NDMC voor het eerst op uitzending in Litouwen

x
Leestijd: 6 minuten

Voor het eerst zijn luchtmachters van de Nationale Datalink Management Cel (NDMC) op missie in Litouwen. Daar zorgen zij ervoor dat NAVO-partners in de Baltische regio op een veilige manier datalinkgegevens met elkaar kunnen delen. Dat is volgens Commandant NDMC majoor Jaco Booij enorm belangrijk. “Operaties gaan bijna niet meer door zonder dit soort netwerken.”

Tekst: kapitein Joris van Duin | Foto’s: kapitein Stefan Wolzak

De NDCM-eenheid bestaande uit (v.l.n.r.) sergeant 1 Rob Schreuder, eerste luitenant Jaako Maes, eerste luitenant Fabian Kroesbergen en majoor Jaco Booij was de eerste lichting in Litouwen.

Terwijl het buiten vriest dat het kraakt, zitten de vier mannen van de NDMC er dankzij de airconditioning in hun kantoor warmpjes bij. We zijn in Rukla, waar de gevoelstemperatuur tot ver onder nul is gedaald en een verse sneeuwlaag de grond bedekt.

Het is zo’n drie maanden geleden dat de eerste lichting NDMC’ers hier naartoe kwam met apparatuur, twee containers en een 23 meter hoge zendmast, waaraan nu de Nederlandse vlag wappert. Eén container staat vol computerservers, de ander is het kantoor van waaruit de specialisten opereren. Hier staat een dozijn monitors opgesteld waarmee de mannen communicatienetwerk Link16 in de lucht houden, volplannen en coördineren. Een inmiddels niet meer weg te denken schakel in het informatiegestuurd optreden van de krijgsmacht.

Door weer en wind zijn de NDMC'ers aan het werk in Litouwen.
Majoor Jaco Booij (wijzend) is commandant NDMC. “Wij ondersteunen de krijgsmacht met Link16-operaties.”

NDMC

De Nationale Datalink Management Cel bestaat ruim vijftien jaar en telt zeventien specialisten van de luchtmacht, marine en landmacht. De NDMC ondersteunde eerder al operaties in het buitenland, bijvoorbeeld toen F-16’s naar Jordanië gingen en F-35’s naar Polen. “We stuurden toen iemand voor kortere tijd mee”, zegt Booij.

Schematische weergave van het Link16-systeem: een netwerk waarin alle gebruikers ‘inklikken’.

‘Door dit systeem ziet iedereen het grotere plaatje’

Russische gevechtsvliegtuigen

Commandant NDMC majoor Booij legt uit wat datalinkverkeer is. “Met dit systeem wisselen eenheden onderling informatie uit. Bijvoorbeeld over hun eigen positie, wanneer ze een raket afvuren en of die vijandelijk doel treft. Maar bijvoorbeeld ook over wat hun radars zien. Op die manier blijven alle eenheden die op dit netwerk zijn aangesloten op de hoogte van de actuele situatie in hun regio.”
Een voorbeeld uit de Litouwse praktijk: “Bijna wekelijks naderen Russische gevechtsvliegtuigen het NAVO-territorium in de Baltische staten. Hun locatie wordt al gauw opgepikt door radars op de grond. NAVO-vliegtuigen van – op dit moment – de Italiaanse en Spaanse luchtmacht krijgen een seintje en stijgen zo snel mogelijk op vanaf hun tijdelijke bases in Estland en Litouwen. Maar via hun eigen radars zien zij de Russen op dat moment nog niet”, zegt Booij. “Door signalen van grondradars via Link16 met hen te delen, weten zij tóch waar de Russische vliegtuigen zich precies bevinden. Het grote voordeel is dus dat alle leden van de coalitie door dit systeem het grotere plaatje kunnen zien.”

De containers staan ook in een tent opgesteld. Vooral in winterse omstandigheden prettig voor de NDMC’ers.

