05

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 01

KMar Future Proof: Informatiegestuurd Optreden

‘Elke marechaussee is een sensor’

Brigadegeneraal Roger Costongs, commandant LTC.

Om voorbereid te blijven op de toekomst heeft de Koninklijke Marechaussee enkele maanden geleden een uitgebreid toekomstprogramma gedeeld: KMar Future Proof. Dit programma kent 4 hoofdthema’s: mens, techniek, positionering en Informatiegestuurd Optreden (IGO). Brigadegeneraal Roger Costongs, commandant van het Landelijk Tactisch Commando (LTC), bewaakt de voortgang binnen IGO. KMarMagazine stelde hem 8 vragen.  

Wat is de kern van IGO?

"IGO betekent dat je mensen en middelen inzet op basis van informatie. Dus dat je op de juiste tijd op de juiste plaats bent, dankzij vergaarde informatie of een gegenereerd alert: dáár waar je het meeste effect kunt behalen. Op deze manier ga je gerichter en efficiënter te werk dan wanneer je alleen ergens gaat staan en wacht wat er op je afkomt."

Welke stappen worden de komende jaren genomen binnen IGO?

"We willen dat iedere marechaussee zichzelf ziet als sensor en informatieknooppunt. Collega’s moeten vanuit een soort journalistieke nieuwsgierigheid opereren. Ze moeten willen weten wat er gebeurt, vragen stellen als ze op pad zijn. En alles wat ze zien, goed vastleggen in de systemen. Want als dat gebeurt, kunnen er goede analyses worden gemaakt die tot concrete inzetopdrachten leiden."

"We willen dat iedere marechaussee zichzelf ziet als sensor en informatieknooppunt."

Verder willen we graag dat de collega’s volgens een vaste cyclus werken. We beginnen met een inwinfase waarin we op basis van concrete vragen informatie verzamelen van bijvoorbeeld een bepaalde locatie of specifiek thema. Dit doen we door gebruik te maken van verschillende sensoren zoals drones, camera’s, radars maar uiteraard ook onze collega’s zelf. Deze informatie wordt geanalyseerd en leidt tot een intellproduct. Op basis daarvan gaan we handhavingsacties en/of opsporingsactiviteiten ontplooien om de criminaliteit te bestrijden. Of, als er nog informatie ontbreekt, voeren we aanvullende inwinopdrachten uit.

Al deze activiteiten leveren weer nieuwe informatie op, waardoor je die cyclus continu of met tussenpozen kunt blijven herhalen. Het kan trouwens ook zo zijn dat na analyse van de informatie blijkt dat wel vervolgacties benodigd zijn maar niet door ons. Het intellproduct wordt dan overgedragen aan die organisatie die hier verder op kan acteren.

Deze werkwijze leggen we vast in een IGO-doctrine. We beschrijven daarin de rollen, taken en verantwoordelijkheden van alle KMar-eenheden in het IGO-concept. Dit onderdeel is wat minder sexy, maar absoluut nuttig. Want zo weet iedereen wat er van hem of haar wordt verwacht."

"Collega’s moeten vanuit een soort journalistieke nieuwsgierigheid opereren."

Zijn er al veranderingen merkbaar op de werkvloer?

"We geven de brigades volop de gelegenheid om te experimenteren met IGO. We hebben 2 brigades aangewezen als pilot-brigades: Zuid-Holland en Scheldestromen. Maar ook andere brigades zijn al fanatiek aan de slag gegaan om het IGO-concept tussen de oren te krijgen. En dat juichen wij van harte toe. Hier op de staf roepen wij altijd: maak ons gek met ideeën en voorstellen.

Met ingang van dit jaar werken de brigades met een zogeheten Intell Collection Plan (ICP). In dit plan wordt aangegeven welke informatie nog nodig is en welke concrete acties moeten worden genomen om deze te verzamelen. Tot nu toe was het gebruik van zo’n ICP redelijk vrijblijvend, maar het is nu verplicht dat er een ICP ligt, zodat de collega’s op de brigade kunnen worden ingezet op basis van die ICP’s."

