Museale snoepwinkel
Grote opruiming bij het Nationaal Militair Museum. ‘Ontzamelen’, heet
dat in museumjargon. De depots van het NMM puilen namelijk uit. Maar de
overvloedige boedel gaat niet tegen kiloprijs naar de stort. Het museum biedt
collega-instellingen de kans om militair-historisch erfgoed over te nemen. In
totaal gaat het om ruim 5000 objecten, variërend van jampotdeksels tot
hoofddeksels en van gasmaskers tot uniformen. De Defensiekrant mocht al even
grasduinen in de inventaris.
Oorlogje
Paraat in doos: miniatuursoldaatjes. Met deze minimilitairen kunnen musea
heel wat oorlogsepisodes naspelen. Plastic poppetjes maar ook troepen van tin
wachten op een nieuwe eigenaar.
Parate pet
Een sjako, een vilten hoed met een klep. Een van de tientallen exemplaren die
het NMM afstoot. Deze is van het zogeheten ‘Model 1848’. Voorop staat het
embleem of nummer van de eenheid. In dit geval is dat de springende granaat van
de Garde Grenadiers, een elite-eenheid.
IJzeren Troon
Met de berg bajonetten, degens en sabels in de inventaris kunnen fans van de
tv-serie Game of Thrones een heel eind komen in het bouwen van hun eigen IJzeren
Troon. Tientallen, nee enkele honderden blanke wapens liggen ter overname
uitgestald in het mobilisatiecomplex bij Grave. 19e en 20e eeuws. Sommige heel
gewoontjes, andere juist uitbundig versierd. De topstukken uit de collectie van
het voormalig Legermuseum zijn nog steeds in Soesterberg te vinden.
Pimp my pijp
Pimpen is echt niet iets van de laatste jaren. Neem bijvoorbeeld deze
porseleinen herinneringspijp uit circa 1905. ´Erinnerung an meine Dienstzeit´.
Hierop staan onder meer alle dienstmakkers van een Duitse militair vermeld. De
pijpenkop heeft een toepasselijk Duits dekseltje.
Aan tafel
Wat schaft de pot anno 1953? Deze koksbroek van het Regiment
Intendancetroepen heeft behoorlijk lang dienst gedaan. Meerdere knopen zijn
vervangen. Of misschien is dat eerder een blijk van de kookkunsten van de
voormalig eigenaar?
Klaar voor inspectie
Het Mannlicher M95 geweer deed tussen 1895 en 1940 dienst bij het Nederlandse
leger. Logisch dus dat de krijgsmacht het bijbehorende onderhoudsmaterieel groot
insloeg. Met deze verzameling vetdoosjes en schoonmaakonderhoudsdoosjes houdt
een militair zijn M95 nog wel enkele jaren klaar voor inspectie.
Wintertijd
Wintertenen, dat is zo’n beetje het enige najaarskwaaltje waar deze lange jas
niets aan verandert. Een eerste luitenant had aan deze khaki overjas een
eersteklas winterkloffie. Overigens puilt de collectie van het NMM uit van de
uniformen van hoge officieren. Een geschenk van een kolonel of generaal kon je
immers niet zomaar weigeren. Uniformen van soldaten en onderofficieren zijn
daarentegen juist ondervertegenwoordigd. Die werden zelden aan de militaire
musea aangeboden en verdwenen zo van de cultuurhistorische radar.
Manbag
Een leren patroontas uit de Napoleontische tijd, 1813 à 1815. Elke tas
bevatte zo’n 40 kogels, elk verpakt in een papieren omhulsel met daarin de
kruitlading. Deze ‘manbag’ is niet in ongeschonden staat: de grote leren klep en
draagband ontbreken.
Gas! Gas! Gas!
Bij het horen van ‘Gas! Gas! Gas!’ was elke man in de loopgraven op zichzelf
en zijn vingervlugheid aangewezen. Hoe vaak zou dit Duitse masker in een mix van
adrenaline en pure doodsangst zijn opgezet? Heeft de eigenaar er vrijwillig
afstand van gedaan? Adem nog maar een keertje diep in. Nu kan het gewoon.
Broederhulp
Na de Tweede Wereldoorlog leverden de Amerikanen niet alleen economische
bijstand aan het opkrabbelende West-Europa. Ook de Westerse krijgsmachten konden
rekenen op hun eigen Marshallhulp, het Mutual Defense Assistence Programme.
Tussen 1948 en 1954 spendeerde de Verenigde Staten zo’n 30 miljard dollar aan
militaire goederen (onder andere verpakt in dergelijke kisten) en de opleiding
van personeel.
Voor de heb
‘Memorabilia’, heten ze in de inventaris. Souvenirs, relatiegeschenken en
andere objecten waarover je soms alleen maar kunt verwonderen. Zoals dit
porseleinen beeldje. Volgens een opschrift stammend uit 1937. Voor de
liefhebber.
Leuk voor thuis
‘Hij nam een wijs besluit’, staat op deze gedenkplaatjes ter herinnering aan
de capitulatie. Maar hoeveel Nederlanders zullen deze plaatjes daadwerkelijk een
ereplekje in huis hebben gegeven?
Het NMM herplaatst de objecten geheel volgens de richtlijnen die in de
museumbranche gelden. Ook een eventuele afstoting verloopt volgens strikt
omschreven procedures. Zo kunnen bijvoorbeeld de oorspronkelijke schenkers hun
gedoneerde objecten weer terugvragen.
De kijkdagen voor conservatoren en collectiebeheerders van geregistreerde
musea zijn van 2 tot en met 6 november. Deze zijn niet toegankelijk voor
privéverzamelaars of handelaars. Aanmelden kan
via: herplaatsing@nmm.nl