Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Mediacentrum Defensie
Groepscommandanten over impact op Commando Zeestrijdkrachten
Investeringen, vernieuwingen en onderhoud zijn nodig voor de krijgsmacht van de toekomst. ‘Een sterker Nederland, een veiliger Europa’, dat is de titel van de Defensienota 2022 die Defensieminister Kajsa Ollongren en staatssecretaris Christophe van der Maat onlangs naar de Tweede Kamer stuurden. Ook investeren in een krachtige NAVO en Europese Unie komen in de nota aan bod, net als het beschermen van onze vrijheid, veiligheid en welvaart. Wat betekent dit alles voor het Commando Zeestrijdkrachten? De 4 Groepscommandanten (GC) reageren.
‘Met nieuwe middelen en methoden veiligheid garanderen’
Kapitein ter zee Frank Lenssen – GC Groot Boven Watereenheden
“Na jaren van krimp ben ik blij te zien dat Defensie zich mag gaan verbeteren en versterken. De geopolitieke situatie geeft hier onomstotelijk aanleiding toe, met de oorlog in Oekraïne als tastbaar bewijs. De Defensienota geeft duidelijk richting aan de transitie die we moeten doormaken om nu en in de toekomst een solide bijdrage te kunnen leveren aan de bescherming van de Nederlandse belangen en die van onze partners. Wij doen dat door het genereren van gevechtskracht op en vanuit zee.”
“Het meest verheugd ben ik dat er als eerste wordt gewerkt aan de inkomenspositie van ons personeel en dan vooral die van onze jongere collega’s. Het zijn onze mensen die de transitie moeten uitvoeren en garant staan voor het leveren van hoogstaande gevechtskracht. De nota heeft grote invloed op de groep Grote Boven Watereenheden (GBW). In de komende 10 tot 15 jaar worden bijna alle bestaande schepen vervangen en komen er nieuwe bij. Nieuwe technieken, zoals een nieuw torpedo-defensiesysteem, doen naast nieuwe capaciteiten, zoals Maritime Strike-wapens, hun intrede.”
“De moderne dreiging dwingt ons met nieuwe middelen en methoden de veiligheid te garanderen. Het gaat dus niet alleen om nieuwe spullen. Ook onze werkwijze moeten we aanpassen en dat met dezelfde hoeveelheid ‘handjes’. De bedrijfsvoering op de GBW-eenheden, maar zeker ook de ondersteuning vanaf de wal, zal aangepast moeten worden. Dat gaan we al merken met de komst van het Combat Support Ship ‘Den Helder’ in 2024, gevolgd door het Anti-Submarine Warfare Frigate (ASWF) vanaf 2028. Niet lang daarna volgen de nieuwe Above Water Warfare Frigates (AWWF) en de nieuw te ontwikkelen amfibische Landing Platform Carriers (LPX).”
“De veranderingen en vernieuwingen vinden plaats terwijl we gewoon dagelijks gevechtskracht moeten leveren om onze veiligheid te blijven garanderen. Samenwerken, binnen de groep GBW, met andere defensieonderdelen, industrie, kennisinstituten en internationale partners, zal daarbij centraal staan. Een grote uitdaging voor ons allemaal, waarin ieders inzet waardevol is.”
'Werk nog professioneler en met nog meer plezier uitvoeren’
Kapitein ter zee Eric Toebast – GC Klein Boven Watereenheden
“De Mijnendienst (MD) had, voor wat betreft grote materiële vervangingsprogramma’s, al weinig reden tot klagen. Zowel de mijnenjagers, de Hydrografische Opnemingsvaartuigen (HOV) als de duikvaartuigen worden komende 8 jaar vervangen. Voor de duikgemeenschap wordt gewerkt aan een nieuw duikponton en een nieuwe Duikschool Thetis. De lease van de MS Geosea geeft ons nu al de mogelijkheid om te testen met ’s werelds meest innovatieve, autonome mijnenbestrijdingssystemen.”
“Deze Defensienota is een kantelpunt. Door de extra gelden wordt het nu ook mogelijk om voorop te lopen met milieuvriendelijke voortstuwing voor toekomstige hulpvaartuigen. Tevens wordt het budget voor de toekomstige mijnenbestrijdingsvaartuigen verhoogd ten behoeve van extra munitie en risicoreservering.”
“De operationele gereedheid van mijnenbestrijdings-, duik- en hydrografische capaciteit hebben voor mij als GC de hoogste prioriteit. Ook tijdens de lopende HR-transitie ‘blijft de winkel open’. Het HR-team van de MD zal de overgang gebruiken om de bemanningen gevuld te krijgen van de nieuwe Mine Counter Measures Vessels (MCMV) en HOV’s, met hun basisbemanningen en taakgespecialiseerde modules voor de hydrografie, Mine Counter Measures Module Group en Defensie Duikgroep. Als GC wil ik nog meer dan nu zicht hebben op de mensen die binnen onze Mijnendienst werken of gewerkt hebben en wil ze binden en boeien met ons belangrijke werk.”
“De samenwerking met België is voor de Mijnendienst op het gebied van onderhouden, opleiden en trainen al jaren intensief en zal steeds belangrijker worden. Ook op duikgebied groeien de landen dichter naar elkaar toe. Door interesse van Frankrijk voor ons nieuwe MCM-platform zijn er ook kansen om de samenwerking met dat land verder aan te halen.”