"Collega’s moeten alles wat ze zien, goed vastleggen in de systemen."

Is er veel werk aan de winkel?

"Het concept zelf is niet zo ingewikkeld. De nieuwe werkwijze vereist vooral een cultuuromslag. En dat vergt de nodige aandacht. De rol van leidinggevenden hierin is cruciaal, van groeps- tot brigadecommandant, maar ook mijn eigen rol als C-LTC. Aan ons de taak om op de werkvloer voortdurend het belang ervan uit te leggen en erop te sturen. Ik heb de brigadecommandanten in elk geval beloofd dat ik ze horendol ga maken over de ontwikkeling van IGO en ze hier constant op ga bevragen."

Heeft u al goede voorbeelden gezien?

"Jazeker. Zo komen de collega’s van de opsporing, intelligence en handhaving van de brigade Zuid-Holland structureel bijeen om mutaties te bespreken die betrekking hebben op onder andere de inklimmersproblematiek. Tijdens zo’n bijeenkomst ontstaan nuttige inzichten en verbanden die noodzakelijk zijn om de criminele organisatie erachter op te doeken, in plaats van alleen op de inklimmers zelf te focussen.  

Ze hebben hun bevindingen teruggekoppeld aan degenen die de mutaties hadden ingevoerd: welke info was nuttig? Wat ontbrak er? Waar heeft het toe geleid? Dankzij deze feedback hebben de collega’s in de operatie meer inzicht in het nut van de mutaties en wordt hun belangrijke rol als sensor en informatieknooppunt bevestigd."

"De rol van leidinggevenden bij het nieuwe concept is cruciaal, van groeps- tot brigadecommandant, maar ook mijn eigen rol als C-LTC."

Wat betekent dit voor de opleidingen?

"Op de middellange termijn gaan we een IGO-leerlijn krijgen op het Opleidings-, Trainings- en Kenniscentrum van de KMar. Leerlingen moeten er al tijdens de opleiding van doordrongen raken dat iedere marechaussee een sensor is en een informatieknooppunt. En dat het essentieel is om de vergaarde informatie op de juiste wijze weg te zetten, zodat daar acties op kunnen worden genomen.

Daarnaast moeten onze collega’s beseffen dat ze niet alleen gebruikmaken van devices, maar ook een belangrijke rol krijgen in het beheer en de doorontwikkeling van de devices die aan hun worden toevertrouwd. De komende jaren worden verschillende applicaties en devices uitgerold. Om de informatie optimaal weg te zetten is een juist gebruik hiervan essentieel en dat moet uiteraard worden aangeleerd op het OTC."

"De collega’s krijgen een belangrijke rol in het beheer en de doorontwikkeling van devices."

Wat heeft prioriteit binnen IGO?

"3 zaken. Het opstellen van de doctrine, het experimenteren op de werkvloer met het IGO-concept en data governance. Dat laatste gaat over de kwaliteit van de informatie. Het betekent kortgezegd dat de informatie die in het systeem wordt gezet, ook echt klopt en ook volgens alle wet- en regelgeving is vastgelegd. Want dat is natuurlijk essentieel als je die vervolgens gaat gebruiken."  

Is er een einddatum?

"We hanteren het jaartal 2025 als richtlijn, hoewel processen en technologie zich altijd blijven ontwikkelen. Het is mijn droom dat de collega’s het IGO-concept in 2025 helemaal doorleven en zelf daarin als sensor en informatieknooppunt acteren. Dat de leerlijnen daarop aangesloten zijn en dat de techniek voorhanden is om de collega’s te ondersteunen. Zodat we op die manier een groter effect kunnen genereren in het waarborgen van de veiligheid in Nederland."

Tekst: kapitein Henny de Boer | Foto’s: archief Mediacentrum Defensie