Tekst Jack Oosthoek
Foto Evert-Jan Daniels

Kwaliteit draait om leiderschap, vakmanschap en een hoog moreel

x
Commandant Zeestrijdkrachten LTGENMARNS Verkerk: “Onderofficieren onmisbaar om zaken voor elkaar te krijgen.”

De onderofficieren zijn de kurk waarop de Koninklijke Marine drijft. Teveel eer? Zou kunnen. Hoe dan ook beschouwt Commandant Zeestrijdkrachten luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk ze als de ruggengraat van de marine. Wat is er te zeggen over de kracht van het korps onderofficieren KM? Onlangs hield dat zijn netwerkdag in Den Helder. 

Verkerk gaat zelfs een stap verder. Wat hem betreft zijn de onderofficieren de smaakmakers van de Koninklijke Marine. “De manschappen kijken tegen ze op, de mensen boven hen kunnen niet zonder hun kennis en ervaring. Onderofficieren zijn onmisbaar om zaken voor elkaar te krijgen. Mijn leven wordt makkelijker gemaakt door wat zij op de mat leggen. Dat zit hem in leiderschap, vakmanschap en een hoog moreel.”

Volgens de generaal bepalen onderofficieren voor een belangrijk deel de stemming in de marine. Hij adviseert ze daarom na te denken over welke zaken anders/beter kunnen – en hoe – en om personeel te stimuleren. “De mensen op de werkvloer zitten vaak vol goede ideeën en weten zelf vaak het beste hoe het werk beter kan.”

‘De manschappen kijken tegen ze op, de mensen boven hen kunnen niet zonder hun kennis en ervaring’

AOOODND Harting, chef der equipage CZSK: “Onze stem wordt in vergelijking met vroeger veel meer gehoord.”
Onderofficieren vormen de ruggengraat van de Koninklijke Marine.

Belangrijke stap

De chef der equipage van het Commando Zeestrijdkrachten, adjudant (ODND) Dirk Harting, vindt het grote winst dat onderofficieren in de Admiraliteitsraad vertegenwoordigd zijn. “Onze stem wordt in vergelijking met vroeger veel meer gehoord. Zo maken de minister en de hoofddirecteur Personeel tijd vrij om met ons over arbeidsvoorwaarden te overleggen”, vertelt de marine-adjudant.
Volgens korpsadjudant van het Korps Mariniers Ron van Leeuwen is de tijd rijp om de bijna 10 jaar oude Beleidsvisie Onderofficieren KM, een set spelregels, te actualiseren. De eerste stap is een voorgenomen naamsverandering in Domeinbeschrijving Onderofficieren KM. Belangrijk, “want”, zegt Van Leeuwen, “de beleidsvisie is uitgegroeid tot officiële publicatie van het Commando Zeestrijdkrachten.

Met de Domeinbeschrijving als ruggensteun, kan de KM-onderofficier in de toekomst nog krachtdadiger optreden. Bovendien is het zaak om de Domeinbeschrijving ook onder de aandacht van andere collega’s dan alleen sergeant-majoors of adjudanten te brengen.”
 

‘De mensen op de werkvloer zitten vaak vol goede ideeën en weten zelf vaak het beste hoe het werk beter kan’

Net even anders

Dringt de vraag zich op waarom Defensie geen krijgsmachtbreed beleid voor onderofficieren kent? “Een marineman”, legt Van Leeuwen uit, “heeft eigen taken, competenties en verantwoordelijkheden. Door het domein waarin wij opereren, werken onze opleidingen net even anders dan bij landmacht, luchtmacht en marechaussee. Komt bij dat onderofficieren van de marine hechten aan wat goed is en geen oude schoenen willen weggooien voordat er nieuwe, betere zijn. Voordat je het weet, is alles weg wat KM-onderofficieren in de loop der jaren hebben opgebouwd.”

Met de Domeinbeschrijving als ruggensteun kan de onderofficier volgens Korpsadjudant Van Leeuwen nog krachtdadiger optreden.

Wanneer ben je een goede onderofficier?

Volgens de Domeinbeschrijving heeft hij of zij een sterk karakter en beschikt deze over vaardigheden die meehelpen om vakmanschap, effectiviteit en veiligheid binnen de Koninklijke Marine verder te vergroten. De onderofficier geeft het voorbeeld, zorgt dat het werk wordt uitgevoerd, begeleidt, coacht en geeft advies. En dat allemaal onder de motto’s Samen, Trots, Open en Eerlijk en Maritiem (STORM). 

Discussie tijdens netwerkdag van het Korps Onderofficieren KM. Doel was om elkaar (nog) beter te leren kennen.

Marinier versus vlootman over de rol van de onderofficier

AOOMARNALG John de Ruiter

AOOMARNALG John de Ruiter: ‘Streng blijven voor elkaar’

Volgens De Ruiter is het met de positie van de onderofficier goed gesteld, maar is dat geen reden voor borstklopperij. “Eerst maar eens bewijzen dat we inderdaad goed zijn”, benadrukt de managementtrainer bij de School Maritieme Vorming, Bedrijfsvoering en Onderwijs (SMVBO) in Den Helder. Volgens De Ruiter is het belangrijk dat de onderofficieren streng blijven voor elkaar, want dan handhaaft de kwaliteit van dit korps zich en zal zich blijven ontwikkelen.

“Ik hoop ook dat we de kwaliteiten en specialismen die wij als onderofficier hebben in de toekomst kunnen behouden. Kijk, het Korps Mariniers verhuist medio 2019 van Doorn naar de nieuwe marinekazerne in Zeeland. Veel mariniers gaan waarschijnlijk niet graag naar deze uithoek van het land. Ik houd mijn hart vast. Aan de andere kant is een marineman trots op zijn vak en bedenkt zich wel 2 keer voor hij dit unieke bedrijf verlaat”. 

AOOODOPS Hans Hijman

AOOODOPS Hans Hijman: ‘Ons meer betrekken bij het beleid’

Volgens Hijman, chef der equipage van Sea Training Command en de Grote Bovenwater Eenheden, is de onderofficier van de KM in de afgelopen jaren veel meer adviseur van de commandant geworden. “Vroeger kreeg je orders opgelegd en was het ‘uitvoeren mars’. Nu niet meer. Ook wordt de onderofficier tegenwoordig meer betrokken bij overlegfora en willen commandanten onze mening weten. Ook dat was vroeger ondenkbaar. We doen er écht toe, al mogen ze ons best nog meer bij het beleid betrekken. Bijvoorbeeld als het om opleidingen gaat en de verhuizing naar Vlissingen.”

Is er verschil tussen een onderofficier van de vloot en van het Korps Mariniers? “Moeilijk te zeggen”, peinst Hijman. “Het zijn inderdaad 2 verschillende werelden binnen één krijgsmachtdeel, wat met inzet en achtergrond te maken heeft. Maar we integreren steeds beter.”

Door zijn kennis en ervaring zal de onderofficier in de toekomst nog meer dan nu de ruggengraat van de Koninklijke Marine zijn, denkt Hijman. “Wij staan vaak met onze voeten in de modder en weten daardoor hoe het in het hart van de marine werkt.”