Met een temperatuur van krap 5 graden, wind, regen en rondwaaiende herfstbladeren, lijkt de zomer inmiddels heel ver weg. Maar niet in de omgeving van Weert, waar de Veiligheidsregio Limburg-Noord deed alsof het hartje zomer was. De oefening Wild Fire bracht rond Weert alle denkbare civiele hulpdiensten, de brandweer van vliegbasis Eindhoven, het Defensie Helikopter Commando, landmacht, Koninklijke Marechaussee en reservisten bij elkaar om een ramp van bijkans Bijbelse proporties te bestrijden.
Tekst: Evert Brouwer |Foto’s: 13 Lichte Brigade, korporaal Jackson Rodriguez da Cruz
Want er gebeurt heel wat in de week van Wild Fire, die de ‘Wet van Murphy’ alleszins eer aandoet. Het begint met een brand in een bosrijk gebied, het militair oefenterrein Weerter- en Budelerbergen. Dat idee komt overigens niet zomaar aanwaaien. “Een grote brand aan de Meinweg in juli 2020, hier niet ver vandaan, ligt nog vers in het geheugen”, zegt regisseur crisisbeheersing bij de veiligheidsregio, Rikus van Santen.
‘Zo’n grote oefening vraagt een zorgvuldige voorbereiding’
De geleerde lessen van daadwerkelijke inzet door de veiligheidsregio zijn goed verwerkt in het scenario, met dus een grote inzet van militair materieel in het kader van de derde hoofdtaak van Defensie: nationale operaties. Bij de brand van drie jaar terug is het DHC breed ingezet tijdens fire bucket operations (FBO) waarbij Chinooks en Cougars met Bambi Buckets het vuur te bestrijden. Vandaar dat die elementen terugkomen tijdens Wild Fire.
‘Het is een vrij extreem scenario’
Echte crisis
En alsof de bosbrand niet genoeg is, vindt er ook een – gesimuleerde – mid-air collision plaats tussen twee Chinooks die met de blusacties bezig zijn. Een bijkomende uitdaging voor alle instanties is dat één heli gesimuleerd op terrein van Defensie neerkomt en de ander in het aardappelveld van een boer. “De verantwoordelijkheden zijn dan verdeeld”, schetst ritmeester (reserve) Kelvin Hilgeholt. “Dit is een vrij extreem scenario, maar wel de beste leerschool voor áls we elkaar nodig hebben. Een oefening als deze vergt een zorgvuldige voorbereiding. We zijn er zo’n zes maanden mee bezig geweest. Je wilt zo volledig mogelijk zijn met de inzet van alle betrokken partners”.
Hilgeholt, oud-topsporter die in 2014 wereldkampioen moderne vijfkamp wordt, houdt zich binnen de Veiligheidsregio Limburg Noord (VRLN) bezig met het voorbereiden en coördineren van militaire bijstand tijdens crisisbeheersing en rampenbestrijding. En hij kan daadwerkelijk aan de bak als de verbinding met de centrale meldkamer uitvalt. “Een aantal medewerkers is dus uit de oefening getrokken, maar dat maakt het juist mooi. We hebben even de koppen bij elkaar gestoken en hier een provisorische meldkamer ingericht.”
‘De inzet van zoveel materieel maak je niet veel mee’
Gemotiveerd
Een van die ‘koppen’ is majoor Olav Nieuwenhuis, als Regionaal Militair Operationeel Adviseur (RMOA) bij de veiligheidsregio en de leider der oefening. ‘‘We zijn vanuit 13 Lichte Brigade een vaste partner van de VRLN. Die band kun je alleen maar versterken door te oefenen.” Dat gebeurt dan ook heel regelmatig. Zo vond dit jaar alleen al een oefening rond een aardbeving en een overstroming plaats, toen met zeer beperkte inzet van Defensie. “Zoveel mensen en zwaar materieel van de krijgsmacht, dat maak je maar zelden mee”, constateertMenno Hinssen van de VRLN. Hij is voor de brandweer wat majoor Nieuwenhuis is voor Defensie. “Wat Olav voor elkaar heeft gekregen is ongelooflijk. Die man is echt super gemotiveerd”, zegt Hinssen. En grappend: “we werken inmiddels zo goed samen dat ik bijna alle afkortingen van jullie ken.”
‘Gewonden in de heli wilden ze er via het noodluik uithalen’
Vriendelijk ingrijpen
Ook Hilgeholt is iedere keer weer onder de indruk wat Defensie kan leveren. En dat hij daarvan onderdeel mag zijn. “Waar in de gewone mensenwereld mag je hiermee werken? Moet je kijken wat er allemaal is opgevoerd. Een helikopter, twee geniedoorbraaktanks. Ik heb zelf meegereden in de Kodiak op het oefenterrein, jammer genoeg niet met de helikopter meegevlogen.”
Die Chinook staat dan al netjes geparkeerd, midden in een pas gerooid aardappelveld. Vlieger eerste luitenant Bas slaat de gebeurtenissen samen met de rest van de bemanning glimlachend gade. “De deelnemers gaan echt helemaal op in het scenario. Er lagen een paar gewonden in de heli en die wilden ze er via het noodluik uithalen. Daar hebben we maar even een stokje voor gestoken, want dat zet je niet zomaar even terug. Dan had het toestel hier moeten blijven staan en daarvan was niemand blij geworden.” Even later moet de crew weer vriendelijk ingrijpen als de ogen van de hulpverleners op de EHBO-tassen in het toestel vallen. “Ideaal om de oefengewonden te helpen natuurlijk, maar dat is niet de bedoeling”, zegt Bas lachend.
‘We oefenen vaker met fixed wing dan met helikopters’
Topoefening
Bijstand komt ook van de brandweer van 941 Squadron van het Air Mobility Command op Vliegbasis Eindhoven. Zo staan er twee E-One Titan blusvoertuigen – de reservevoertuigen van Eindhoven en Vliegbasis Volkel – met elk drie man personeel paraat. Ook is er een voertuig met de zogeheten on scene commander. “Een heel nuttige oefening voor ons”, meldt de Eindhovense brandweerman sergeant-majoor Hans Spruijt die betrokken is bij de oefenleiding. “We oefenen vaker met fixed wing dan met helikopters, maar het is zeker geen onbekend terrein voor ons. Al werkten we nu wel samen met een ander brandweerkorps. Normaal hebben we elke twee maanden een oefening met de brandweer Eindhoven post Woensel. Alles is trouwens prima verlopen: onze mensen vonden het een topoefening.”
Bijstand Defensie
Defensie werkt bij de bestrijding van crises en rampen samen met civiele partners zoals politie, brandweer, gemeenten, geneeskundige diensten en het Openbaar Ministerie. Hiervoor is Nederland ingedeeld in 25 veiligheidsregio’s. Die zijn inzetbaar bij een nationale crisis, maar ook om maatschappelijke organisaties te ondersteunen.
Als er in Nederland een ramp gebeurt, kan Defensie in korte tijd ruim 4.000 militairen (beroepsmilitairen en reservisten) op de been brengen om te helpen. Na een verzoek zijn de militairen maximaal binnen 48 uur beschikbaar. Een militaire inzet gebeurt altijd onder gezag van de burgemeester, officier van Justitie of de minister van Binnenlandse Zaken.