Tekst André Twigt
Foto SGT-1 Mike de Graaf
Validatie duiktabellen voor meer efficiëntie en veiligheid
De Defensie Duikschool in Den Helder is onlangs begonnen met het valideren van de duiktabellen. Die zijn voor duikers van groot belang, omdat ze uitsluitsel geven hoe lang, op welke diepte en met welke decompressietijd je onderwater kunt blijven. Bedoeling is nagaan of de gegevens nog toepasbaar zijn op de huidige generatie duikers. Pas dan kunnen ze als basis dienen voor de nieuwe duikcomputer, die het duiken op variabele diepten veiliger en efficiënter moet maken.
‘Hoe dieper en langer je onderwater blijft, des te meer stikstof er wordt opgeslagen’
Voordat hij aan zijn uitleg begint, wil projectleider adjudant ODND Richard Lemstra graag verklaren wat decompressietijden precies zijn: iedere keer dat een duiker onderwater gaat, krijgt hij of zij te maken met de eigenschappen van stikstof. Bovenwater doet het menselijk lichaam helemaal niets met dit gas, dat voor iets meer dan driekwart deel uitmaakt van onze ingeademde lucht. Maar hoe dieper en langer je onderwater gaat, des te meer stikstof in onze cellen wordt opgeslagen.
Om zonder problemen weer aan de oppervlakte te komen, moet die stikstof er wel uit. Dat gebeurt vanzelf door op voorgeschreven diepten een 'tussenstop' van een bepaalde tijd te maken. “Door deze decompressietijden aan te houden, voorkom je gevaarlijke toestanden”, aldus Lemstra. “Kom je naar boven met een te hoog stikstofgehalte in je bloed, dan treden decompressieziekten op waaraan je kunt overlijden.”
Waterstops overbodig
Door de waarden in de tabel aan te houden, blijft duiken veilig. Maar doordat ze uitgaan van vaste diepten, zijn de berekende decompressiewaarden minder bruikbaar bij duiken op variabele diepten. Gevolg is dat duikers uit voorzorg vaak te lange decompressietijden aanhouden, wat ten koste gaat van de duiktijd. Gelukkig biedt een duikcomputer uitkomst. Het apparaat – dat om de pols wordt gedragen – houdt per seconde bij hoe lang een duiker op een bepaalde diepte verblijft. Ook berekent het hoelang de bijbehorende decompressietijd moet zijn. “Doordat deze nauwkeurige berekeningen veel kleinere marges hebben dan die in de duiktabellen, zijn sommige waterstops overbodig en ben je onderwater efficiënter bezig.”
Extra tool
Technisch medewerker Arjen Tanja van het Helderse Duikmedisch Centrum benadrukt dat de tabellen altijd leidend blijven. De computer is een extra instrument dat de veiligheid en doelmatigheid vergroot. Maar daarvoor moeten de basisgegevens wel kloppen. Om die te verifiëren, werkten 33 duikers in totaal 114 duiken af, verdeeld over 6 profielen met variabele diepten. Alle werden door Defense Research and Development Canada vastgesteld. “Met deze instantie die de duiktabellen bewaakt, werken we al jaren samen”, aldus Tanja. Omwille van de veiligheid en de constante van de omstandigheden vonden alle duiken plaats in duiksimulator Medusa, gevestigd in gebouw IJsduiker.
‘Op deze manier kun je bepalen of decompressietijden veilig zijn’
Bubble score
Het valideren van de duiktabellen is het specialisme van ingenieur Tanja. Hij controleert of de algoritmes die de 114 duiken hebben opgeleverd, overeenkomen met de bubble score. Oftewel het aantal stikstofbelletjes dat via het hart en de longen het lichaam verlaat. Om die te meten werd van alle 33 deelnemers na afloop van hun duiken een MRI-scan gemaakt. Daarop kon Tanja de uitstroom en de plek waar de bubbels zich in het lichaam bevonden zien. “Op die manier bepaal je of decompressietijden écht veilig zijn.”
Omdat onder meer gewicht, vetpercentage en spiermassa van invloed zijn op de mate waarin stikstof wordt opgelost en uitgewassen, werd van alle duikers ook een anatomieprofiel vastgesteld. Dat helpt mede de nauwkeurigheid van de duiktabellen voor de huidige generatie kiksvorsmannen te bepalen. Tanja: “Duiken is een mooi, maar gevaarlijk vak. Je kunt daarom niet nauwkeurig genoeg zijn.”