Tekst RITM Henny de Boer
Foto SGT-1 Hille Hillinga en video AOO Richard Frigge
Mariniers vechten op de ‘snelwegen’ van de jungle in Belize
Enkele balken op de grond doen dienst als schoolbanken, een bord hangt aan een hoge boom: een ‘leslokaal’ is snel gemaakt in de jungle van Belize. Een natuurlijk bladerdak beschermt mariniers en militairen van de Luchtmobiele Brigade van de Jungle Warfare Instructor Course (JWIC) tegen de felle zon. Het is nog maar 07.30 uur in de ochtend, maar het is al behoorlijk warm en klam in het Centraal-Amerikaanse land. De eerste zweetdruppels rollen al van het gezicht van de cursisten. Ze krijgen deze ochtend les in riverine operations.
“Rivieren gebruik je voor troepenverplaatsingen; dat gaat sneller en kan met grotere aantallen tegelijk dan via de dichtbegroeide grond”, onderwijst teacher sergeant-majoor van de mariniers Patrick Volkers. Op een boom prikt hij plastic bordjes met sleutelwoorden als herbevoorrading, medevac en recce patrol; belangrijke zaken waarvoor de ‘snelwegen’ dienen in de jungle die zij leren domineren. De cursisten schrijven de lesstof geconcentreerd op in hun groene waterproof notitieblok.
Schijn bedriegt
Even later patrouilleren de aspirant-opleiders op de rivier. Hun gecamoufleerde gezichten komen net over de rand van hun Jungle Support Craft uit. Gespannen turen ze over het water, hun wapen op hun eigen sector gericht. Ze varen in alle stilte, in single file-formatie. Alles lijkt rustig, maar schijn bedriegt. Ineens klinken flinke knallen op het water; vanaf de oever gooit de Belizaanse ‘vijand’ oefengranaten naar de Nederlanders. Een hinderlaag.
De Nederlanders vuren direct terug. Een deel snelt meteen naar de oever, springt behendig uit de boot en baant zich een weg door lianen en stekelige bomen naar de tegenstander. Ondertussen hebben anderen een vuurbasis ingericht aan de overkant voor dekkingsvuur. Door de dichtbegroeide jungle is het vanaf daar echter lastig om te zien wie vriend is en wie vijand. Om blue on blue te voorkomen, zwemt een man naast de oprukkende manoeuvre-eenheden in de rivier, zodat de anderen weten waar ze zich bevinden.
‘Je moet jezelf, je wapen en je munitie extra goed verzorgen vanwege de extreme omstandigheden’
Termieten smaken naar hout
De manoeuvre-eenheden hebben inmiddels een Belizaan opgespoord die zich schuilhoudt achter een dikke boom. Een van de mariniers schakelt hem koelbloedig uit en neemt zijn wapens en munitie in beslag. “One man down”, schreeuwt hij naar zijn collega’s. Op naar de volgende.
De JWIC en de Jungle Warfare Course (JWC) duren samen zo’n 1,5 maand. De mannen leren bij aankomst eerst (over)leven in het oerwoud. Lokale jungle-experts leren de jongens eetbare vruchten vinden, giftige slangen herkennen en valstrikken zetten voor dieren. Belizaan Balbino laat bijvoorbeeld zien hoe je eetbare termieten vangt. Hij steekt een stok in een enorm termietennest dat in een boom hangt. De diertjes trippelen meteen de stok op, waarna hij ze met zijn wijsvinger pakt en oppeuzelt. “Kijk, lekker! Ze smaken naar hout”, smult hij triomfantelijk.
Door de dichte begroeiing is het lastig om te zien wie vriend is en wie vijand
Marinier 1 Erik (24) is onder de indruk van de vaardigheden van de locals: “Zij zetten in een uurtje een villa van bamboe in elkaar. En ze zijn heel slim in het door de jungle sluipen.” Erik volgt de JWC: “Ik val hier 1,5 kilo per week af door de hitte, de ontberingen en doordat ik constant met mijn MAG loop. Je moet hier altijd scherp zijn; door het moeilijk begaanbare terrein is de kans op blessures hoger en ook moet je rekening houden met slangen, stekelige bastard trees en killer bees. Maar de opleiding is mooi: je zit aan de andere kant van de wereld, alles is hier uniek. Je ziet ara’s, grote kikkers, toekans, kolibries en slangen. Ik ontdekte onder mijn hangmat een spinnenhol vol tarantula’s die ’s nachts naar buiten kropen.”
De jungletraining is een mega-goed testmoment voor de mariniers en in het bijzonder voor de commandanten, weet Volkers. “Je moet jezelf, je wapen en je munitie extra goed verzorgen, vanwege de extreme omstandigheden. Daarnaast leren commandanten een ingewikkelde operatie leiden in moeilijk terrein; dat is heel complex.”
Zwaarder en extremer
Volkers haalt veel voldoening uit zijn werk. “Het is mooi om te zien hoe mensen geleidelijk steeds meer één worden met de jungle.” Het opdoen van deze kennis en ervaring is volgens hem erg nuttig. “Wat de mannen hier leren, kunnen ze overal ter wereld toepassen. Ook al zijn we recentelijk niet in het oerwoud ingezet, het is zeker niet ondenkbaar dat dat opnieuw gebeurt.”
Voor echte junglefanaten smaakt de opleiding zelfs naar meer. Voor hen is er een advanced course in ontwikkeling. Seniorinstructeur sergeant-majoor van de mariniers Marc Smeenk heeft hiertoe een voorstel met een draaiboek ingediend bij het Marine Training Command (MTC). “De vervolgcursus wordt nog iets zwaarder en extremer”, glundert hij. Of die er daadwerkelijk komt, is de vraag. Smeenk verwacht over een tijdje meer duidelijkheid.
Koninklijk bezoek
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Maurits (reserveofficier van de KM, in de functie van Adjudant in Buitengewone Dienst van Zijne Majesteit de Koning) bracht een bezoek aan de jungletraining. “De mannen van het Korps Mariniers en de Luchtmobiele Brigade hebben getoond dat ze in zeer lastige omstandigheden kunnen opereren”, sprak hij vol lof.