04

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 10

Geen makkie, wel geslaagd

Tekst Arjen de Boer
Foto SM Maartje Roos | video: SMJRBDAV Dave de Vaal

Maritieme taakgroep goed op koers voor NRF

Het zit erop. De grootste NAVO-oefening in ruim 10 jaar is afgelopen. De Koninklijke Marine leverde een belangrijke bijdrage aan Trident Juncture 2015 en moest flink aanpoten. “We kregen meer tegenstand dan verwacht.”

Ze opereren in stilte. Ze blijven het liefst ongezien. Ze zijn essentieel voor een amfibische aanval. Wie ‘ze’ zijn? De mannen van de onderzeeboten en de operators van de Maritime Special Operations Force (MARSOF). “Samen met de onderzeeboot kunnen we inlichtingen verzamelen nog voordat we aan land gaan”, zegt kapitein der mariniers Bram (30). “Een onderzeeboot heeft goede sensoren waarmee ze bijvoorbeeld radioverkeer kunnen oppikken. We kunnen dicht bij de kust komen. Zo kunnen we ook een tijdje kijken om te zien hoe levendig het daar is.”

De kust in kwestie is Sierra del Retin in Zuid-Spanje. Hier lag eind oktober en begin november voor de marine-eenheden het zwaartepunt van de grote NAVO-oefening Trident Juncture 2015. Volgens het oefenscenario moest daar een amfibische landing plaatsvinden om een bevriende (fictieve) natie te helpen.

Foto boven: Een vlootverband van 18 schepen op de Middellandse Zee. Voorop de Britse helikoptercarrier HMS Ocean. Zr.Ms. Johan de Witt en Tromp in de tweede rij van boven. (Foto: J.J. Massey) | Foto links: Mariniers maakten meerdere parachutesprongen boven de Spaanse marinebasis Rota. Enkelen oefenden de vrije val, andere sprongen via static line. | Foto rechts: MARSOF gebruikte Zr.Ms. Bruinvis om ongezien dichter bij de kust te komen. Zr.Ms. Snellius fungeerde hierbij als veiligheidsschip.

Bijzondere kans

Trident Juncture bood de mogelijkheid om complexe operaties te oefenen. Zo sprong MARSOF boven zee uit een vliegtuig om vervolgens aan boord te gaan van onderzeeboot Zr.Ms. Bruinvis. “Zo’n operatie is niet makkelijk”, zegt commandeur Rob Kramer, commandant van de Netherlands Maritime Force (NLMARFOR). “Het vereist enorm veel afstemming om zo’n actie veilig en effectief uit te voeren.”

Samenwerking sleutelwoord tijdens Trident Juncture

Uiteraard gebeurde er veel meer tijdens de oefening. Zo joegen de NH90 en oppervlakteschepen op onderzeeboten, voerden Cougar helikopters talloze vluchten uit, oefende de 2 Marine Combat Group (2MCG) in het in- en ontschepen et cetera; te veel om op te noemen. Nederland leverde met zo’n 1.300 militairen een flinke bijdrage (zie infographic). De nadruk voor de marine lag op training en certificering van de amfibische taakgroep die Nederland in 2016 levert aan de NATO Response Force (NRF), de snelle interventiemacht van het bondgenootschap.

Foto boven: Nederlandse oppervlakteschepen van de taakgroep op een rij. Van boven naar beneden: Zr.Ms. Tromp, Johan de Witt en Snellius. | Foto links: Aan boord van de Johan de Witt was het een drukte van belang. Soms waren er zoveel mensen aan boord dat overal schoenen te vinden waren en er zakken kleding op de gang stonden. | Foto rechts: Een gebouw veiligstellen, is een kwestie van teamwork. Iedere kamer kan een onprettige verrassing in petto hebben.

‘NAVO heeft alleen bestaansrecht als je samen oefent’

Complex? Geen probleem

Deze bijdrage toont betrokkenheid en dat is belangrijk, stelt de commandeur. “In 2019 bestaat de NAVO 70 jaar. Al die tijd hebben we onze vrijheid behouden dankzij dat bondgenootschap. De NAVO is uniek maar heeft alleen bestaansrecht als je samen oefent.” De oefening moet bondgenoten geruststellen nu er onrust heerst aan de grenzen van Europa. De NAVO wil bovendien laten zien dat het nog prima in staat is complexe militaire manoeuvres uit te voeren. Dat kwam in het gedrang door langdurige, andersoortige missies in Afghanistan en Irak. “In een zogenoemd peer to peer-conflict, waarin de tegenstander vergelijkbare militaire capaciteiten heeft, worden we geconfronteerd met een andere, meer conventionele wijze van optreden”, legt generaal-majoor Hans van Griensven uit. Hij was namens het NAVO-hoofdkwartier in Brunssum nauw betrokken bij de oefenleiding. “Zo’n conflict vergt andere kwaliteiten, skills en manoeuvrevormen”, vervolgt hij. “Ook dat moeten we beoefenen om die vaardigheden te behouden.”

