Tekst Jack Oosthoek
Foto John van Helvert

x
Van der Sijs met achter zich de ‘Nachtwacht’ van het Marinemuseum.

“Dit is onze eigen Nachtwacht”, wijst Paul van der Sijs enthousiast naar de blikvanger van het Marinemuseum in Den Helder, de onderzeeboot Tonijn. De 71 meter lange stalen kolos behoort tot het historisch erfgoed van de marine. Aan de nieuwe vestigingsdirecteur de taak om hem blijvend te laten blinken. Tradities binnen de marine wegen even zwaar als een fregat, zal hij merken. Van der Sijs koestert echter ook andere plannen. 

Paul van der Sijs (1961) | vestigingsdirecteur Marinemuseum

Van der Sijs is de opvolger van kapitein-luitenant ter zee (SD) Harry de Bles die met functioneel leeftijdsontslag ging. Hoewel hij geen kunsthistoricus is, kent de nieuweling de weg in museumland. Tot 1 mei was hij jaren hoofd Exploitatie en plaatsvervangend directeur van het Spoorwegmuseum in Utrecht. De reden voor zijn overstap naar Den Helder schuilt in de – in zijn ogen – uitdagende toekomstplannen die de Koninklijke Stichting Defensiemusea (KSD) met het onder haar vallende Marinemuseum heeft.

Van der Sijs mengt zich regelmatig onder de museumbezoekers om na te gaan wat het publiek van de collectie vindt.

‘Het Marinemuseum mag meer zijn dan alleen kijken; qua beleving kan het nog beter’

Bezoek als beleving

Van der Sijs: “Aan de hand van clips, filmpjes en video’s en technieken uit attractieparken moet het verhaal van de marine dusdanig worden verpakt, dat een bezoek een beleving wordt. Je moet wat meemaken; wat kunnen doen; iets leren. Hoe is het om op de brug van een marineschip te staan? Welke keuzes maakt een marineman in zijn werk? Welke druk voelt hij? Het Marinemuseum mag méér zijn dan alleen kijken. Nu is dat ook zo, maar qua beleving kan het nog beter. Zonder als een olifant door een porseleinkast te gaan, wil ik het museum klaarmaken voor de toekomst, met als horizon 2021-2022. Dat vergt veel creativiteit en out of the box-denken.”

‘Als dit museum vooraan wil lopen, moet het de eigen broek leren ophouden’

Commerciële leest

De KSD koos Van der Sijs ook om zijn commerciële kennis. Zo was de oud-student Toerisme en Recreatie in Amsterdam 17 jaar lang onder meer adjunct-directeur van een bedrijf dat rondvaartboten en waterfietsen exploiteert. Ook in het Spoorwegmuseum zette hij commerciële activiteiten op de rails. De inwoner van Amersfoort wil vooral het horecagedeelte van het Marinemuseum op commerciële leest schoeien en meer aan merchandising doen. “Als we vooraan willen lopen, moeten we met hulp van Defensie onze eigen broek ophouden. Daarbij hebben we de financiële steun van derden nodig.”

“Ik begin me hier met de dag meer op mijn plek te voelen.”

Abracadabra

Maar eerst maar eens even wennen aan de functie. Na Amsterdam en Spoorwegmuseum (11 jaar) is de overstap groot, erkent Van der Sijs. Als niet-dienstplichtige is Defensie voor hem abracadabra. Om over rangen, standen en afkortingen nog maar te zwijgen. De (warme) ontvangst in het Marinemuseum verzacht echter veel, evenals de uitnodigingen van de Commandant Zeestrijdkrachten, luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk en burgemeester Koen Schuiling van Den Helder om kennis te komen maken. Het geeft aan hoeveel waarde marine en stad aan het museum hechten, meent Van der Sijs.

Van der Sijs tegen het decor van Neptunus, god van de zee. “De marine straalt door onder meer teamwork, normen en waarden en tradities veel uit.”

Enorme uitstraling

De directeur gaat zelf ook voortvarend te werk door de gebeurtenissen in het museum elke dag te observeren. Wat vindt de bezoeker interessant, wat minder? De gesprekken met medewerkers  – van wie velen een marine-achtergrond hebben – zijn ook waardevol. Zijn eerste voorzichtige conclusie: de marine straalt, door onder meer teamwork, normen en waarden en tradities, veel uit. “Mooi om daarin te werken”, lacht Van der Sijs, die ook een hoge pet op heeft van de collectie. Jammer alleen dat veel stukken bij gebrek aan ruimte ‘in depot’ liggen. Aan de andere kant moet een museum volgens hem niet het complete bezit willen showen. “Dan ziet de bezoeker door de bomen het bos niet meer.”

Knettergek worden

Het meest onder de indruk is Van der Sijs nog van de in 1991 uit de vaart genomen Tonijn. “Als je daarin rondloopt ervaar je hoe het is om maandenlang onder zee te werken. Respect voor de bemanning! Ik zou knettergek worden. Een mooi uithangbord, die Tonijn. Ik begin me hier met de dag meer op mijn plek te voelen.”