10

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 21

Gouden koets te water terug

Tekst Eerste luitenant Johanna van Waardenberg
Foto Paul Tolenaar

Sloep met koninklijke allure

Loszittende vergulding, krimpscheuren en zichtbare naden; de koningssloep, ooit bedoeld om te imponeren, was hard toe aan een opknapbeurt. Nu ligt ze er weer bij als nieuw. Het bijna 17 meter lange rijkversierde vaartuig is grondig gerestaureerd. Tijd voor de Defensiekrant om een bezoek te brengen aan dit unieke vaartuig.

De roeiboot met koninklijke allure is het oudste vaartuig van de Nederlandse staat en de Koninklijke Marine. De door de marine gebouwde sloep is sinds 1818 in gebruik. Traditioneel wordt de galei door 20 adelborsten geroeid, met tussen iedere slag drie of meer seconden rust. Deze officieren in opleiding van de Koninklijke Marine zijn de enige die de koningsloep mogen roeien. In 1962 voer de ‘Gouden Koets te water’ ter ere van het zilveren huwelijk van Koningin Juliana en Prins Bernhard voor het laatst. Voor meer interessante feitjes over de koningssloep zie de hotspotter hieronder.  

Regels

Het roeien van de koningssloep is erg lastig en vergt vele uren oefening. Volgens de regels mogen de roeiers van de Koningssloep niet ‘strijken met de riemen’, ofwel in tegengestelde richting roeien om vaart te minderen of te sturen. Het vaart minderen met de koningssloep mag alleen door uitdrijven. Een echte roeier kan namelijk beheert varen. Een tweede belangrijke regel is dat de sloepcommandant zo min mogelijk roeicommando’s geeft.

Ornamenten

De beeldengroep op de boeg bestaat uit de zeegod Neptunus, gezeten op een schelp, voortgetrokken door 3 zeepaarden en 3 zeemeerminachtige fabeldieren. In reliëf zijn gouden slingers van de plant Acanthus aangebracht, een klassieke decoratie. Voor het paviljoen, is een tweede rij te zien met goud in de vorm van bebladerde twijgjes. De afsluiting is een liggende leeuw en daarboven een schild met het koninklijke Nederlandse wapen. Op het achterdek zijn vrouwenfiguren met vleugels en trompet afgebeeld. Even boven de waterlijn rust een dolfijn.

Roeien

De 20 riemen worden bediend door 18 roeiers en 2 slagroeiers. De slagroeiers geven het ritme aan die de roeiers moeten volgen. Er is 1 sloepcommandant. Hij staat aan het roer achter het paviljoen en roept de commando's naar de sloepbemanning.

Locatie

De koningssloep is te bewonderen in een glazen dok. Dit schiphuis ligt op het water aan de steiger van het Scheepvaartmuseum. Al sinds 1853 is deze locatie de thuisbasis van de Koningssloep. Na iedere vaartocht werd de sloep droog opgeslagen in een speciale loods, de zogenaamde ‘Chaloupe de Koning loots’, op de Marinewerf in Amsterdam.

Cijfers

De 16,76 meter lange sloep is met vlaggenmast 5 meter hoog en biedt plaats aan 20 roeiers. De riemen zijn 4,35 tot 4,75 meter lang. Het unieke vaartuig heeft op het achterste deel een zogenoemd ‘open paviljoen’. De sloep is gemaakt van eikenhout en teakhout. Sinds 1954 zijn de roeiers van de sloep adelborsten.

Oorsprong

De sloep is door de marinewerf in Rotterdam in 1818 gebouwd. Keizer Napoleon zou de directe aanleiding zijn geweest tot de bouw van de sloep. Toen de Franse keizer eens tijdens een bezoek aan Nederland de havens van Amsterdam en Rotterdam wilde inspecteren, bleek er geen vaartuig te zijn dat waardig genoeg was om een hoog personage te vervoeren. In recordtempo werd een sloep gebouwd.