Tekst André Twigt
Foto SM Gerben van Es
Schietserie Bahama’s verloopt vlekkeloos
Zodra een torpedo de buis verlaat en een krachtig luchtschot de boegbuiskamer vult, is het oren klaren geblazen. Veel meer krijgt de bemanning van het afvuren niet mee. Maar personeel in de commandocentrale van Zr. Ms. Zeeleeuw volgt de verrichtingen van het projectiel-aan-een-draadje aandachtig tot de laatste seconde.
Schiet een onderzeeboot werkelijk zo nauwkeurig als de cijfers beweren? Voor een antwoord op die vraag bouwden de Royal en U.S. Navy dik 50 jaar geleden op de Bahama’s een lijvige testomgeving. Langs de oostkust van Andros Island ligt onderwater de range van het Atlantic Undersea Test and Evaluation Centre (AUTEC).
Laatste stap
Met haar nieuwe Combat Management System, ge-update afvuurinstallatie en binnenkort hypermoderne torpedo’s moet de vuurleiding van de Zeeleeuw dringend worden doorgelicht. Pas dan ontstaat inzicht in de nauwkeurigheid ervan en kan vertrouwen groeien. “Een betere reden om naar de Bahama’s te varen, kan ik nu niet verzinnen”, denkt luitenant ter zee 1 Erwin Ruijsink even niet aan zon, zee en strand.
Na 3 jaar van onderhoud, revisie en updaten is de Zeeleeuw als eerste van de Walrusklasse beter in waarin ze al goed was: zien zonder gezien te worden. Het testen van de vuurleiding door 4 state of the art ‘Mk 48 mod 7’ te verschieten, is de laatste stap in een intensief – 1 jaar durend – opwerkprogramma.
Het testen van de vuurleiding is de laatste stap in een intensief opwerkprogramma
Explosieven
Aan boord vat technisch coördinator Project Verbetering Mk 48 Torpedo luitenant ter zee1 (TD) Sebastiaan van ’t Hart de essentie van de firing exercise samen. Blijkt de boot in staat binnen de gegeven parameters een explosief in de buurt van het doelwit te krijgen, dan is de validatie grotendeels geslaagd. Voor dat laatste stukje vertrouwt het wapen op het ‘geping’ van de eigen actieve sonar. Het doorlichten van de vuurleiding gebeurt overigens niet met behulp van scherpe torpedo’s, licht Van ’t Hart toe. “De explosieve warhead is bij alle 4 vervangen door een kop met registratieapparatuur.”
Doffe dreun
Bovenwater wordt de scheepvaart uit de buurt gehouden. Vanwege de veiligheid, maar ook doordat het nauwkeurig uitvoeren van kruispeilingen gebeurt met zeer gevoelige onderwatermicrofoons, die op grote diepte geluidsgolven opvangen. Voor het beste resultaat moet het in de verre omtrek muisstil zijn. Dat blijkt nog een hele toer. Bij aanvang van de test tuft eerst een patrouilleschip van de lokale kustwacht voorbij. Gevolgd door een Panamese koopvaarder. Eenmaal uit de buurt, verlaat een torpedo met een doffe dreun snel buis 1. Een fikse stoot vochtige, samengeperste lucht spuit met grote kracht de boegbuiskamer in. “De afvuurinstallatie lost haar overdruk”, verklaart systeemverantwoordelijk officier luitenant ter zee 2 (TD) Jordy van de Mheen.
Een ‘Mk 48’ kan volledig autonoom zijn doel opsporen, maar de mens blijft de baas.
Periscoopdiepte
Als doelwit dient een torpedowerkschip van AUTEC, de Range Rover. Bang te worden geraakt door het anderhalve ton zware – met zeer hoge snelheden door het water klievende – projectiel is de bemanning niet. De programmatuur gebiedt dat het lichaam tientallen meters onder de kiel passeert. Om voor de zekerheid constant radiocontact met de Range Rover te hebben, wordt de test vanaf periscoopdiepte uitgevoerd. De antennes blijven boven water.
Onder de indruk
Met als zogenaamd doelwit een vijandelijke sub, gaat torpedo 2 eveneens zonder aarzelen op pad. Ook nu houdt de luide stroom bevelen en mededelingen in de commandocentrale niet op. Gespannen gezichten turen naar rijkelijk met gegevens gevulde beeldschermen. Kan een ‘Mk 48’ volledig autonoom zijn doel opsporen, de mens blijft de baas. Geamuseerd neemt luitenant ter zee 1 Menno Mertens het hectische schouwspel waar. De binnenkort nieuwe commandant van de Zeeleeuw is verbaasd hoe snel de bemanning zich de nieuwe afvuursystematiek eigen maakte. “Ik ben echt diep onder de indruk.”
Met wapens spelen
Ook slimme torpedo 2 stelt niet teleur. Zij doet een aanval en blijft dat bij herhaling doen. Die eigenschap inspireert Ruijsink tijdens het klapstuk iets meer met de wapens te spelen. Bij het afvuren van 2 torpedo’s tegelijk test hij zodoende grondig of manueel ingebrachte koerswijzigingen doorkomen. Via de dunne koperdraad tussen lichaam en boot laat de commandant commandocentrale-officier luitenant ter zee 2OC Joost Lohuis de ene koerscorrectie na de andere aanbrengen. Geen haperingen.
Gebrand op trends
Tevreden concludeert Van ‘t Hart na afloop dat de veiligheid rond is. De torpedo deed geen poging het moederschip aan te vallen. Op commando brak zij abrupt de aanval af en handmatige commando’s kwamen goed door. Het bepalen van de ground truth - de (bijna) absolute nauwkeurigheid van de vuurleiding – blijkt niet zo snel af te vinken. Daarvoor moeten op Andros Island aanwezige experts van het Maritime Warfare Center in Den Helder een grondige data-analyse doen.
Maar waarom al die moeilijke berekeningen en vergelijkingen? De torpedo’s deden het toch goed? “Klopt helemaal”, begint Van ‘t Hart. Absolute meetfouten kwamen tot nu toe niet aan het licht. “Daarom zijn we gebrand op trends. Die ontdek je met meerdere lanceringen achter elkaar het snelst. In voorkomend geval komen we er ongetwijfeld uit. We doen dit kunstje ten slotte al een tijdje.”