‘Bezuinigingen en andere missies hebben de onderzeebootbestrijding kwetsbaar gemaakt’

Tevreden en leerzaam

De laatste week bestond uit de free play fase, waarin eenheden niet weten wat er gaat gebeuren. De Nederlandse taakgroep moest heelhuids door de Straat van Gibraltar varen en landen op Sierra del Retin. Kapitein der mariniers Bram en zijn MARSOF-mannen hadden het gebied vooraf al in kaart gebracht. Met het sein op groen was het de beurt aan 2MCG. De mariniers moesten flink aan de bak. “Het was slecht weer, regen, wind, slecht zicht”, zegt commandeur Kramer. “De Spaanse mariniers, onze oefentegenstanders, hadden zich goed ingegraven. Het heeft ons toch 60 uur gekost het gebied te zuiveren.” Kramer is tevreden. “Ik ben oprecht trots op wat we hebben bereikt de afgelopen weken.” Maar er waren ook leermomenten. Zo moet de onderzeebootbestrijding beter, concludeert de commandeur. “Bezuinigingen en andere missies hebben deze discipline kwetsbaar gemaakt. Dat moeten we samen met de NAVO aanpakken, iets wat we zeker gaan doen.”

Foto boven: De kust bij Sierra del Retin was de locatie waar 2MCG aan land ging. | Foto links: Het Very Shallow Water-team opereerde van de Snellius om vlak onder de kust te zoeken naar obstakels en explosieven. (Foto: Mediacentrum Defensie) | Foto rechts: Het in- en ontschepen werd meerdere keren beoefend.

Ook de Belgen leveren een bijdrage aan de Special Operations Maritime Task Group voor NRF 2016. Het gaat om 1 team van 6 man plus een snelle boot van de Special Forces Group. “Trident Juncture was mede een belangrijke oefening doordat de nadruk lag op werken vanuit zee. In België zijn we vooral gespecialiseerd in landoptreden en beveiliging van belangrijke personen”, aldus kapitein Cedric (niet op foto).

2MCG moest een dry out drill ondergaan. De mariniers worden dan teruggehaald naar het moederschip. Hier leveren ze hun rugzakken, wapens, munitie en vieze kleding in. Vervolgens krijgen ze een warme hap en is er gelegenheid even bij te slapen. Het is de bedoeling dat ze op adem komen om binnen 12 uur weer inzetbaar te zijn.

Een bijzondere Amerikaanse ‘vogel’ bracht tijdens de oefening een bezoek aan Zr.Ms. Johan de Witt: de MV-22 Osprey. De vliegers oefenden meerdere aanvliegroutes om te zien wat mogelijk is op een Nederlands Landing Platform Dock. De Osprey kan de motorgondels kantelen; staan ze verticaal dan is het toestel een helikopter, in horizontale stand een vliegtuig.

Zr.Ms. Johan de Witt had 2 Cougar-transporthelikopters plus bemanning aan boord. De vliegers bekwaamden zich in troepentransport, nachtvliegen en opereren boven land. Dat laatste kreeg met het oog op de gereedstelling voor de NRF meer aandacht. De afgelopen periode lag de nadruk juist op vliegen boven zee.

Stingerteams van de landmacht waren aan boord van Zr.Ms. Snellius en Johan de Witt gestationeerd om ze (aanvullend) te beschermen tegen luchtaanvallen. Het ging om een test op verzoek van de marine om te bekijken welke meerwaarde de teams hebben aan boord. Ook gingen Stingerteams mee aan land om mariniersverbanden te beschermen.

Zowel voor verplaatsingen als vuursteun had 2MCG de vertrouwde Vikings bij zich. De zeesoldaten kregen te maken met een fanatieke en goed voorbereide oefenvijand. (Foto: C. Artigues)