Tekst ELNT Wouter Helders
Foto SM Gerben van Es

De naam van de missie zegt het eigenlijk al ‘Resolute Support’ of, vrij vertaald, ‘vastberaden ondersteunen’. In Mazar-e-Sharif, in het noorden van Afghanistan, is dit precies wat de 100 uitgezonden Nederlandse militairen doen. Samen met hun internationale partners helpen zij de Afghanen een professioneel en zelfredzaam veiligheidsapparaat op te zetten. 

“Wij trainen, adviseren en assisteren de Afghan National Security Forces”, vertelt kapitein Henk. Hij is één van de adviseurs voor de Afghan Uniformed Police. Met zo’n twintig jaar recherche-ervaring bij de Koninklijke Marechaussee weet hij aardig hoe de hazen lopen. Een keer of drie per week bezoekt hij één van zijn Afghaanse ‘counterparts’, veelal politiecommandanten, en spart met hen over gebeurde en geplande operaties. Wat ging er goed en wat kan er beter. 

Vakmensen

Op bezoek bij kolonel Asif, commandant van de lokale ‘Highway Police’, vraagt hij al snel naar een net gebeurde operatie. De door de Afghanen zelf geplande en uitgevoerde actie op het platteland, waarbij tientallen vijandelijke strijders werden gedood, was zeer geslaagd. Kolonel Asif doet de aanpak uit de doeken en Henk kan niet anders dan tevreden knikken. “Ik ben blij verrast over het niveau van de operatie. Niet alles gaat perfect, maar het worden steeds meer vakmensen.”

Het overleg vindt plaats op het kantoor van de Highway Police

Paddenstoelen

Op de weg terug van de in de stad gelegen politiepost naar het militaire kamp rijdt het konvooi door het centrum van Mazar-e-Sharif. Het is rustig op straat en relatief schoon. Er staan opvallend veel hijskranen en steigers. De semi-luxe appartementenblokken schieten als paddenstoelen uit de grond. Henk: “Er wordt hier volop gebouwd. Duidelijk een teken dat de mensen er weer in beginnen te geloven. Ze zijn oorlogsmoe.”   

Mannen van de Force Protection zorgen voor veilig transport en waarborgen de beveiliging ter plaatse

Verkeerd beeld

Het is een positief signaal in een land dat toch vooral negatief in het nieuws komt. Maar ook diplomaat Ronald Sonnemans (Ministerie van Buitenlandse Zaken), die al een jaar in het gebied woont en werkt, ziet veel lichtpuntjes. “Mensen (Westerse, red.) hebben nog steeds het beeld van het Afghanistan onder de Taliban op hun netvlies. Maar in de 14 jaar dat we hier zijn is er wel degelijk veel veranderd. De geletterdheid gaat met sprongen vooruit en meer dan ooit hebben vrouwen toegang tot onderwijs en gezondheidszorg.” 

Ook de veiligheidssituatie is lang niet zo slecht als ze vaak wordt voorgesteld. Sonnemans: “Op het platteland zijn veel gebieden in handen van de vijand, maar het afgelopen jaar is, behalve onlangs Kunduz, geen enkele provinciehoofdstad (tijdelijk, red.) gevallen. De Afghan National Defense en Security Forces (ANDSF) staan weliswaar onder druk, maar krijgen steeds meer grip op de situatie. Ze zijn zeker niet verslagen. Sterker nog. De opstandelingen hebben geen enkele overwinning kunnen bestendigen. Ook nu wordt de Taliban weer verdreven uit de stad. Resolute Support heeft ook tijdens de strijd om Kunduz de ANDSF middels training, advisering en assistentie bijgestaan. Nederland leverde hiervoor Force Protection.”

Tijdens het transport van en naar locaties is het zaak de ogen goed open te houden en alert te zijn op eventuele dreigingen

Social media

Op lange termijn vindt de grootste strijd niet in de straten plaats, maar in de hoofden en harten van de bevolking. Ook in Afghanistan, met zijn tegenwoordig relatief goede en goedkope internet, zorgen social media voor het verbrokkelen van maatschappelijke barrières. Sonnemans: “De jeugd is steeds hoger opgeleid en heeft vaak een smartphone. Ze weten wat er te koop is in de wereld en willen een goed en veilig leven. Ik heb goede hoop dat zodra deze generatie aan de macht komt Afghanistan een enorme sprong kan maken. Tot die tijd moeten we hen met ontwikkelingswerk en advies vastberaden blijven ondersteunen.”   

De groep internationale adviseurs overlegt wekelijks een aantal keer om de voortgang te bespreken en ' intell' uit te wisselen
Kapitein Nieck is verantwoordelijk voor het (voorbarig) inrichten van een redeployment area

Ondergeschoven kindje

Het is vaak het ondergeschoven kindje tijdens missies: de logistiek. Kapitein Nieck, commandant van het National Support Element (NSE) op Mazer-e-Sharif (MeS), legt uit waarom dit niet terecht is.

“De Maslow-piramide spreekt voor zich”, begint de kapitein. “Om goed te kunnen functioneren heeft iedereen een dak boven zijn hoofd, voedsel, stromend water, enzovoort nodig. Wij zorgen ervoor dat al die zaken er zijn en blijven.” Het is een cliché, maar zonder de logistieke ondersteuning van de mannen en vrouwen van het NSE zou Resolute Support niet kunnen plaatsvinden. Door hun werk achter de schermen beschikken de medici over stroom, de mannen van de Force Protection over voertuigen en wapens en kunnen de adviseurs zonder problemen de poort uit. 

Nieck: “Toegegeven, veel van de infrastructuur hier lag er al toen we aankwamen. Dat was dus vooral een kwestie van overnemen. Toch hebben we nog een flinke klus alles draaiende te houden.” De kapitein doelt op de langzame leegstroom van Kamp Marmal. Waren hier aan het einde van de ISAF-periode nog zo’n 2800 militairen gelegerd, nu zijn het er nog maar 1200. “Er zijn steeds minder voorraden en reservedelen voor handen. Het is dus veel samenwerken met andere landen. Zo hebben we laatst met behulp van een Belgische monteur en hun onderdelen een airco moeten repareren.”  

Los van instandhouding wordt bekeken of de missie verlengd wordt en zo ja in welke vorm dat plaatsvindt. “Ik ben nu al volop bezig om ervoor te zorgen dat mijn opvolgers een eventuele terugtrekking of verlenging kunnen waarmaken,” aldus Nieck, “we bereiden een redeployment area voor, plannen containers in, denken na over legering tijdens en de afbraak en sturen dingen terug die we zeker niet meer nodig hebben.”