Tekst Ingmar Kooman
Foto Bart Nijs Fotografie
Defensiemedewerkers heb je letterlijk en figuurlijk in alle soorten en maten. Een ding hebben ze gemeen. Ze leveren een bijdrage aan de vrede, vrijheid en veiligheid - van, voor en in Nederland.
In deze rubriek vertelt tweewekelijks een militair of burgermedewerker van Defensie aan de hand van vier korte deelvragen over zijn of haar taak. En geeft antwoord op de vraag: wat heb jij vandaag voor Nederland gedaan?
Kapitein Eric van Osch (50) uit Gemert, stafofficier bij het European Air Transport Command (EATC) op vliegbasis Eindhoven.
“De naam zegt het al: het European Air Transport Command, afgekort EATC, is een Europees samenwerkingsverband voor militaire luchttransportmiddelen. Het EATC coördineert de inzet van transport- en tankertoestellen van 5 lidstaten: België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland. Uit die internationale poule van vliegtuigen zoeken we bij elke opdracht het juiste toestel.
Wanneer verschillende landen zo nauw samenwerken, pas je daar ook de regelgeving op aan. Zoals de werk- en rusttijdenregeling van de vliegende bemanning. Dat is namelijk de basis van de vliegtuigplanning. Elk land had daarin zijn eigen regels. Maar dat werkt natuurlijk niet als je internationaal samenwerkt.
Ook houd ik me bezig met de vergroting van de kennis op het gebied van air-to-air-refueling, het bijtanken van vliegtuigen in de lucht. Op papier zijn de procedures hetzelfde, maar je moet die samenwerking vooral in de praktijk goed op elkaar afstemmen. Dat doen we het liefst in realistische scenario’s, zoals laatst tijdens de jachtvliegoefening Frisian Flag.”
Vanaf vliegbasis Eindhoven sturen kapitein Van Osch en zijn collega’s bijna 150 vliegtuigen aan, van wel 16 verschillende typen. “In het begin keken sommige landen de kat uit de boom. Stilaan zien ze in dat het EATC-concept veel efficiënter is. In de missiegebieden staan onze toestellen regelmatig naast elkaar. In plaats van leeg of half vol te vliegen, kun je beter kijken of je de transportbehoeftes kunt combineren. Een Nederlands C-130 Hercules transporttoestel vliegt dan bijvoorbeeld behalve met een Nederlandse lading ook met Duitse goederen. Of een combinatie van goederen en passagiers.”
“Het aantal vliegmachines wordt binnen Europa steeds nijpender. De defensiebudgetten dalen, maar het aantal operaties niet. Door transport- en tankercapaciteit te delen, kunnen we toch en tegen lagere kosten aan de grote vraag voldoen.
Door de regelgeving gelijk te trekken, kunnen we dit werk bovendien veiliger uitvoeren. Ik ben ook parttime flight engineer op de KDC-10 transportvliegtuigen. Als ik het hier slecht regel, krijg ik er direct mee te maken. De uniforme werk- en rusttijdenregeling beschermt de crews tegen de ‘can do’-mentaliteit van commandanten en van zichzelf. Uiteindelijk gaat het erom dat we militairen veilig van A naar B vervoeren.”
Bij de Libië-missie bleek maar weer hoe complex tankeroperaties zijn. Verschillende landen, verschillende tankers, verschillende jachtvliegtuigen, vliegende bemanningen en planners. Die operatie liet zien hoe belangrijk het is dat je in vredestijd je huiswerk doet.”