Tekst LTZ2OC (SD) Vanessa Strijbosch
Foto archief
Mijnenbestrijdingsschool EGUERMIN ziet Abraham
De Belgisch-Nederlandse mijnenbestrijdingsschool EGUERMIN wordt dit jaar 50. Het jubileumjaar werd op 15 januari in thuisbasis Oostende ingeluid. “Er is geen vergelijkbare school die al zo oud is”, zegt directeur kapitein-luitenant ter zee Nico Vasseur. Dit jubileumjaar markeert een uniek moment in de geschiedenis. Nog niet eerder werkten beide landen zo nauw samen op het gebied van opleiden.
Voorjaar 1965 ondertekenden de toenmalige ministers van Defensie een overeenkomst. De Ecole de la Geurre des Mines (EGEURMIN) was een feit. Niet lang daarna vonden de eerste gezamenlijke lessen mijnenbestrijding plaats in het splinternieuwe gebouw middenin het centrum van Oostende.
Noodzaak
EGEURMIN is de eerste bi-nationale school die de 50 jaar haalt. En dat is volgens de directeur niet zomaar. “Het bestrijden van mijnen heeft na 50 jaar nog niets aan relevantie verloren. Nog steeds is er een noodzaak om een goede mijnenbestrijdingstaak in huis te hebben. Er zijn meer dan 30 landen ter wereld die mijnen maken en 60 landen die ze in hun bezit hebben. En dan gaat het niet alleen om het mijnenvrij houden van onze havens en territoriale wateren, maar ook om het vrij maken van alle belangrijke aanvoerroutes wereldwijd.”
Er zijn meer dan 30 landen ter wereld die mijnen maken en 60 landen die ze in hun bezit hebben
Iedereen naar EGEURMIN
Het bestaansrecht van de school is duidelijk, maar wat maakt deze formule zo bijzonder dat het 50 jaar succesvol blijft? Tijdens een rondvraag onder het personeel blijkt in de antwoorden telkens 1 ding voorop staan: verbondenheid. Luitenant ter zee 1 André Bezemer is hoofd van het mission support centre, dat alle data omtrent het opsporen van mijnen terugkoppelt aan de school. “Iedereen die aan professionele mijnenbestrijding doet binnen de 2 landen, heeft hier op school gezeten.” Bezemer zelf ook. “Ik liep hier als jonge officier rond. Voor mij is de school een bastion van kennis. En dat is iets om trots op te zijn.”
Elkaar aanvullen
Luitenant ter zee Fanny Georges beaamt dat. “EGEURMIN is de eerste school waarmee ik kennis maakte toen ik naar de vloot ging. De enige echte gespecialiseerde school die ik ken.” Als instructeur geeft Georges les aan zowel Nederlandstalige als Franstalige leerlingen. “We hebben een volledig andere manier om naar zaken te kijken, maar we kunnen goed met elkaar werken”, zegt ze over het bi-nationale karakter. “Nederlanders hebben hun directe aanpak en Belgen zoeken meer het compromis. Dat vult elkaar prima aan.”
Niet veel, maar wel de beste
Meester chef Phillipe Badert weet alles van mijnen en vertelt met een aanstekelijk enthousiasme over zijn vak. “Studenten komen hier helemaal blanco. Ze hebben nog nooit een mijn gezien. Ik vind het mooi om mijn kennis over te brengen en te werken met jonge gemotiveerde mensen.” Volgens Badert zal de school echter wel mee moeten evolueren met de rest van de technische vooruitgang. “Maar de school blijft waardevol. Daar is geen twijfel over mogelijk. Kijk alleen maar naar de vele internationale studenten en de internationaal erkende stempels. We zijn niet met zo heel veel, maar we zijn wel de beste.”
“Voor mij is de school een bastion van kennis. En dat is iets om trots op te zijn”
Gelijkwaardig
“Het is hier heus geen sprookjeswonderland”, relativeert directeur overste Vasseur. “Er zijn best verschillen van mening en andere ideeën. Eén van de redenen waarom de samenwerking hier op de school zo goed gaat, is dat we elkaar niet veel ontlopen op het gebied van mijnenbestrijding. We zijn redelijk gelijkwaardig. We hebben compleet dezelfde schepen, dezelfde manier van werken en procedures aan boord en ook qua grootte zijn we gelijkwaardig. Daarom kunnen wij vaak overeenstemming bereiken over hoe we zaken aanpakken.”