08

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 02

Achter de schermen

...bij de stafofficier van de IGK

Een luisterend oor en een helpende hand. Dat biedt de kersverse nieuwe stafofficier van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK), luitenant-kolonel Robert Kluinhaar. Kluinhaars belangrijkste doel de komende jaren is het instituut IGK beter onder de aandacht te brengen bij het marechausseepersoneel. Te weinig mensen weten volgens hem nog wat de IGK in zijn rol als 'ombudsman' en adviseur van de minister doet en wat hij als stafofficier van de Marechaussee kan betekenen voor medewerkers.

Als een marechausseemedewerker een probleem heeft op de werkvloer, kan hij of zij om bemiddeling vragen bij de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht. Individuele kwesties behandelt de IGK niet zelf, maar die pakt de stafofficier van het krijgsmachtsdeel op. Zo komen medewerkers van de Marechaussee terecht bij Kluinhaar. Als de partijen er samen niet uitkomen, probeert hij ze opnieuw om tafel te krijgen en tot een oplossing te komen. Het streven is elke zaak binnen 3 maanden af te handelen. Benieuwd hoe de IGK-stafofficier van de KMar te werk gaat? Scroll naar beneden voor een kijkje achter de schermen.

Tekst: Djenna Perreijn   |   Foto's:  sergeants Jan Dijkstra en Sjoerd Hilckmann en Paul Tolenaar

Nieuwe stafofficier en nieuwe IGK

Niet alleen Kluinhaar begon onlangs aan zijn nieuwe functie als stafofficier, ook de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht wisselde van wacht. Luitenant-generaal Hans van Griensven is sinds 30 januari de nieuwe IGK. Als stafofficier is het de taak van Kluinhaar om onderwerpen die spelen bij de KMar te overleggen met de IGK. Belangrijke, defensiebrede thema's uit de afgelopen jaren waren onder meer traag lopende reorganisaties, het functietoewijzingsproces en onvoldoende WiFi-verbinding op defensielocaties. Van Griensven: "Het contact met ons moet als laagdrempelig worden ervaren. Vaak wil het personeel niet klagen omdat ze trots zijn op hun werk. 'Ik heb het hartstikke naar mijn zin hoor, en ik wil niet zeuren,' hoor ik dan", aldus Van Griensven.

Villa Zwaluwberg

De IGK en zijn gevolg zijn gehuisvest in Villa Zwaluwberg in Hilversum. Bij de oprichting van de IGK in 1946 zetelde Prins Bernhard hier als allereerste IGK. Een locatie met grote allure. Kluinhaar: "Toch moet iedereen die ons bezoekt, zich op zijn of haar gemak voelen. Het mag nooit intimiderend zijn, want dit is neutraal terrein. De IGK is onafhankelijk, het is niet de bedoeling dat iemand zich gemangeld voelt door diezelfde defensieorganisatie. Ik merk dat veel bezoekers zich hier in de villa serieus genomen voelen." Wie toch liever afspreekt op een minder formele setting, kan dat aangeven. "Dat is geen probleem. Dan spreken we af in een horecagelegenheid, bij iemand thuis of op de eigen werkplek."

Werkbezoeken

Het eerste werkbezoek in zijn functie als stafofficier bracht Kluinhaar samen met de IGK aan de brigade Grensbewaking op Schiphol. De IGK en stafofficier spraken met commandanten, staf, militairen en burgermedewerkers van alle rangen en standen. Ook de vertrouwenspersoon en de medezeggenschapscommissie werd gevraagd hoe zij het werk beleven en wat beter kan. Per jaar legt de IGK zo'n 60 werkbezoeken af, waarvan ongeveer 7 aan de Koninklijke Marechaussee. De taak van de stafofficier is het voorbereiden en begeleiden van de bezoeken. Waar nodig doet hij een verdiepingsonderzoek. Achteraf werkt Kluinhaar het verslag uit stuurt de IGK het op naar de commandant van de bezochte eenheid. Zo kan later worden gecheckt wat de commandant met de conclusies en aanbevelingen van de IGK heeft gedaan.

Bemiddelingsgesprek

De meeste bemiddelingsgesprekken op Villa Zwaluwberg vinden plaats in de zitkamer. In zo'n gesprek wordt niet een kant-en-klare oplossing aangereikt. Kluinhaar: "Als iemand bij mij om bemiddeling vraagt, hoop ik dat de partijen eerst zelf alles hebben geprobeerd om eruit te komen. Ik spreek beide partijen eerst apart, daarna gaan we samen om de tafel. Ik ben er voor de organisatie en voor het personeel dat zich onjuist behandeld voelt. Ik heb niet de bevoegdheid om een bindend oordeel te geven en los niet zoals een mediator problemen op. Maar als ze weer 'on speaking terms' zijn, komen partijen vaak samen tot een oplossing. Veel problemen zijn volgens mij te voorkomen door heldere communicatie en goed leiding geven. 'Bespreken, afspreken en als het nodig is aanspreken,' luidt mijn advies, dat voorkomt veel ellende."