04

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 10

'In mijn tijd...'

Tekst RITM Djenna Perreijn
Foto SGTBDAV Sjoerd Hilckmann

Atalanta bij Somalië: eerste missie, laatste missie

Adjudant Marcel Kuhnen heeft 36 jaar ervaring aan boord. Over 6 weken is zijn laatste buitenlandse havenbezoek, in Barcelona, een feit. Met een mooie staat van dienst op zak gaat hij daar met leeftijdsontslag. Zr. Ms. Rotterdam vaart dan zonder hem door naar Den Helder, waar zijn carrière zo lang geleden begon. Matroos 2 Yorrick Driessen heeft 5 weken vaarervaring. Hij werkt samen met de adjudant in de Technische Centrale van de Rotterdam. Het amfibisch transportschip ligt nu nabij de kust van Somalië, voor de antipiraterij-missie Atalanta. Voor Alle Hens maakten ze een uurtje vrij, om elkaar ‘het uniform van het lijf’ te vragen over het leven en werken op zee. “Wilde u nooit eens in de burgermaatschappij werken?”

"Ik keek naar banen bij de politie en marechaussee, maar koos voor de marine”, vertelt Driessen. “Het klinkt cliché, maar ik wilde wat van de wereld zien. In januari 2017 kwam ik op en begon ik bij de Koninklijke Marine Technische Opleidingen. De eerste 9 weken zat ik in de schoolbanken: rekenen, natuurkunde, techniek, noem maar op. Daarna kregen we praktijkles aan boord van schepen. In de afgelopen weken aan boord van de Rotterdam heb ik relatief al veel meer geleerd. Ik werk hier aan de varende taken van mijn takenboek. Eenmaal 'thuis' rond ik het af. Over 8 maanden ben ik matroos der 1e klasse."

Het amfibisch transportschip ligt nu nabij de kust van Somalië, voor de antipiraterij-missie Atalanta. (Foto: AOO Richard Frigge)

Nooit uitgeleerd

"Op school krijg je de basis, omdat je nog niet weet waar je wordt geplaatst", zegt adjudant TD Kuhnen. "Eenmaal aan boord begint het pas echt. Ik koos voor de marine omdat ik niet meer naar school wilde. Ik kon naar de Middelbare Zeevaartschool, maar wilde liever leren 'on the job'. Ik heb nergens zoveel geleerd als bij de marine." Tegen matroos Driessen: "Je denkt straks dat je klaar bent, maar je bent nooit uitgeleerd. In mijn tijd duurde het allemaal langer. Ik volgde eerst de Technische Opleidingen Koninklijke Marine, later de Eerste Militaire Vorming. Toen ik mijn takenboek had afgerond, was ik matroos der 2e klasse. Pas na 18 maanden werd ik 1e klasse. Daarna deed ik nog de korporaalsopleiding. Iedere keer als ik een schip van de werf haalde, moest ik weer 3 maanden de schoolbanken in."

‘Voor mijn vader, moeder en vriendinnetje was het even slikken: direct 3 maanden op missie’

Juiste keuze

Matroos Driessen: "Vlak voor het zomerverlof hoorde ik dat ik hier werd geplaatst. Voor mijn vader, moeder en vriendinnetje was het even slikken: direct 3 maanden op missie. Hoewel een kleiner schip mijn voorkeur had, vind ik het op de Rotterdam heel gaaf. Het is een cool gezicht als het dock opengaat en de combat-boten uitvaren. Ik vloog 3 weken geleden pas in, omdat ik op school nog dingen moest afronden. Om 00.00 's nachts stapte ik aan boord, de volgende ochtend ging ik direct aan de bak. Het was even wennen. Ik was maar 1 keer eerder op dit schip geweest en moest de weg vinden. Ik ben verbaasd dat het amper voelt als varen. Het schip is zo groot, je voelt de deining amper. Klasgenoten bij de Mijnendienst zijn zeeziek; daar kan ik gelukkig niet over meepraten. Ik heb niets te klagen. Het eten is lekker en ik slaap hier beter dan op de wal. We delen met 6 man een hut, maar ik had het veel krapper verwacht. Er is bergruimte genoeg. Ik heb het naar mijn zin. Ik heb de juiste keuze gemaakt."

MATR 1 TD Yorrick Driessen, 22 jaar, vaart voor het eerst tijdens missie Atalanta aan boord van Zr. Ms. Rotterdam.

