Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto John van Helvert
Vanaf 1987 was het grote onderhoudsbedrijf van de Koninklijke Marine in Den Helder constant verwikkeld in reorganisaties. Wat eerder Rijkswerf en daarna Marinebedrijf heette, is sinds een paar jaar de Directie Materiële instandhouding (DMI). Alle ontwikkelingen hier hebben veel impact gehad op het personeel. Anita Zahradnik-Hoelandt, decentraal hoofd P&O van DMI, weet er alles van. De echtgenote van een inmiddels oud-marinier en moeder van 2 zoons van 21 en 16 jaar oud is deze maand onze ‘woman at work’.
‘Wij houden veel liever ‘geluksgesprekken’ dan functioneringsgesprekken’
Zahradnik is geboren in Den Helder en kwam al vroeg in aanraking met het varende krijgsbedrijf. “Mijn vader werkte bij de marine en mijn broer werd later marinier”, vertelt ze. “Zelf werkte ik eerst bij de afdeling Administratie van de Politie in Den Helder. Die organisatie valt te vergelijken met Defensie; ook daar dóét het werk ertoe. Bijdragen aan een betere, veiligere maatschappij, dat spreekt mij aan. Omdat er bij de Politie minder doorgroeimogelijkheden waren, maakte ik na 3 jaar de overstap naar de marine.”
Bij de KM begon Zahradnik als medewerkster P&O, maar inmiddels runt zij bij DMI een personeelsafdeling van 17 personen. Daarvan zijn 4 medewerkers op de Rotterdamse Van Ghentkazerne geplaatst. “De kazernes in Vlissingen, Amsterdam, Rotterdam en Doorn vallen ook onder P&O van DMI, vandaar”, verduidelijkt zij.
Uitdaging en zegen
Het personeelsbestand van DMI in Den Helder heeft door de jongste reorganisatie een sterk gewijzigde samenstelling gekregen. “Eerst hadden we 50 militairen in de gelederen. Nu zijn dat er 700. Naast de 1.900 burgermedewerkers zorgen zij voor een bijzondere dynamiek. Militairen zijn gewend om een paar jaar te pieken op een functie en dan door te gaan naar een volgende. Als burger kun je op een specifieke functie solliciteren en daar 45 jaar op blijven zitten. Burgers zijn dus ook niet gewend aan veel doorstroom.”
Dat laatste gaat veranderen, ten gunste van iedereen, vertelt Zahradnik. “De vergrijzing bij DMI stelt P&O voor grote uitdagingen, maar het is ook een zegen voor de doorstroom. Door de mobiliteit te vergroten, kunnen we de uitstroom alsnog opvangen. Dat lukt niet met het binnenhalen van veel technische specialisten alleen, omdat die mensen niet in die mate te vinden zijn. Dus ga je mensen intern via loopbaanpaden stimuleren om te solliciteren. Zij mogen zich ook realiseren dat zij talent hebben. Dat biedt de kans om te putten uit het eigen potentieel. De ruimte die daar dan weer door ontstaat, biedt kansen voor instroom via leer-werk-trajecten. Zo hebben we al veel jongeren binnen gekregen.”
‘Voor het eerst is er tijd voor het uitbouwen en doorontwikkelen van de organisatie’
Talent Motivatie Analyse
Het vinden van de juiste mix van externe specialisten, eigen potentieel en jonge starters vormt het speerpunt van Zahradniks P&O-team. Het decentraal hoofd P&O voelt zich in die missie gesteund door de DMI-directie. “Ons doel wordt op waarde geschat en we worden behandeld als partner”, benadrukt zij. “Uiteindelijk dienen we ook hetzelfde einddoel: goed onderhouden schepen zo snel mogelijk weer van de kant te krijgen.”
Volgens Zahradnik is een goede onderlinge omgang van mensen zeer bevorderlijk voor het laten slagen van deze missie. “Naast zorgen voor voldoende, goed opgeleide en zeer gemotiveerde werknemers, werken we ook aan een organisatie en een werkomgeving waar mensen zich goed voelen en dus gedijen.” P&O DMI maakt hiervoor gebruik van een Talent Motivatie Analyse. “Aan de hand van een vragenlijst haal je de drijfveren van mensen naar voren en of ze happy zijn op hun functie. Wij houden dus ook veel liever ‘geluksgesprekken’ dan functioneringsgesprekken.”
Uitbouwen en doorontwikkelen
Daar waar het gaat om het eigen geluksgevoel, is Zahradnik dik tevreden met haar huidige werkplek. “Na een constante stroom van reorganisaties, gaat het gelukkig niet meer om afbouwen, maar om opbouwen. Voor het eerst is er tijd voor het uitbouwen en doorontwikkelen van de organisatie. Dankzij de motie van Tweede Kamerlid Van der Staaij van de SGP komen er extra functies bij, zoals op het gebied van veiligheid en logistiek. Als P&O zijn we hier natuurlijk bij betrokken.”
En hoe ziet ten slotte Zahradniks eigen toekomst eruit? “Nu ben ik vooral aan het werk op uitvoerend vlak. Een volgende stap zou naar een meer beleidsmatige functie kunnen zijn. Dan zou ik mij bezig kunnen houden met het schrijven van plannen en uitvoeringsrichtlijnen. Vooropgesteld: ik heb het naar mijn zin en heb geen haast; er is hier nog genoeg te doen.”