Zr. Ms. Zeeleeuw heeft als eerste onderzeeboot een
gloednieuwe optronische mast. Deze vervangt de oude periscoop, waarmee de
commandant tot voor kort de horizon aftuurde. En dat laatste hoeft in de
toekomst niet meer, met gunstige gevolgen.
Met een joystick draait de technicus een foto 360 graden op
een beeldscherm rond. De kiek is net gemaakt door de nieuwe periscoop van de
Zeeleeuw, de optronische mast. Het beeld zoomt in, mensen aan het werk in hun
kantoor worden zichtbaar. Het beeld draait verder en geeft zicht op het water
van de Marinebasis. De hele werkploeg kijkt met de technicus mee naar het
beeldscherm.
De nieuwe mast ‘kijkt’ zelf, maakt een totaalbeeld van de omgeving. Dag of nacht, weer of geen weer
Totaalbeeld
“En dat is een grote winst ten opzichte van de oude
periscoop.” Aan het woord is
kapitein-luitenant ter zee (TD) Danny van den Bosch. Hij is projectleider van
het Instandhoudingsprogramma van de Walrusklasse.“Voorheen kon alleen de
commandant of de officier van de wacht 15 seconden de omgeving scannen. Puur
mensenwerk, daar zitten veel nadelen aan.” Nu ‘kijkt’ de nieuwe mast zelf. Deze
maakt in korte tijd een totaalbeeld van de omgeving, als het moet met infrarood.
Dag of nacht, weer of geen weer en in HD. Vervolgens kan de gehele bemanning de
beelden aflezen op de monitors in de centrale.
De compleet gestripte commandocentrale van de Zeeleeuw. Hier stond tot voor kort de periscoop waardoor de commandant tuurde.
Masten geplaatst op het Sail van de onderzeeër
Walrusklasse. Op nummer, van voor naar achter.
A) Optronische mast. De vervanger van de
oude periscoop. Deze maakt binnen een aantal seconden 360 graden een beeld in HD
van de omgeving. Ook zit er een infraroodcamera in voor als het mistig is of bij
duisternis. De camera’s kunnen vooraf ingesteld worden op een bepaalde afstand
en richting, waardoor een mogelijk doelwit direct in beeld is. Bovenop de mast
zit een kleine ‘knobbel’, de
VHF-antenne. Deze is voor verbindingen met een kort bereik en het is een
GPS-tracker, waarmee het schip de positie op de digitale kaart kan
bepalen.
B) De kooi waarin de mast verdwijnt. Deze kooi bestaat uit
Radar Absorbent Material (RAM), dat de mast afschermt van vijandelijke
radarsystemen.
Aanvalsperiscoop. Dit is nog een klassieke
doorkijkperiscoop. Door zijn smalle diameter laat deze mast weinig sporen achter
in het water. Deze is bedoeld om de vijand van korte afstand te bekijken.
EOV-mast. Een soort
‘spionagemast’. Hiermee kan de
bemanning allerlei radioverkeer van de vijand onderscheppen en
afluisteren. Deze meet ook radarsignalen en kan aan de
hand van de sterkte en de frequentie een inschatting maken waar een vijandelijk
doel zich bevindt.
Stuurboords radiomast. Een orignele
radiomast.
SATCOM mast. Maakt satellietcommunicatie
mogelijk. Deze mast is ook vernieuwd tijdens het Instandhoudingsprogramma
Walrusklasse.
Radarmast voor radarbeeld van de omgeving.
Hiermee kan de bemanning vijandelijke schepen en vliegtuigen detecteren.
Snuivermast. Uitschuifbare mast om de
dieselmotoren te voorzien van lucht. De uitlaatgassen worden naast de
snuivermast in het water geblazen, waardoor het snel afkoelt en er geen
rookpluim ontstaat.
Een kraan laat de optronische mast in het sail (opbouw van een onderzeeboot) zakken. Monteurs leggen de laatste hand aan de nieuw geplaatste mast.
Mensenwerk versus software
De software (het Combat Management System, CMS) kan
veel mensenwerk vervangen en kan de beelden van de mast vergelijken met
bijvoorbeeld sonarmetingen. Daarna stapelt het systeem de informatie op en geeft
het aan waar zich een interessant object bevindt en wat dit is. Van den Bosch:
“Vroeger waren daar meerdere bemanningsleden voor nodig. Nu worden de beelden
bewaard en kan de bemanning ze terugzien.”
Signalen oppikken
Dat samenvoegen van gegevens zorgt wel voor een uitdaging op
het gebied van de software. Op de werf staat een straalwagen om te testen of de
mast de signalen oppikt. Als alle instrumenten zijn geplaatst, volgt in oktober
de testfase voor het gehele systeem. Dan moet de Zeeleeuw haar ‘oren en ogen’
synchroniseren.
“Je wilt niet weten hoeveel kabels en leidingen er omgelegd moesten worden om dit te bereiken”
Koppelklus
Luitenant ter zee 2OC Jurrit Visser is verantwoordelijk voor
de optronische mast. “Ik heb er 2 jaar aan voorbereiding op zitten. Dan is het
mooi te zien dat alles werkt”, begint hij enthousiast te vertellen over het
megaproject. De nieuwe apparatuur moest worden gekoppeld aan de elektronica en
de hydrauliek van de Zeeleeuw. “Je wilt niet weten hoeveel kabels en leidingen
we hebben omgelegd om dit te bereiken”, zucht Visser. Het duurde 8 maanden om
het zogeheten sail (opbouw van een onderzeeboot, red.) om te bouwen naar de
nieuwe situatie.
Het was nog een flinke klus om de nieuwe apparatuur aan de elektronica en hydrauliek te koppelen.
Bijscholen
De bemanning bereidt zich voor op de nieuwe manier van werken
aan boord. Van den Bosch: “Het is niet even een rondje varen zoals je een
proefrit met een auto maakt. Dit is gereedschap waarmee de bemanning een omslag
maakt naar digitaal werken.” Uit de opgedane ervaringen moet een doctrine komen
voor alle opvarenden van de onderzeeërs.
Het instandhoudingsprogramma zorgt voor een nieuwe manier van werken. Daar moet de bemanning zich goed op voorbereiden.
Meer ruimte?
Bijkomend voordeel: de mast hoeft niet helemaal door de
drukhuid naar de onderkant van de huidige bun, omdat de mast veel korter is. Er
blijft dus ruimte over waar voorheen de periscoop doorheen ging. Van den Bosch:
“Die ruimte is meteen in beslag genomen door in de centrale een extra positie
van de wacht te maken. Tevens is de onderkant van de bun aangepast voor extra
kastruimte. In het dok naast de werf is Zr.Ms. Dolfijn al ontdaan van haar
verflaag. Deze onderzeeboot staat als tweede in de rij voor de update. In 2020
moeten alle 4 onderzeeërs zijn voorzien van nieuwe ‘oren en ogen’.