Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto John van Helvert

“In dit vak moet je brutaal zijn”

Nieuwsjagen met een camera op zak. Niet mooiers dan dat, vindt adjudant Richard Frigge (41). Al ruim 20 jaar reist hij voor Defensie de wereld over, mee met militairen die ver weg of juist dichtbij huis het verschil maken. “Met mijn beelden geef ik de missie een gezicht,” zegt de cameraman die het liefst op stel en sprong vertrekt naar de plek waar het nieuws zich ontpopt.

“Binnen een paar uur nadat ik was opgeroepen, vloog ik met het USAR-team (Urban Search And Rescue, red.) naar Haïti dat door een aardbeving was getroffen. Het is één van de trips die mij het meest is bijgebleven. Terwijl het land in puin lag, deelden militairen water, voedsel, medicijnen en tenten uit. Per vrachtwagen en helikopter reisde ik overal mee naartoe. Ik registreerde het werk, maar deed ook korte interviews. ’s Avonds op een stretcher in een tent monteerde ik de beelden en ‘s nachts stuurde ik ze door naar Nederland. Dat duurde 3 uur over de satelliet. De volgende dag waren ze bij ieder ontbijtnieuws in Nederland te zien. Er waren toen nog weinig Nederlandse cameramensen in het gebied.

In dit vak moet je brutaal zijn, je hebt geen tweede kans. Als ik het niet heb, kan ik het er later niet bijtekenen. Die les leerde ik als 15-jarige fotograaf bij een regionale krant. Een paar jaar later startte ik als dienstplichtig fotograaf bij de marine. Al snel reisde ik van hot naar her. Alles was nieuw en avontuurlijk. Later stapte ik over naar de marechaussee. Behalve het pak veranderde er verder weinig. Ik maak nog steeds beelden van de hele krijgsmacht. Inmiddels doe ik dat met een videocamera in plaats van met een fototoestel. Er is namelijk steeds meer behoefte aan filmmateriaal.

Als beeldmaker ben je meestal maar kort bij een eenheid te gast. Een paar uur, een dag of een aantal weken. Tegen de tijd dat ze aan me gewend zijn, ben ik al bijna klaar. Alleen voel ik me niet, ik ga graag mijn eigen weg. Op basis van de opdracht die ik meekrijg en dat wat zich ter plaatse voordoet, trek ik mijn plan. Aan de eenheid vraag ik of ze nog een extra bedje hebben of een plaats in de heli of MB (Mercedes Benz terreinwagen, red.). Ik moet mijn eigen plekje veroveren. Meestal krijg ik alle medewerking.

Soms draaien we een uitzending van een paar maanden. Zo ben ik 4 keer voor langere tijd in Afghanistan geweest, bij elkaar zo’n 25 maanden. Ook dan is mijn eerste functie cameraman. De militairen met wie ik op patrouille ga, beschermen mij als het moet. Pas wanneer er echt iets aan de hand is, trek ik mijn wapen. In Nederland film ik ook regelmatig voor Defensie. De bosbranden in Oirschot, de overstroming in Groningen en de ontdekking van een hennepplantage in Amsterdam zijn enkele voorbeelden. De samenwerking met en de reacties van bijvoorbeeld brandweer en politie neem ik dan ook mee in het verhaal. Ik wil de kijker een volledig beeld geven, maar vooral de meerwaarde van Defensie laten zien bij zulke incidenten.

Als het even kan, spring ik direct in mijn auto of stap ik op het vliegtuig op weg naar het nieuws. Thuis staan 3 weekendtassen ingepakt: 1 met desert (militaire kleding voor warme gebieden, red.), 1 met marechaussee- en 1 met burgerkleding. Ik ben altijd klaar voor vertrek. Improviseren en anticiperen vind ik het mooiste dat er is. Juist het onbekende maakt dit werk zo spannend en afwisselend. Ik hoef niet te weten wat ik over 2 weken ga doen."