Tekst André Twigt
Foto John van Helvert
IPW maakt Zeeleeuw beter dan ooit
Even voorstellen: kapitein-luitenant ter zee (TD) Martin Noordzij, technicus bij de Defensie Materieel Organisatie en sinds kort projectleider van het omvangrijke Instandhoudingsproject Walrusklasse. Met Zr. Ms. Zeeleeuw bijna helemaal klaar, is er veel kennis en ervaring paraat op de werkvloer. Daarmee én dankzij een intensieve samenwerking met de industrie zou het renoveren van de andere 3 boten de komende jaren appeltje-eitje moeten zijn. Of toch niet?
Niet langer tuurt de bootcommandant door 2 oculairs om te zien wat er aan de oppervlakte speelt
De marine beschikt op zijn vroegst rond 2025 over een nieuw type onderzeeboot. Tot die tijd blijft de huidige vloot in dienst. Dat is 10 jaar langer dan de initiële levensduur. Het Instandhoudingsproject Walrusklasse – kortweg IPW – garandeert dat de eenheden tot die tijd meegaan. Vanwege de respectabele leeftijd van zo’n 25 jaar komt het project geen dag te vroeg. De boten zijn operationeel verouderd en technisch toe aan een grote beurt. “Om die reden combineren we het IPW met zogenoemd 18-Jarig Onderhoud (vast onderdeel van de onderhoudscyclus)” , begint Noordzij. Dat voorziet onder meer in het reviseren van de diesels voor de aandrijving en het verwijderen van de vierlaags coating van de drukhuid én het weer opbouwen daarvan. “Dit karwei was bij de Zeeleeuw zeer tijdrovend. Om een goede hechting op het blanke staal te verkrijgen, moest de romp vele malen worden gestraald. Ook het aanbrengen van de coating nam veel tijd in beslag.” Datzelfde gold ook voor het verwijderen van het asbest, dat zorgde voor een vertraging van meer dan een half jaar. Al met al nam de renovatie van de Zeeleeuw 3 jaar in beslag.
Hoger omgevingsbewustzijn
Na een zeer omvangrijke operationele update wordt de boot beter in waar zij al goed in was. Namelijk zien zonder gezien te worden. Sneller en zekerder vijandelijke subs of oppervlakteschepen detecteren en identificeren? Verbeterde sensoren en een optronische mast helpen de commandant verder op weg. De mast is van Amerikaanse makelij en vervangt de oude optische navigatieperiscoop. Daarmee gaat een stukje nostalgie verloren. Want niet langer tuurt de bootcommandant door 2 oculairs om te zien wat er aan de oppervlakte speelt. Overigens krijgt hij met de nieuwe mast gegevens in hoge resolutie op een beeldscherm gepresenteerd. Zowel de verbeterde sensoren als de mast zijn gekoppeld aan een slim combat management systeem, dat in hoge mate bijdraagt aan het omgevingsbewustzijn. Gegevens in een handomdraai naar iedere plek op aarde doorspelen, kan dankzij de toevoeging van satellietcommunicatie. Mocht het nodig zijn een sub of oorlogsbodem te vernietigen, dan zet de Zeeleeuw haar ge-update digitale Mk 48 mod 7 torpedo’s in. Noordzij: “Dankzij een grotere informatiedichtheid kunnen deze projectielen nepdoelen beter herkennen.”
Na een zeer omvangrijke operationele update wordt de boot beter in waar ze al goed in was
Duidelijke verbetering
Niet meteen spectaculair, maar wel broodnodig was het vervangen van de koudwatermakers door een hoogwaardiger systeem. De oude exemplaren hebben moeite om in tropische oorden de temperatuur aan boord op een aanvaardbaar niveau te houden. “De apparatuur moet bij die condities constant hard werken, wat niet bevorderlijk is voor de levensduur en de prestaties”, aldus Noordzij. Ander puntje is de introductie van het navigatiepaneel als opvolger van de kaartentafel. Elektronische kaarten hebben de toekomst. Noordzij: “Een duidelijke verbetering.” Volgens de techneut hebben met name medewerkers van ingenieursbureau NEVESBU een grote rol gespeeld bij het inrichten van de tactische ruimten. Aan boord van de Zeeleeuw verwijderden, demonteerden en monteerden zij alle nieuwe apparatuur. Aan de basis van de renovatie stonden overigens meer partners binnen de industrie. Deze bundelden zich een aantal jaren geleden al binnen het Dutch Underwater Knowledge Center (DUKC). Binnen DUKC zijn onder andere TNO Defensie en Veiligheid, MARIN, Imtech Marine & Offshore en Thales Nederland vertegenwoordigd.
Niet alle boten identiek
Na 3 jaar niet-aflatend sleutelen aan de Zeeleeuw weet de Directie Materiële Instandhouding in Den Helder vrij precies hoe de grootscheepse renovatie van de Walrusklasse moet verlopen. Dat is een winst volgens Noordzij. Alleen zijn niet alle boten identiek. “En the devil is in the detail”, vult Noordzij aan. Appeltje-eitje? “Laten we het erop houden dat je er bij moet blijven voor het beste resultaat.” Dat geldt zeker voor de projectleider. Hij houdt de vinger aan de pols van het immense karwei, dat geen hoekje of gaatje van de boten ongemoeid laat.
Toch is de specialist niet dagelijks in de buurt van de sub te vinden. Hij bestiert het instandhoudingsproject deels vanuit Den Haag en deels vanuit Den Helder. Zijn er lessen die hij uit de renovatie van de Zeeleeuw trekt? Vooral nauwer samenwerken met de vele uitvoerders, luidt zijn antwoord. “Alleen dan kunnen we bij de vervolgboten eventuele tekortkomingen in een zeer vroeg stadium identificeren en verhelpen.” Zoals gezegd zijn niet alle boten identiek. Zo zal de indeling van de apparatuur aan boord van de Zeeleeuw verschillen met die van de Dolfijn. Die verschillen houden onder meer verband met eisen ten aanzien van de vrije ruimte, benodigd om apparatuur schokvrij (op dempers) te bevestigen.
Opwerken net begonnen
Met de tewaterlating op 3 december en de grootste karweien achter de rug wordt het tijd om van de Zeeleeuw weer een operationeel platform te maken. Het opwerken is net begonnen. Is die fase achter de rug en heeft de bemanning zich de boot eigen gemaakt (eind 2016), dan draait ze weer minstens 10 jaar mee in de eredivisie van het wereldwijde onderzeebootoptreden.