Tekst Jack Oosthoek
Foto SM Hilbert Buter en Mediacentrum Defensie

‘We hebben veel ideeën, maar weinig tijd’

Een mijlpaal die niet voor elke vereniging is weggelegd, laat staan voor elk mens: 75 jaar. De Marine Onderofficieren Club (MOOC) haalde het moeiteloos en hoopt op veel meer. Het jubileum wordt op 20 maart gevierd met een receptie in de sociëteit aan de Spoorstraat in Den Helder en met een feest op 17 mei in de Dukdalf in de marinestad. Voorzitter adjudant ODND René Heeringa en penningmeester luitenant ter zee 2 VK b.d. (ooit onderofficier LDA) Hans van Rooijen laten hun licht over de jubilaris schijnen en benoemen wat die nodig heeft: verjonging.

Historische foto van het voormalige Algemeen Militair Tehuis in Den Helder.
Historische foto van het voormalige Algemeen Militair Tehuis in Den Helder, waarin de MOOC sinds jaar en dag is gevestigd.

‘De toenmalige marineleiding vond de nieuwe MOOC prima’

Erkenning voor onderofficieren. Ze bij elkaar brengen in het marinebolwerk Den Helder. Een plek creëren voor een gezellig samenzijn en om te vergaderen. Saamhorigheid. Een greep uit de argumenten van bootsman A.C. Hoes om 75 jaar terug in Huys Tydverdryf in Den Helder de Marine Onderofficieren Club op te richten.

Elke onderofficier kon zich aanmelden en betaalde contributie. Later werd dit afgeschaft en werd je automatisch lid van de MOOC. “In een tijd waarin hiërarchie veel meer dan nu hoogtij vierde, wilde Hoes de onderofficieren op één lijn brengen”, vertelt Heeringa. “Kennelijk bestond daar inderdaad behoefte aan, het ledenaantal steeg althans snel. Ook de toenmalige marineleiding vond het allemaal prima. De MOOC kreeg veel steun.”

Sinds de jaren 80 huist de MOOC in het voormalige Algemeen Militair Tehuis aan de Spoorstraat in het Helderse centrum, een winkelpromenade. “Voor een locatie op ‘de wal’ is gekozen om zo een andere sfeer te creëren dan bijvoorbeeld op een schip of een locatie op het marineterrein, waar het vaak wat drukker is dan in de MOOC”, legt Van Rooijen uit.

Overzicht van het bassin van de Nieuwe Haven.
Er is ooit voor gekozen om de MOOC te verplaatsen naar het centrum; doorgaans rustiger dan op het marineterrein.

Aan happenings geen gebrek

Feesten, recepties – vanwege bijvoorbeeld een Functioneel Leeftijd Ontslag –, biljarten, sjoelen, dansen. Een Indische dansavond ‘met’, een kaas- of wijnavond, een bierproeverij. Aan happenings geen gebrek in de MOOC. “We bieden voor elk wat wils. Ooit honoreerden we een trouwverzoek van een echtpaar waarvan de vrouw nog maar kort te leven had. Een indrukwekkende bijeenkomst, evenals die voor een uitvaart. Verder wordt hier elke eerste vrijdag van de maand een Veteranencafé voor oudgedienden uit de regio gehouden. Kunnen ze gezellig bijpraten. Nee, van bijvoorbeeld een Champions League-avond is het nog niet gekomen. We hebben veel ideeën, maar het ontbreekt ons vaak aan tijd om ze uit te voeren. Gelukkig krijgen we veel hulp vanuit ons netwerk”, aldus Van Rooijen en Heeringa.

Marcherende veteranen met vaandel.
In de MOOC worden soms ook bijeenkomsten voor veteranen uit de regio gehouden.

‘De heren kwamen vaak in het nette pak, hun echtgenotes in het lang’

Vergane glorie

De constant opborrelende nieuwe ideeën kunnen niet voorkomen dat de belangstelling voor de momenteel circa 3.500 leden tellende MOOC lijkt af te kalven, verzucht Van Rooijen. Reden volgens de penningmeester: het drukke leven dat mensen tegenwoordig leiden en het feit dat militairen hun vrije tijd tegenwoordig anders besteden dan vroeger. “De MOOC werd in het verleden drukker bezocht dan nu. De heren kwamen vaak in het nette pak, hun echtgenotes in het ‘lang’. Dat is intussen vergane glorie. Kom je tegenwoordig in spijkerbroek met t-shirt? Dan is dat natuurlijk helemaal prima. Tijden veranderen nu eenmaal.”

‘De MOOC werd in het verleden drukker bezocht dan nu’

Het valt Van Rooijen en Heeringa vooral op dat de jonge(re) garde onderofficieren de weg naar de MOOC minder makkelijk lijkt te vinden. ”Zij verblijven kennelijk liever op het haventerrein, bijvoorbeeld in recreatiecentrum Witte Raaf. Op zich begrijpelijk; hun kamer met bed is in de nabijheid. Een stukje gemak dus. Anderzijds is de jonge onderofficier zich er kennelijk onvoldoende van bewust dat ze in de MOOC in een rustige atmosfeer bijeen kunnen komen. Zonder gepraat om je heen zoals op een schip. Je bent hier met je ranggenoten onder elkaar. We denken na over een manier om jonge onderofficieren vaker naar de Spoorstraat te krijgen.”

AOOODND René Heeringa en LTZ 2 LDA buiten dienst Hans van Rooijen.
De belangstelling voor de MOOC lijkt terug te lopen, constateren AOOODND René Heeringa en LTZ 2 LDA b.d. Van Rooijen. Wat hen betreft is het voor onderofficieren nog steeds ‘the place to be’.

‘Je bent hier met je ranggenoten onder elkaar’

Minder behoefte

Volgens voorzitter Heeringa is de belangstelling ook teruggelopen doordat de marine simpelweg kleiner is geworden door de bezuinigingen van de afgelopen decennia. Kortom: er is gewoon minder personeel dan vroeger. Een rol speelt volgens hem ook dat mensen vandaag de dag minder behoefte aan een eigen club lijken te hebben. “Hoe we het tij kunnen keren? Wie ideeën heeft, mag zich melden. Voorop staat dat we de MOOC vanwege het unieke karakter ervan gráág behouden. Elke onderofficier is welkom, ook van een ander krijgsmachtdeel. De marine is de enige met een eigen club voor officieren én voor onderofficieren.”

‘Wie ideeën heeft, mag zich melden’

'Haal er veel energie uit'

Adjudant ODND René Heeringa is sinds 25 januari voorzitter van de MOOC, een functie die hij combineert met zijn vaste baan van krijgsmachtdeeladjudant. Beide jobs zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Heeringa: “Aangezien het voorzitterschap vast zit aan mijn dagelijkse functie, had ik geen keus. Dat neemt niet weg dat dit mooi werk is: ik kan iets voor de onderofficieren én de MOOC betekenen. Ik haal er veel energie uit.”

portret van LTZ 2 LDA b.d. Hans van Rooijen.

‘Heb me er als het ware laten intrekken’

Toen luitenant ter zee 2 VK b.d., tevens oud-onderofficier LDA, Hans van Rooijen in 1996 werd gevraagd om penningmeester te worden, hield hij de boot in eerste instantie af. De intussen 81-jarige bekleedde toen al zoveel vrijwilligersfuncties. “Toen ze me bléven vragen heb ik me er als het ware laten ‘intrekken’. Ik was ook best enthousiast om penningmeester te worden, omdat ik de MOOC in mijn actieve militaire loopbaan altijd trouw bezocht.”