Verdedigen

In Nederland is de NDMC gehuisvest op het Air Operations Control Station Nieuw Milligen. Van daaruit beheren ze de Link16-netwerken, waarvan ook buitenlandse NAVO-eenheden gebruikmaken. Vanuit Rukla doen de specialisten dat dus vanuit hun werkcontainer, die wereldwijd snel inzetbaar is.
Is het werk daar dan ook anders? “Inhoudelijk doen we hetzelfde, alleen de context is anders”, vertelt Booij. “We werken nu in opdracht van NATO HQ Aircom. Vanuit die rol werken we hier in de Baltische regio met nog meer verschillende NAVO-eenheden samen dan in Nederland.”

Het viertal NDMC’ers werkt om beurten twaalfuursdiensten.

Baltische staten

Defensie levert een bijdrage aan de versterkte militaire aanwezigheid van de NAVO in de Baltische staten, de zogeheten enhanced Forward Presence (eFP). Die is daar ter afschrikking van Rusland en ter geruststelling van de bevolking in Estland, Letland en Litouwen. De NDMC is geen onderdeel van deze eFP Battlegroup, maar is in Litouwen geplaatst om gebruik te maken van de Nederlandse ondersteuning van onder meer de logistiek en CIS. De NDMC valt onder het NAVO HQ Aircom in Ramstein (Duitsland) en ondersteunt eFP-, maar ook andere NAVO-eenheden in de Baltische regio.

Inmiddels is de tweede lichting NDMC’ers in Litouwen aan het werk.

Grote puzzel

Voor sergeant 1 Rob Schreuders ging in Rukla wel deels een wereld open. Hij is daar één van de vier datalink-managers, terwijl hij in Nederland (werkzaam bij de gevechtsleiding) juist een van de gebruikers is.
“Ik zie nu alles van de andere kant en dat is heel leerzaam. Hier wijzen we operationele eenheden plekjes toe in het systeem. Zij hebben allemaal een eigen nummer en moeten op een specifieke manier communiceren. Als zij dat niet doen, komt de informatie niet goed door. Als gebruiker was ik mij daar al van bewust. Maar in deze hoedanigheid zie je pas hoe het grote geheel functioneert en dat secuur werken belangrijk is. Het is net een grote puzzel die wij coördineren.”

Op talloze schermen houden de NDMC'ers tijdlijnen met cijfers, kaarten, de status van verbindingen, chatrooms en planningsdocumenten in de gaten.

Voor de leek is het net Chinees, maar voor deze mannen gesneden koek

The Matrix

De Nederlandse specialisten leggen die puzzel via de talloze schermen in hun container. Daarop zien ze tijdlijnen met cijfers die doen denken aan scenes uit de film The Matrix. Maar ook kaarten, de status van verbindingen, chatrooms en planningsdocumenten. Voor de leek is het net Chinees, maar voor deze mannen gesneden koek. “Het is een mengelmoes aan informatiesystemen en verbindingen”, vat Booij samen.
Het is voor het eerst dat NDMC’ers zo lang van huis zijn en om beurten twaalfuursdiensten draaien. Dat levert ook leermomenten op over het Link16-netwerk. Booij: “We gebruiken een door de Verenigde Staten ontworpen netwerk, waarin ruimte is voor zo’n tweehonderd gebruikers. Zij hebben de juiste radioapparatuur, speciale software en kennis over hoe dit platform werkt. Het nadeel is dat het netwerk vrij vol zit, omdat er steeds meer eenheden zijn die tactische datalinks als Link16 gebruiken. Dat is een technische beperking waar we nu tegenaan lopen. Dat vraagt om creatief plannen, zodat we iedereen toegang tot het netwerk kunnen geven. Onze ervaringen leveren we aan bij de NAVO. Die worden gebruikt voor het ontwerpen van een nieuw netwerk.”

De tweede lichting van de NDCM is begin december gestart met de missie in Litouwen.

Mooie bevestiging

Voor de eerste lichting NDMC’ers zit de missie erop. Inmiddels zit de tweede in Rukla op post, tot maart 2024. Hoe het verblijf in Litouwen Booij en Schreuders beviel? “Dat was een mooie bevestiging van wat we eigenlijk al wisten: dat we ons werk overal ter wereld kunnen doen”, zegt Booij. En Schreuders: “We werkten daar met z'n vieren op een postzegel, maar waren ontzettend goed op elkaar ingespeeld. Het was vaak lachen, gieren, brullen. Deze drie maanden zijn voorbijgevlogen.”