‘Deutschland und Holland werden Waffenbrűder', kopte de Duitse krant Der Spiegel vorige week. Met de intentieverklaring die onze minister Jeanine Hennis-Plasschaert en haar Duitse ambtgenote Ursula von der Leyen vorige week tekenden voor nauwere maritieme samenwerking, zet Nederland een volgende stap in het bundelen van krachten en het versterken van de slagkracht van Defensie. Geen overbodige luxe in de wereld waarin wij leven. Aan de randen van Europa is immers een gordel van instabiliteit ontstaan die een bedreiging vormt voor de veiligheid van ons werelddeel, inclusief Nederland.
Het belang van vrede en veiligheid en de waarde van de collectieve verdediging van de NAVO staan weer op de politieke en maatschappelijke agenda. Toch voldoet het merendeel van de lidstaten van het bondgenootschap niet aan de NAVO-norm van 2 procent van het BBP, die als streefwaarde voor nationale defensie-uitgaven is afgesproken tijdens de NAVO-top in Wales (2014). Ook Nederland niet. Des te belangrijker dus dat NAVO-lidstaten de krachten zoveel mogelijk bundelen om more bang for the buck te krijgen. Daartoe bieden pragmatische samenwerkingsverbanden, zoals pooling & sharing, uitkomst.
Onze marine kent al vele decennia intensieve binationale en internationale samenwerking. De Belgisch-Nederlandse samenwerking geldt als schoolvoorbeeld. Ook met de Royal Navy/Royal Marines werken we al vele jaren nauw samen. Bijvoorbeeld binnen de United Kingdom Netherlands Amphibious Force en bij de Flag Officer Sea Training. En nu slaan we de handen dus ineen met onze oosterburen. Duitsland gaat mede gebruikmaken van ons Joint Support Ship, Zr. Ms. Karel Doorman, en wij gaan onze kennis en expertise delen met het Duitse Seebataillon, dat in het Commando Zeestrijdkrachten wordt opgenomen. Hiermee bundelen we de inzetmogelijkheden van beide krijgsmachten, hetgeen de operationele output verbetert.
Voor ons is belangrijk dat de bevoorradingscapaciteit op zee wordt gegarandeerd. Met slechts één multifunctionele tanker stonden we in dat opzicht op dun ijs. Wanneer Duitsland de Karel Doorman gaat gebruiken voor zeetransport of als seabase, krijgen wij compensatie voor het verlies aan tankervaardagen door een evenredig aanbod, uitgevoerd door Duitse tankers. Zo’n uitruil zonder pijn is effectiever en doelmatiger dan wanneer ieder alles voor zich blijft doen.
De eerste stap in de samenwerking met het Duitse Seebataillon is het vergroten van onze interoperabiliteit. Door het Seebataillon te koppelen aan de juiste partners binnen het Commando Zeestrijdkrachten, kunnen we er samen aan werken om effectief met elkaar op te treden. Dit gaan we onder andere doen door het afstemmen van oefenkalenders en het stroomlijnen van technieken, tactieken en procedures.
Uit ervaring van de afgelopen decennia kan ik stellen dat vertrouwen hierbij troef is. Daarbij werkt een bottom-up benadering het beste. Vanaf de werkvloer samenwerken en vertrouwen opbouwen. Tijd nemen om elkaar te leren kennen, om culturele en taalverschillen te overwinnen en te investeren in de samenwerking. Dat hebben we met onze Belgische en Britse collega’s gedaan en daar plukken we vandaag de dag nog steeds de vruchten van. En dat gaan we nu ook met onze Duitse collega’s doen.