07

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 10

Van bewoonbaar naar werkbaar

Tekst kapitein Marlous de Ridder
Foto sergeant Sjoerd Hilckmann

Opbouw kamp Mali niet zonder slag of stoot

Het Nederlandse kamp Castor in Mali begint steeds meer vorm te krijgen. Vorige week rondde het Deployment Element de monsterklus af. De basisvoorzieningen voor de 450-koppige hoofdmacht zijn er, maar klaar is de base allerminst. Het Joint Support Detachement (JSD) zet het werk van de genisten voort en gaat bouwen aan een permanent kamp met beschermende containers en een platform voor heli’s.

film

“Het kamp ziet er beter uit dan wij ooit voor mogelijk hielden. Jullie hebben logistieke wonderen verricht.” Commandant JSD, luitenant-kolonel Nicole de Wolf, was tijdens de commando-overdracht vol lof over het werk van het vertrekkende Deployment Element. Deze opbouwers moesten in 4 maanden tijd letterlijk van niets iets maken. Hoewel het resultaat er is en de Nederlandse militairen kunnen rekenen op de broodnodige voorzieningen en infrastructuur, zijn er bij commandant JSD ook zorgen. Om de aggregaten die nog moeten komen en de kranen en heftrucks om containers te lossen. “Met de capaciteit die ik nu heb, kan ik nog niet alle werklocaties van stroom voorzien”, zegt De Wolf. En het blijft oppassen geblazen met het watergebruik. Daarom geldt er een strak doucheregime van enkele minuten per dag. En dat is in de snikhete Malinese zon geen luxe.

x
Luitenant-kolonel Nicole de Wolf.

Achter de schermen

De eenheden die deze maand zijn binnengestroomd, staan te trappelen om aan de slag te gaan. Tegelijkertijd is het nog wachten op essentiële onderdelen en legt de luchtmacht de laatste hand aan 2 zogeheten clam shelters om het onderhoudspersoneel van de Apaches-gevechtshelikopters straks een koele plek te bieden. Het echte werk van de Nederlanders; het uitvoeren van verkenningen en het verzamelen van inlichtingen start naar verwachting eind van de maand. Volgens De Wolf betekent dit niet dat er niets gebeurt. “De focus ligt nu op relatieopbouw.” Veel speelt zich daarom af achter de schermen, zoals contact leggen met andere MINUSMA-eenheden, het sector hoofdkwartier in Gao en situational awareness opdoen in de stad. 

Een ding is duidelijk; de eerste lichting Mali-gangers komt allerminst in een gespreid bedje en moet veel improviseren. “Voorlopig zijn dit de omstandigheden. En die zijn primitief”, zegt De Wolf nuchter. “Kamp Castor in deze opzet is een tijdelijke oplossing. Het is bewoonbaar, maar ik wil het werkbaar maken.”

Zien hoe de Nederlandse militairen in Mali leven? Bekijk het beeldverslag.

Sinds 2 mei valt kamp Castor onder verantwoordelijkheid van luitenant-kolonel Nicole de Wolf. Zij is nu als Senior National Representative het Nederlandse aanspreekpunt in het gebied. Vertrekkend commandant Deployment Element, luitenant-kolonel Marc Huiskes, prees de volharding van zijn eenheid. “Ik kan wel stellen dat we weinig geluk hadden de eerste periode. Maar jullie bleven optimistisch en dachten in oplossingen.”

Om het goede werk van de opbouwers niet te vergeten, werd na afloop een ‘monument’ onthuld dat bij de ingang van Castor komt te staan. Ook kregen de genisten luid applaus van de eerste bewoners.

Kamp Castor heeft een eigen Role 1. In deze hulppost werken een arts en een algemeen militair verpleegkundige (AMV’er). Voor uitgebreide medische zorg en een tandarts zijn de Nederlanders aangewezen op de Fransen die in Mali deelnemen aan de operatie Serval.

De ‘natte groep’ is niet meer dan een wasbak en een mariniersdouche. Omdat water schaars is in de woestijn geldt een strak doucheregime.

Na maanden van gevechtsrantsoenen eten, zorgt cateraar Supreme nu tweemaal daags voor een warme maaltijd. Bij hoge temperaturen is goed eten van groot belang.

Castor beschikt straks over 2 zogeheten ‘clam shelters’. Deze overkapping biedt het onderhoudspersoneel van de Apaches-gevechtshelikopters een koele werkplek.

Op het kamp wordt nog volop gebouwd. Nederland huurt hiervoor lokale aannemers in.

Niets leuker dan een kaart of pakketje van het thuisfront. Wekelijks vliegt de luchtmacht de post het missiegebied in en uit.

Ter voorbereiding op hun taak, het uitvoeren van lange afstandsverkenningen, schieten commando’s in Gao alvast hun persoonlijk wapen en de boordwapens in. Onze elitesoldaten vormen de ‘boots on the ground’.