Tekst KAP Djenna Perreijn
Foto Stefano Tull en KPL Hilbert Buter I video: SMJRBDAV Robbert Harteveld

Korps Mariniers terug in Suriname

Na 12 jaar streek het Korps Mariniers weer neer in Suriname voor een snoeiharde jungletraining. De afgelopen weken gingen ze ‘back to basics’ om te (over)leven en te leren verplaatsen en vechten in het oerwoud. “De jungle maakt je een betere militair.”

Vol gas scheuren 6 Fast Support Crafts (FSC) over de Surinaamse Saramaccarivier. Tot de waarschuwing ‘Contact right!' van de bestuurder van de eerste boot het geluid van de ronkende motoren overstemt. Hij remt en zijn opstappers lanceren op zijn bevel een salvo patronen richting het witte doel in de groene rivierzijde. De vuurmonden zijn een kort moment stil. Kruitdampen stijgen op boven het bruine wateroppervlak als collega-infanteristen in een achterliggende boot het vuren overnemen en het doel verder doorzeven.

"Dat korte, stille moment duurt te lang", stelt de instructeur achteraf, tijdens een tussentijdse evaluatie. “We willen dat jullie elkaar naadloos kunnen overnemen." Wel zijn er complimenten voor de veilige manier van werken met de boordwapens. De schutters zijn weliswaar ervaren op de MAG-mitrailleur, maar de meesten opereerden nog nooit vanaf het water. “Riverine is dynamischer dan welk optreden ook. Je vaart dicht op elkaar, dus je moet ervoor waken dat je niet in het kielzog van een ander vaartuig wordt gezogen.”

Check de clip (en lees hieronder verder)!

De jungletraining begint met lessen (over)leven. (Lokale) jungle-experts leren de militairen eetbare vruchten vinden, giftige slangen herkennen en valstrikken zetten voor dieren.

Onmisbaar

Manoeuvreren op een rivier is 1; daar ook kunnen vechten is 2. “Jonge mariniers aan het roer hebben een flinke verantwoordelijkheid om iedereen aan te sturen”, vertelt sergeant van de mariniers Remco Nijholt, sectiecommandant bij de Surface Assault and Training Group (SATG). “Zij zijn in de lead op hun vaartuig en weten wat er verlangd wordt. Ze moeten spot on werken, om alle contact drills luid en duidelijk over te brengen.”

Optreden met de FSC’s scheelt een hoop moeizame verplaatsingen te voet door de wildernis, maar de bootjes zijn veel méér dan een handig vervoersmiddel. “Ze zijn een onmisbare schakel in het jungle-optreden”, stelt Nijholt. “We zetten er grondtroepen mee aan wal en ondersteunen daarna vanaf het water. Door waar te nemen in het voorterrein en vanaf het water vuursteun te leveren met zware wapens.”

Upgrade

De Fast Support Crafts kregen voor de jungletraining een flinke upgrade. 3 MAG’s sieren de vuurposities nu. De nieuwe ingebouwde radio’s met GPS-systeem zorgen voor een betere situational awereness. “Daarmee tracken we eigen eenheden om snel bij ze te kunnen zijn, als er bijvoorbeeld een noodevacuatie via het water nodig is”, aldus sectiecommandant Nijholt.

De extreme omstandigheden zorgden in de jungletraining voor enkele repatriëringen. De geneeskundige collega's zagen blessures door glijpartijen in de modder, maar ook een opgezet onderbeen door een (niet-giftige) slangenbeet.

Omhoog vechten

Dat kunstje laten de mariniers enkele dagen later zien als ze op 4 plekken luchtmobiele infanteriecollega’s, derdelijns omgehangen, afzetten op de oever met wilde bosschages. De moddergrond loopt steil omhoog en is na een forse tropische regenbui spekglad. Het vereist opperste concentratie om zonder valpartijen boven te komen, waar de oefenvijand hen opwacht in kleine bunkers. Een intensief vuurgevecht volgt. 2 FSC’s ondersteunen hen vanaf het water door langzaam mee te bewegen en vuursteun te leveren. “De linkman heeft dus een belangrijke functie om contact te houden, zo voorkomen we blue on blue, vuur op eigen troepen”, weet sergeant Gijs, eventmanager van het Riverine-optreden.

