Foto SGT-1 Eva Klijn
Samenwerking Korps Mariniers en Lichte Brigade nieuw vervolg BENESAM
Wanneer Nederlandse en Belgische onderdanen in de toekomst in het buitenland vanwege een crisis geëvacueerd moeten worden, dan komt daar mogelijk de ‘twee-eenheid’ Korps Mariniers en Belgische Lichte Brigade aan te pas. Beide expeditionaire eenheden hebben besloten om hun samenwerking verder uit te bouwen. Een nieuw vervolg op het in 1948 begonnen partnerschap tussen de marines van Nederland en België.
Commandant Zeestrijdkrachten luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk tekende daarvoor begin juni de zogeheten ‘Letter of Intent’. Dat deed hij samen met de eerste man van de Belgische Landcomponent, waaronder de Lichte Brigade valt, generaal-majoor Jean-Paul Deconinck. In het document spreken beide partijen onder meer de intentie uit om oefenprogramma’s, procedures en tactieken op elkaar af te stemmen. “Uit schaalvergroting valt veel voordeel te halen”, stelt Verkerk.
‘Elkaar aanvullen; complementair zijn, dáár gaat het om’
Interoperabel worden
Is de ‘Letter of Intent’ een stap op weg naar integratie van Korps Mariniers en Lichte Brigade? Nee. “Elkaar aanvullen; complementair zijn, dáár gaat het om”, aldus Verkerk, die zich een voorstander toont van meer samenwerking binnen Europa. Niet alleen uit oogpunt van doelmatigheid, maar ook vanwege geopolitieke ontwikkelingen. De wereld wordt er immers niet veiliger op. Verkerk: “Al met al willen het Korps Mariniers en de Lichte Brigade interoperabel worden (materieel en procedures zoveel als mogelijk op elkaar aan laten sluiten). Handig voor het geval we gezamenlijk op pad gaan, bijvoorbeeld als we gezamenlijk Nederlandse en Belgische expats vanuit zee moeten evacueren. De verdere aansluiting gebeurt in navolging van de jarenlange samenwerking tussen de zeestrijdkrachten van België en Nederland binnen BENESAM. Maar ook omdat België op amfibisch gebied capaciteit wil ontwikkelen.”
‘We kennen elkaar en elkaars werkwijzen’
We kennen elkaar
Net als hun Nederlandse collega’s, beschikt de Lichte Brigade (2 manoeuvrebataljons) over parachutisten en specialisten in operaties in bergachtig terrein. Verder doen de para-commando’s al jaren op bescheiden schaal mee aan de jaarlijkse arctische training van het Korps Mariniers in Noorwegen. Mariniers, op hun beurt, volgen de opleiding tot parachutist onder andere in België. Evenals het Korps Mariniers heeft de Lichte Brigade van oudsher een expeditionaire focus en beschikt de eenheid over veel ervaring op het Afrikaanse continent. “We kennen elkaar en elkaars werkwijzen”, vat Verkerk samen.
Oceaan aan ervaring
Maar dan het amfibische werk: dát moet de Lichte Brigade zich nog eigen maken, simpel omdat dit tot nu toe niet in het takenpakket zat. De landcomponent heeft echter aangegeven deze belangrijke capaciteit structureel binnen deze organisatie te willen borgen, door binnen ieder manoeuvrebataljon van de Lichte Brigade één compagnie op te werken en uit te rusten voor amfibische operaties. Door de langjarige samenwerking met de Britten in de ‘UK/NL Amphibious Force’, heeft de Nederlandse marine een oceaan aan ervaring op dit gebied. “’Power projection from the sea’ is een belangrijke inzetmogelijkheid, waarmee Defensie wereldwijd Nederlandse belangen kan veiligstellen”, weet Verkerk.
‘Power projection from the sea is een belangrijke inzetmogelijkheid’
Al doende leert men
Vanzelfsprekend zal de samenwerking ‘nieuwe stijl’ niet vanaf het eerste uur vlekkeloos lopen. Verkerk: “Net als destijds na de oprichting van de ‘UK/NL Amphibious Force’, in 1973, en sinds kort met het Duitse ‘Seebataillon’, is het een kwestie van ‘al doende leert men’. Ook is het een zaak van vertrouwen en die start bij gelijkwaardigheid, zonder gelijk te hoeven zijn. Ik verwacht dat de intensivering van de samenwerking met de Belgische para-commando’s vrij gemakkelijk op gang zal komen, omdat we elkaar dus kennen. Het ‘esprit de corps’ is vergelijkbaar en – zoals gezegd – kunnen we bogen op jarenlange samenwerking tussen beide marines.”