08

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 02

Achter de schermen

…bij het bureau Kennis & Informatiesystemen van het ECID

Het Expertisecentrum Identiteitsfraude en Documenten (ECID) levert als landelijk aanspreekpunt een belangrijke bijdrage aan het voorkomen en bestrijden van identiteits- en documentfraude. Het centrum beschikt over kennis en expertise en een uitgebreid netwerk van partners in binnen- en buitenland. Het bureau Kennis & Informatiesystemen (K&I) is onderdeel van het ECID en zorgt ervoor dat informatie op het gebied van identiteitsfraude en documenten zoveel mogelijk met de operationele collega's wordt gedeeld.

Het ECID is een samenwerkingsverband tussen de Koninklijke Marechaussee en de Nationale Politie. Ook het bureau Kennis & Informatiesystemen bestaat uit medewerkers van beide organisaties. K&I telt 6 documentspecialisten, waarvan 4 van de Marechaussee en 2 van politie. Het bureau opereert vanaf de Koningin Máximakazerne in Badhoevedorp.

Inspecteur Ruud Brabander, voormalig marechausseecollega, is bureauhoofd K&I. Hij omschrijft de toegevoegde waarde van het bureau: “Het operationele werk begint vaak met het controleren en vaststellen van iemands identiteit. Wij beschikken over diverse tools, waarmee we producten en diensten leveren om de collega’s van de KMar, de politie en andere nationale en internationale ketenpartners te ondersteunen bij het uitvoeren van hun werk.”

Scroll naar beneden om te weten te komen op welke manieren het bureau Kennis & Informatiesystemen van het ECID de operatie ondersteunt.

Tekst: Robert den Hartog | Foto’s: korporaal Gregory Fréni

Beeldopslagsystemen

Eéénn van de hoofdtaken van K&I is het invoeren, beheren en controleren van de kwaliteit van reis-, verblijf- en identiteitsdocumenten in de digitale beeldopslagsystemen EdisonTD en FADO (False and Authentic Documents Online). In beide systemen staan de echtheidskenmerken van duizenden reis-, verblijf- en identiteitsdocumenten van landen over de hele wereld. EdisonTD is een samenwerkingsproduct van de KMar en de politie en immigratiediensten van de Verenigde Staten, Canada, Australië, de Verenigde Arabische Emiraten en Interpol. FADO wordt gebruikt door alle EU-lidstaten. Iedere EU-lidstaat is in FADO verantwoordelijk voor de invoer van zijn eigen documenten, aangevuld met documenten van buiten Europa.

Opperwachtmeester Ron Meijer en brigadier Thore Vermeulen zijn het aanspreekpunt voor de systemen. Meijer: “Soms krijgen we nieuwe documenten opgestuurd vanuit een ambassade, maar het gebeurt ook dat we zelf actief een ambassade benaderen voor specimina (voorbeeldexemplaren, red.) als we hebben gehoord dat er nieuwe documenten in omloop zijn. We analyseren de documenten van voor tot achter. We maken hoogwaardige afbeeldingen, omschrijven alle kenmerken en zetten die in de systemen. De operationele collega kan deze informatie raadplegen en zo makkelijker een vals of vervalst document onderkennen. Een afbeelding zegt meer dan 1.000 woorden.”

Alert

Het bureau K&I krijgt behalve originele reis-, verblijf- en identiteitsdocumenten ook valse en vervalste documenten onder ogen. Aan de hand van trends, ontwikkelingen en de kwaliteit van een vals of vervalst document kan het bureau besluiten een zogenoemde Alert op te maken en deze breed kenbaar te stellen. Zo kan een Alert van K&I tijdens een briefing op de werkvloer worden gedeeld en brengt het de operationele collega’s op de hoogte van een bepaald nieuw fenomeen.

Wachtmeesters-1 Leon van Vuuren en Joey van Es vervullen deze taak. Van Vuuren legt uit: “Als wij zien dat een werkwijze vaker wordt toegepast en voor problemen bij het controleren van documenten kan zorgen, maken we een analyse van het falsificaat. We omschrijven kort en bondig de details en voegen beeldopnames met herkenningspunten toe. Een Alert wordt echt op maat gemaakt voor de collega die in de identiteitsketen werkt. Dat kan een KMar- of politiecollega zijn, maar ook een medewerker bij een gemeente. Met behulp van een Alert weten ze welke documenten extra aandacht verdienen en waar ze specifiek op moeten letten. Ook zorgen wij ervoor dat Alerts van ketenpartners binnen ons netwerk worden verspreid.”

Documentatiecentrum en Domeinenarchief

K&I beheert en onderhoudt ook haar eigen documentatiecentrum. De ‘bibliotheek’ bevat ruim 14.700 fysieke voorbeelden van oude en nieuwe reis-, verblijf- en identiteitsdocumenten en specimina. Ook liggen er documenten die ooit in beslag genomen zijn. Ze werden gebruikt door een look-a-like, of zijn vals of vervalst. “Die documenten bewaren we niet zomaar”, legt Van Vuuren uit. “We stellen ze ter beschikking voor instructie en opleidingsdoeleinden, maar ook om bijvoorbeeld nieuwe automatische grenspassagesystemen te testen. Daarnaast kunnen de documenten als referentie- en vergelijkingsmateriaal dienen voor de collega in de operatie.”

Behalve het Documentatiecentrum beheert K&I ook het Domeinenarchief. “Het verschil met het Documentatiecentrum is dat in het Domeinenarchief documenten liggen opgeslagen die in beslaggenomen zijn bij strafzaken”, legt archiefbeheerder adjudant Richard Kerkman uit. “Alle in beslag genomen documenten krijgen wij aangeleverd via de ketenbeslaghuizen of eigen kanalen. Wij slaan ze op, bewaren ze en wachten af wat we ermee moeten doen, bijvoorbeeld vernietigen of langer bewaren. Een document kan namelijk altijd nog een aanknopingspunt zijn in een lopend onderzoek.”

Frontlinie

“We werken bij K&I niet voor onszelf”, benadrukt Brabander. “Met alle mogelijkheden die wij tot onze beschikking hebben, waaronder onze digitale datasystemen, fysieke archieven, Alerts en nieuwsbrieven, willen we onze collega’s nationaal en internationaal voorzien van de voor hen zo belangrijke informatie. Het is een utopie om te denken dat iedereen alle documenten van de hele wereld uit zijn hoofd kent.”

De krachten bundelen is volgens Brabander de sleutel tot succes. “Onze focus ligt op samenwerken, en dan niet alleen binnen ons eigen centrum maar ook met alle partners die in de identiteitsketen werken, zoals het politiedomein, de overheid, semi-overheid en het bedrijfsleven.”

De operationele KMar-collega’s vormen volgens Brabander een deel van de frontlinie. “Zij zijn onze ogen en oren. Zij komen vaak als eerste in aanraking met nieuwe, valse of vervalste documenten. Wij zijn afhankelijk van ze. Zij moeten ons attenderen op noviteiten. Op die manier leveren zij weer een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van onze producten en diensten. En ze dragen bij aan het versterken van de positie van ons bureau en van het ECID als landelijk expertisecentrum.”