Met plezier naar je werk

Adjudant Kuhnen: "Mijn eerste keer varen was aan boord van de Jan Van Brakel in '82. Ik was een jaar in dienst en vond het perfect, omdat ik even uit de schoolbanken was. Mijn carrière kent veel hoogtepunten. Een dieptepunt kan ik niet bedenken. Ik had geluk dat ik altijd de plaatsingen kreeg die ik ambieerde. Ik heb 7 schepen van de werf gehaald. Eigenlijk heb ik binnen de marine altijd alles gekregen wat ik wilde. Maar als ik je een advies mag geven, Driessen: blijf leren. Ik kreeg een baan voor het leven. Of jullie jonkies nog dat geluk hebben, is maar de vraag. Dus denk niet dat je er al bent. Volg opleidingen waar je in de toekomst in de burgermaatschappij iets aan hebt. Geniet van elke dag en als je niet meer geniet, praat erover of ga eens buiten de organisatie kijken. Want het allerbelangrijkste is dat je met plezier naar je werk gaat."

Keuze makkelijker

Driessen reageert: "Dat advies krijg ik vaak. Na het eerste jaar als takenboeker wil ik niet achterover gaan leunen. Dan moet ik meer leren over de installaties aan boord. Ik leer nu de basis, maar wil er dieper induiken. En het lijkt mij gaaf om op een patrouilleschip te varen. Verder heb ik geen strak omlijnd toekomstplaatje." Aan Kuhnen: "Heeft u er weleens aan gedacht om ‘de baas’ te verlaten en in de burgermaatschappij aan de slag te gaan?"

Kuhnen: "Als korporaal heb ik er eens aan gedacht, ja. Ik was net getrouwd en dacht aan mijn gezin. Ik overlegde met mijn vrouw; moest ik niet vaker thuis zijn? Ik twijfelde om te verhuizen naar Noord-Holland om dichterbij het werk te wonen. Maar mijn vrouw wilde in de buurt van haar familie blijven en zei: 'Jij bent toch 9 maanden per jaar weg; wij blijven en het is goed zo.' Ik wist het zo te plannen dat ik bij de geboortes van alle 3 mijn dochters was. De opvoeding heeft mijn vrouw op zich genomen, zij heeft hen groot gebracht, terwijl ik op zee was. Maar ja, bij welke baan kun je nou rond je 50ste met pensioen en heb je zoveel zekerheid? Er is dan nu wel 2 jaar bijgekomen, maar jìj moet sowieso tot je 62ste. Voor mij was de keuze om te blijven makkelijker gemaakt dan voor jullie; de jongens en meisjes van nu."

‘De saamhorigheid was vroeger groter; tegenwoordig zit iedereen met zijn telefoon in zijn hut’

AOOTD Marcel Kuhnen, 56 jaar, vaart voor het laatst tijdens missie Atalanta op Zr. Ms. Rotterdam.

Toen

"Er is nog veel meer veranderd de afgelopen decennia, niet alleen in de organisatie, ook aan boord”, vervolgt Kuhnen. “Ooit kon je drinken in de bar. Het hoefde niet, maar het kón wel. Dat is nu ondenkbaar. En ja, sociale media. Misschien ben ik een ouwe lul, maar het staat me tegen. Als we vroeger na een maand varen een haven aandeden, dacht ik: 'Yes, post van thuis!' Dat was een bijzonder moment. In de verblijven hadden we niets, dus speelden we spelletjes met elkaar. De saamhorigheid was groter; het was 1 bemanning, 1 team. Tegenwoordig zit iedereen TV te kijken of met zijn telefoon in zijn hut."

En nu

Matroos Driessen: "Ik vind het fijn dat het contact met thuis er is; ik kan het me niet anders voorstellen. Wel denk je dat je thuis meer mist, als je continu contact hebt. Tijdens de opleiding moesten we onze telefoon inleveren, 2 weken later kregen we 'm terug. Toen dacht ik minder aan thuis dan nu. Als je iedere dag hoort hoe ze je thuis missen, ben je er veel meer mee bezig."

Adjudant Kuhnen: "Als er echt iets ernstigs gebeurt thuis, hoor je het toch wel. Alleen vroeger ging dat via de officiële kanalen. Dan werd bekeken of het noodzakelijk en wenselijk was dat iemand werd gerepatrieerd. Dat was veel minder vaak mogelijk dan nu. Dus het is ook ten goede veranderd, hoor. Nu varen we maximaal 180 dagen per jaar en zo houdt de organisatie meer rekening met het thuisfront."

Missie Atalanta

Zr. Ms. Rotterdam opereert voor de kust van Somalië voor de EU-antipiraterijmissie Atalanta. Zij verstoren en ontmoedigen hiermee zeerovers. Jaarlijks passeren tussen de 20.000 en 30.000 schepen de Golf van Aden. Piratengroepen opereren tot een afstand van bijna 750 kilometer uit de kust. Sinds 2012 is het aantal gekaapte schepen sterk gedaald. Nederland zet zich in internationaal verband ook in om de oorzaken van piraterij op het land aan te pakken. Zo heeft marinepersoneel de afgelopen weken de lokale kustwacht getraind van de Somalische provincie Galmaduc. Nederland doet al sinds 2009 mee aan Atalanta. Deelname loopt in elk geval tot eind 2017.