een aanslag? Enkele jaren geleden is daarvoor het 4-koppige QIT ingesteld: Quick Identification Team.

Een QIT is een gemengd team van marechaussees en politieagenten dat bij een aanslag zo snel mogelijk naar de plaats incident gaat om dadersporen veilig te stellen. Bloed, speeksel, vingerafdrukken, een smartphone of een rijbewijs. Alles wordt razendsnel verzameld om te achterhalen of de dader mogelijk deel uitmaakt van een terroristisch netwerk waarvan andere leden op dat moment ook op pad zijn om terreur te zaaien.

Het QIT bestaat uit een Teamleider Explosieven Veiligheid (TEV), 2 forensisch rechercheurs en een digitale rechercheur. Onlangs trainden enkele teams deze werkwijze op een luchthaven, waarbij een aanslag met meerdere daders werd gesimuleerd. In het scenario van de oefening was een zelfmoordenaar de vertrekhal ingelopen, had met een machinegeweer om zich heen geschoten en had zichzelf vervolgens opgeblazen. Nadat de Dienst Speciale Interventies (fictief) had ingegrepen, was het aan het QIT om kansrijke dadersporen te verzamelen.

Kijk mee in de fotoreportage hoe het QIT te werk gaat!

Het QIT is robuust gekleed. Normaal gesproken komen rechercheurs in witte pakken naar een plaats delict, maar omdat de situatie nu nog dreigend is, treden ze op met zwaar vest en helm. En met een QIT-embleem om herkenbaar te zijn voor andere veiligheids- en hulpdiensten.

Als eerste gaat de TEV’er (Teamleider Explosieven Veiligheid) de vertrekhal in. Hij inspecteert of de situatie veilig genoeg is voor het QIT. Maar al snel ontdekt hij een rugtas met een geïmproviseerd explosief. De EODD wordt (fictief) ingeschakeld. Pas als die de IED onschadelijk heeft gemaakt, kan het QIT aan de slag.

Koffers, rook en lichaamsdelen. In de chaos gaat het QIT op onderzoek uit. Is de dader te vinden? Haast is geboden. Het QIT moet de dader binnen een bepaalde tijd in beeld hebben. Vooral het eerste uur na de aanslag is belangrijk, ook wel het gouden uur genoemd.

Al snel stuit het team op een ‘suicider’. Het verzamelen van de dadersporen kan beginnen. Het viertal neemt onder meer wangslijm, bloed en vingerafdrukken af. Ook vinden ze een gsm.

Ondertussen is elders op de luchthaven een andere dader met een busje tegen een gebouw gecrasht. Ook hier moet het QIT aan de bak. Weer inspecteert de TEV’er als eerste of de kust veilig is. Hij ontdekt een handgranaat, waarvan de pin ontbreekt. Hij verplaatst het explosief voordat het team met zijn werkzaamheden aanvangt.

De forensisch rechercheur neemt een foto van het gezicht van de dader en stuurt die direct door.

Het team fouilleert de bestuurder secuur. De man blijkt een identiteitsbewijs op zak te hebben, een gsm en een usb-stick. Het mobieltje bevat tactische info: foto’s van gasflessen met een ontstekingsmechanisme. Dat wordt rap aan de meldkamer doorgegeven.

Het QIT verricht geen half werk: ook de vingerafdrukken van de dader worden afgenomen.

Daarnaast checkt de digitale rechercheur meteen of hij de usb-stick kan uitlezen.

Alle dadersporen worden veiliggesteld en gelabeld. Niets mag verloren gaan in de poging een mogelijke vervolgaanslag te voorkomen.

De dadersporen worden overgedragen aan de zogeheten triagebus, een mobiel lab dat in de buurt staat. Daar bepalen de experts welk spoor als eerste wordt onderzocht om zo snel mogelijk een daderprofiel op te stellen.

Het aangetroffen (fictieve) paspoort wordt gescand in het Forensisch identificatie Voertuig (FIV) van de Landelijke Eenheid. Staat de persoon in de databank van de veiligheidsdiensten geregistreerd? Mocht het spoor uiteindelijk naar een andere mogelijke aanslagpleger leiden, dan wordt een manhunt-procedure opgestart.

De Duitse federale politie wil het QIT-concept graag overnemen. Daarom is de werkwijze afgelopen jaar ook aan hen uitgelegd op het Landeskriminalamt (LKA) in Berlijn.

Tekst: kapitein Henny de Boer | Foto’s: sergeant-1 Cristian Schrik