De infanteristen moeten rekeninghouden met meer gevaren in de rimboe. Zware takken kunnen naar beneden vallen (deadfall) en bastard trees laten lange dorens achter in de huid. Het oerwoud is bovendien zo dichtbegroeid, dat het zicht soms maar enkele meters reikt en een vijand plotseling kan opdoemen. “Navigeren is hier heel lastig”, weet Gijs. "De jungle in Belize, waar we de afgelopen jaren veel ervaring opdeden, kent meer hoogtemeters die je als referentiepunten kunt gebruiken.”

De groep instructeurs is gemixt en bestaat uit collega's van 11 Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers.
SMJRMARNALG Gijs, jungle-instructeur en eventmanager van het ‘Riverine’-optreden.

Nat pak

Gijs verzorgde als jungle-instructeur al vaker trainingen in tropische bossen. “De omstandigheden zijn zo extreem; als je hier kunt optreden, kun je het overal. Dat begint bij de drills voor de enkele pax, zoals het wet suit/dry suit-principe. ’s Avonds trek je een droog pak aan voor je je hangmat ingaat, zodat je kunt herstellen. Je uniform droogt amper, dus ’s ochtends trek je weer je natte goed aan. Ook als je niet op tijd eet of drinkt kom je jezelf snel tegen. Tijdens een oefening binnen Europa kom je misschien weg met een keertje overslaan, maar hier word je keihard afgestraft. Zulke lessen maken je een betere militair.”

Samenwerken

De mariniers werken deze oefening niet alleen samen met Surinamers; de instructiegroep is gemengd met collega’s van 11 Luchtmobiele Brigade. “Die samenwerking verloopt heel prettig. Er zitten veel raakvlakken in het ontplooien vanuit de helikopter en een boot. In Afghanistan hebben we al vaak samen opgetreden; we hebben elkaar nodig”, vertelt jungle-instructeur Gijs.

Waar in Nederland nog weleens een munitietekort is, ontbreekt het de infanteristen bij de jungletraining niet aan scherpe patronen.

Voor herhaling vatbaar

Na 12 weken is Gijs meer dan tevreden over het weerzien met de Surinaamse jungle. “De leercurve was heel steil, ze kregen dan ook veel informatie in korte tijd. Maar wel in een veilige omgeving, waar je nog fouten mag maken.”

Deze zomer wordt besloten of de jungletraining volgend jaar opnieuw in Suriname plaatsvindt. Er zijn politieke belangen, maar natuurlijk hebben de eenheden zo ook hun wensen. Nu kijken het Korps Mariniers en 11 Luchtmobiele Brigade vooral terug op een geslaagde oefening. "We hebben er bíjna alles uit kunnen halen", stelt majoor (KL) Rein Nieuwland, leider der oefening.

Een kanttekening: aan de ingehuurde helikopter die gereed stond voor medische evacuaties, ontbrak een lier. "We konden dus niet heel diep de jungle in, omdat we eventuele gewonden niet snel per heli zouden kunnen hoisten”, verklaart de majoor. “Hierdoor moesten we de eindoefening schrappen en krijgen de instructeurs dan ook slechts een bewijs van deelname, in plaats van een certificaat. En dat terwijl we krap zitten in het aantal collega's die jungle warfare-opgeleid zijn."

De rol van oefenvijand nemen collega’s van het Surinaamse Nationale Leger op zich.

Desondanks zijn ook veel positieve punten te benoemen, benadrukt Nieuwland. "Er is een groot cultuurverschil met Suriname, maar dat we dezelfde taal spreken maakt zaken doen een stuk eenvoudiger dan in andere landen. De mensen zijn gastvrij en welwillend; we merken dat ze blij zijn met onze aanwezigheid. Al is het maar omdat criminaliteit als illegale houtkap en goudwinning in de regio afneemt, omdat er zoveel uniformen in de buurt zijn. Zuid-Amerika is een werelddeel waar altijd veel gebeurt, het is niet ondenkbaar dat we op een dag in deze regio opereren voor echte inzet."

Samen met Suriname

Tot 2010 oefenden Nederlandse militairen regelmatig in het Surinaamse oerwoud, begeleid door het Surinaamse Nationale Leger. Vorig jaar ondertekende voormalig defensieminister Ank Bijleveld een intentieverklaring met haar Surinaamse collega om weer militair samen te werken. Met de jungletraining wordt daar direct uitvoering aan gegeven en in de toekomst willen de landen samenwerken bij het opleiden van het Surinaamse militaire kader.