“De Defensienota schept hoge verwachtingen binnen een omgeving met (nog) te trage processen. Het is aan de gehele Mijnendienst om dit kantelpunt te omarmen, zodat we ons relevante werk in de toekomst nog professioneler en met nog meer plezier kunnen uitvoeren. De kiellegging van Zr.Ms. Vlissingen op 14 juni was in ieder geval het eerste tastbaar bewijs van dit kantelpunt.”
'Niet zonder reden begint Maritieme paragraaf met Vervanging Onderzeebootcapaciteit’
Kapitein ter zee Jeroen van Zanten – GC Onderzeedienst
“De titel van de Defensienota 2022 is pakkend: ‘Sterker Nederland, veiliger Europa – investeren in een krachtige NAVO en EU’. De gevolgen hiervan hebben ook ver buiten de grenzen van Europa effect. We doen het niet alleen, maar samen met de NAVO, de EU en internationale partners. Voor de Onderzeedienst is dat altijd zo geweest.”
“De nota biedt herstel na de uithollingsslag van de afgelopen decennia en een concrete uitbreiding van capaciteiten die keihard nodig zijn om slagvaardig te kunnen (blijven) optreden. Ik verwacht veel van de ophoging van budgetten om de verschillende achterstanden weg te werken. Het kost tijd om alles aan te pakken, maar ik verwacht ook op korte termijn effecten die zichtbaar zullen zijn voor onze mensen.”
“De instandhouding van de Walrusklasse-onderzeeboten en Zr.Ms. Mercuur gaat verbeteren. Dat leidt tot meer uren ‘doen waar we goed in zijn’, minder gedoe in de ondersteuning en meer focus op het operationele product. De planken worden beter gevuld en er komen mensen bij. Onderzeeboten zet je niet alleen in met een bemanning, maar ook dankzij een groot team specialisten – burgers en militairen, overheid en industrie, aan de wal en op zee.”
“Niet zonder reden begint de Maritieme paragraaf van de nota (bijlage 3) met ‘Vervanging Onderzeebootcapaciteit’. De staatssecretaris benadrukte in de Voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer al het belang van ‘sneller, met meer focus en minder bureaucratie en met een goed plan om relevant en veilig door te kunnen varen met de Walrusklasse-onderzeeboten’. Dankzij de Defensienota kunnen we daadkrachtiger doorzetten en bijvoorbeeld langeafstands- en precisiewapens vroegtijdig inbrengen in het ontwerp van de nieuwe onderzeeboten.”
“Ik vertrouw erop dat er voldoende quick wins zijn om op korte termijn zaken zichtbaar te maken en vertrouwen te herstellen. Maar lastige problemen kosten nu eenmaal meer tijd om aan te pakken. We moeten nu echter doorpakken om onze krijgsmacht op orde te brengen. Voor de Onderzeedienst zijn een solide plan voor het doorvaren van de Walrusklasse en een goed ontwerp plus een snelle keuze van een constructiewerf in het vervangingsprogramma essentieel.”
‘Met deze Defensienota beter en slagvaardiger en dat is hard nodig’
Kolonel der mariniers Rob de Wit – GC Groep Operationele Eenheden Mariniers
“De Koninklijke Marine wordt met deze Defensienota echt beter en slagvaardiger. En dat is hard nodig, want oorlog in Europa is niet meer uit te sluiten. De nota is een logisch vervolg op de Defensienota 2018 en de Defensievisie 2035. In 2018 heeft Defensie er al structureel extra geld bij gekregen, maar dit is een noodzakelijke vervolgstap om te groeien naar de 2 procentnorm van de NAVO.”
“Ik denk dat de belangrijkste winst zit in de ophoging van budgetten van lopende projecten, zodat we de juiste, hoogwaardige spullen krijgen, om ons werk goed te kunnen doen. Daarnaast worden inzetvoorraden verhoogd. Tevens krijgen we een flink aantal nieuwe capaciteiten, die al jarenlang hoog op de wensenlijst stonden, maar waar nooit budget voor was. Het belangrijkste voor de Operationele Eenheden Mariniers is dat we de route die we zijn ingeslagen met het Force Design, kunnen vervolgen. Concreet kunnen we serieus invulling gaan geven aan het Future Littoral Operational Concept 2035 (FLitOC 2035). Dat is mooi, maar ook noodzakelijk.”
“Persoonlijk verwacht ik het meest van de nieuwe inrichting van de vuursteunketen vanuit zee en aan land. Dit betreft verbetering van de huidige, organieke vuursteun op bataljonsniveau en gebruik van nieuwe capaciteiten, zoals precisie-munitie en explosieve drones. Maar de Defensienota heeft ons meer te bieden dan dat. De Netherlands Maritime Special Operations Forces (NLMARSOF) gaat uitbreiden en krijgt nieuwe capaciteiten. Verder nemen bijvoorbeeld de mogelijkheden in het cyber-domein nog toe en verbeteren we de inlichtingencapaciteit.”
“Eerlijkheid gebied te zeggen dat Defensie met het extra budget niet opeens ‘sneller’ wordt. Zaken die dit jaar al wel zichtbaar worden, zijn reeds eerder ingezet, zoals het Force Design waar eind dit jaar de eerste eenheid naar transformeert. Wat vanuit de nota al wel dit jaar zichtbaar wordt, zijn uiteraard de verbeterde arbeidsvoorwaarden. Het zal echter nog jaren duren voordat bijvoorbeeld de nieuwe inrichting van de vuursteunketen operationeel inzetbaar is. Daar zit nog veel werk in.”