Wellicht het meest glorieuze moment uit de Nederlandse krijgsgeschiedenis: de Tocht naar Chatham. 350 jaar geleden voer de Nederlandse vloot onder leiding van Michiel de Ruyter de Theems op, voer de ketting kapot en schakelde de Engelse vloot met een vernietigende aanval uit. Daags ervoor landden 800 mariniers tijdens een grootschalige amfibische operatie op Engels grondgebied en veroverden de enige landsverdedigingslinie Fort Sheerness. Dit stelde de Nederlandse vloot in staat de rivier de Medway op te varen en de Engelse vloot een vernietigende slag toe te brengen. Een listige en gedurfde aanval. Een krijgskundige alsook zeemanschappelijke topprestatie die door getijdebewegingen werd beheerst.
Aan de wieg van de aanval op Chatham stond de Hollandse raadpensionaris Johan de Witt. Deze staatsman had zeemansbloed in zijn aderen. In zijn ogen was een sterke vloot onontbeerlijk voor zijn buitenlandse politiek, voor vrede en voor welvaart. Hij geloofde in een krachtige, staande vloot, bemand met gemotiveerde professionals, om onverwachte crises te kunnen afwenden. Hij besefte ook dat je daarin tijdig moet investeren en niet pas als het mis dreigt te lopen. Anders was de Republiek der Nederlanden 25 jaar na haar ontstaan al ten einde gekomen.
‘We mogen en kunnen niet rekenen op een barricade van gezonken schepen, een enkel fort en een ketting om onze welvaart en vrijheid te beschermen’
De slag om Chatham bracht een einde aan de Tweede Engelse oorlog. Maar niet aan de oorsprong van het conflict: de strijd om sea control. Keer op keer toont de geschiedenis aan dat het machtsblok dat vrij gebruik kan maken van de zee, een beslissend voordeel heeft. Dit gold ten tijde van De Ruyter, ten tijde van Karel Doorman, ten tijde van de Koude Oorlog en dit geldt nog steeds. In de Koude Oorlog stond de marine continu paraat om sea control in het Noord-Atlantische verdragsgebied te bevechten. Maar na de Val van de Muur stond het gebruik van de vrije zee niet langer onder druk. De noodzaak om sea control te bevechten leek verdwenen en de harde gevechtskracht slonk.
Nu, bijna 30 jaar na de Val van de Muur, is de veiligheidssituatie veranderd en staat het vrije gebruik van de zee weer onder druk en daarmee de veiligheid van Europa en het verdienmodel van ons land als maritieme handelsnatie. Als we om ons heen kijken zien we de onrust aan Europa ’s maritieme zuidflank, groeiende druk aan onze oostflank en nieuwe ontwikkelingen op de noordflank. In de Indische Oceaan en Pacific zien we een grote opbouw van maritieme activiteiten. En onze eigen maritieme toevoerroutes blijven onder druk staan van criminele activiteiten. Wil het westen militair relevant en overeind blijven in deze onzekere wereld, dan moet het bondgenootschap beschikken over strategische bewegingsvrijheid op zee en over harde slagkracht om dit te kunnen bevechten.
We mogen en kunnen niet, zoals de Engelsen in 1667, rekenen op een barricade van gezonken schepen, een enkel fort en een ketting om onze welvaart en vrijheid te beschermen. Het is nu aan de hedendaagse politici om in de voetsporen te treden van raadspensionaris Johan de Witt en Defensie weer de hoogste prioriteit te geven. Niet alleen ten faveure van de vloot, want de ketting is zo sterk als de zwakste schakel!
Luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk,
Commandant Zeestrijdkrachten