Nederlanders zijn begonnen met missie Resolute Support
Nederlandse militairen doen sinds 1 januari mee aan de nieuwe NAVO-missie in Afghanistan: Resolute Support. Die missie helpt de Afghaanse veiligheidsdiensten een jaar lang bij de laatste stap naar zelfstandigheid.
De Nederlanders opereren voornamelijk vanaf Camp Marmal in het noordelijke Mazar-e-Sharif. Dat was tot vorig jaar de thuisbasis van de Nederlandse F-16’s die werden ingezet voor de ISAF-missie. Nu zijn daar 10 adviseurs geplaatst, onder de regionale missievlag van het Duits geleide Train Advise and Assist Command North (TAAC-N). De militaire adviseurs begeleiden daar de Afghanen bij hun operationele inzet. Zij worden ondersteund door een Nederlandse medische taakgroep en trainings- en bevoorradingseenheid (zie infographic).
Laatste fase
“Als we kijken naar onze geschiedenis in Afghanistan, zijn we nu in de laatste fase van onze hulp beland”, weet kolonel Jan Verhulst, Senior National Representative van de Nederlandse militairen in Afghanistan. “We zijn ooit begonnen met voor ze te vechten, daarna hebben we samen met ze gevochten en nog later hebben we ze geleerd hoe ze zelfstandig moeten vechten. In deze laatste fase laten we ze zelf hun werk doen en geven wij advies. Dus we staan niet meer schouder aan schouder met ze, maar kijken over hun schouders mee.”
Op eigen benen
Dat gebeurt ook niet meer op straat en in het veld, met de enkele agent en militair, maar met name met de leiding op de hoofdkwartieren van de Afghan National Security Forces (ANSF).
Verhulst: “We trainen en adviseren ze op alle mogelijke gebieden, zoals planning, inzet, personeel, onderhoud, IT en administratie. Deze missie duurt 1 jaar, het doel is dat ze daarna echt op eigen benen kunnen staan.”
Naadloos
Het einde van ISAF (eind december) en het begin van Resolute Support (1 januari) liepen naadloos in elkaar over. Ook voor de Nederlanders in Mazar-e-Sharif – kolonel Verhulst zit al sinds september in Noord-Afghanistan.
Verhulst: “De missies liepen vloeiend in elkaar over. Ook praktisch, want we gebruiken dezelfde compound en dezelfde faciliteiten op het kamp. We hebben in de opleiding van de Afghaanse veiligheidsdiensten de weg naar boven gevonden. We gaan ze het komende jaar zeker weer verder helpen. Het gaat niet altijd even snel als we in Nederland gewend zijn, maar ze blijven stapjes vooruit maken.”
