Tekst Evert Brouwer
Foto Sergeant Ruud Mol

Marinier spreekt na 74 jaar over meidagen 1940

kogels-1

Hij sprak opeens weer over de Meidagen 1940 tegen een attente maatschappelijk werkster. Willem ‘Bill’ Ramakers was 17 jaar toen de Duitse inval plaats had op 10 mei 1940. Hij en zijn maten, net in opleiding, werden meteen ingezet bij de dappere strijd om de Maasbruggen in Rotterdam. Na 74 jaar blikt de bijna 92-jarige Nederlandse Canadees vanuit zijn woonplaats London (Ontario) terug. 

Hoe heeft u die meidagen van 1940 beleefd op zo’n jonge leeftijd?

“We hadden één keer met onze geweren geschoten. Mijn groep was net gewend aan de discipline van het Korps Mariniers toen we in plaats van het ochtendreveil Duitse duikbommenwerpers als wekker kregen. Het eerste dat ik me herinner zijn de sirenes en laag overkomende vliegtuigen om 5 uur in de ochtend. We zijn meteen naar buiten gerend. In plaats van ontbijt kregen we kogels uitgereikt.”

U moest dus meteen in actie komen?

“Ja, we zijn direct ingezet bij de Maasbruggen. Dat was heel gek, want we hadden pas geleerd om netjes te marcheren, maar nu moesten we hals over kop naar de bruggen. Vanuit het Witte Huis bestookten we de Duitsers op de andere oever. Je staat bol van de adrenaline. Daarom heb ik die meidagen ook helemaal niet geslapen. Ik heb die dag heel wat kogels verschoten, maar heb echt geen idee of ik iemand heb geraakt. Daarvoor was de afstand te groot. Je schoot gewoon op alles dat bewoog aan de andere kant.”

kogels-2

Hoe was het met de informatie in het begin van de oorlog? De generatie-nu kan zich niets meer voorstellen zonder telefoon of tablet.

“Als je niet aan het schieten was, liep je patrouille door de stad. Er waren berichten dat er Duitsers onder de bevolking waren die de vijand ondersteunden. Dat leidde tot veel nervositeit. De berichtgeving was of niet aanwezig of verwarrend. Je kon maar beter op je eigen gevoel af gaan.”

De mariniers hebben zich dapper verzet, maar het mocht niet baten. Zit u dat dwars?

“Het bombardement van het centrum van Rotterdam hebben wij niet meer meegekregen. We hadden ons toen elders verzameld, de kazerne lag te veel onder vuur. Ik heb na de overgave een formulier moeten ondertekenen dat ik niet in verzet zou komen tegen de Duitsers. Eerst wilde ik dat niet, maar onze luitenant zei dat ik het wel moest doen. Dan kwam je namelijk vrij en het had volgens hem verder geen enkele betekenis.”

Hoe komt het dat u nu pas contact hebt opgenomen met het Korps?

“Sinds het overlijden van mijn vrouw heb ik gesprekken met de maatschappelijk werkster hier in het tehuis. Zij vond dat ik het ministerie van Defensie moest benaderen met mijn verhaal. In Canada leeft de periode van de bevrijding van West-Europa enorm. Ze vond het belangrijk dat mijn verhaal ook in Nederland bekend zou worden. Het was bovendien altijd mijn grote wens om nog een keer naar Nederland en vooral Rotterdam te gaan.”

De belevenissen van Willem Ramakers zijn niet onopgemerkt gebleven. Inmiddels is zijn levensverhaal zowel schriftelijk als op video vastgelegd. Ook minister Jeanine Hennis-Plasschaert besteedt in haar maandelijkse weblog aandacht aan deze veteraan. Op Veteranendag, 28 juni, is hij eregast van ‘zijn’ Korps Mariniers.