Luchtmacht verwelkomt negentien nieuwe collega’s

x
Leestijd: 6 minuten

Het Dienjaar Defensie is enkele maanden onderweg en 128 (jong)volwassenen rondden recent de Algemene Militaire Opleiding (AMO) af. Negentien van hen komen negen maanden lang bij de luchtmacht te werken; op Vliegbasis Gilze-Rijen om precies te zijn. Vijf vragen aan en antwoorden van Projectleider Dienjaar kapitein-luitenant ter zee Erik Noordam en Hoofd Opleidingen Koninklijke Militaire School Luchtmacht op Vliegbasis Woensdrecht luitenant-kolonel Berry Broeders.

Tekst: kapitein Joris van Duin | Foto’s: Edward Osendarp

Wat en voor wie is het Dienjaar precies?

Erik: “Het reguliere Dienjaar is bedoeld voor jongeren tot 27 jaar die zoekende zijn naar wat ze precies willen doen, maar al wel interesse hebben in Defensie. Tijdens het Dienjaar kunnen ze op een laagdrempelige manier kennismaken met het militaire vak. Eerst doen ze de AMO en daarna gaan ze aan de slag bij een van de OPCO’s. Daarnaast start in 2024 een specialistisch Dienjaar voor mensen met relevante kennis of werkervaring.”

Berry: “Dus ook mensen met werkervaring zijn meer dan welkom. Normaal gesproken zoekt en werft de luchtmacht vooral vaktechnische specialisten die voor specifieke vakgebieden kiezen, zoals luchtvaarttroepen, logistiek, techniek of administratie.”

Foto l.: Berry: “Voor de luchtmacht is het een extra kans om mensen aan zich te binden.” Foto r.: Erik: “Dit is een laagdrempelige kennismaking met Defensie, die een breed publiek moet aanspreken.” Foto rechts: Phil Nijhuis

‘Hopelijk vinden ze het werk zo leuk dat iedereen wil blijven’

Welke vruchten plukt de luchtmacht ervan?

Berry: “Voor de luchtmacht is het een extra kans om mensen aan zich te binden, een nieuwe manier van instroom. Tijdens het Dienjaar worden mensen algemeen militair opgeleid en daarna gaan ze bij ons aan de slag. Ze gaan bijvoorbeeld meedraaien bij de operationele eenheden en gaan ook mee tijdens oefeningen. Hopelijk vinden ze het werk zo leuk dat iedereen wil blijven. Dat zou de mooiste uitkomst zijn.”

Erik: “Ook de luchtmacht heeft veel vacatures. Het Dienjaar is een mooie kans om een grote groep mensen die normaal gesproken niet zou binnenkomen, toch binnen te halen. Dit is een laagdrempelige kennismaking, die een breed publiek moet aanspreken.”

‘Tijdens de AMO ben ik erachter gekomen dat ik sowieso bij Defensie wil werken’

De AMO was erg leuk, vindt Minke. “Al kende deze ook zware momenten.” Foto: sergeant-majoor Cinthia Nijssen

Minke (23)

“Het Dienjaar zie ik als een mooie kans om te kijken of deze werkplek bij me past. Tijdens de AMO ben ik erachter gekomen dat ik sowieso bij Defensie wil werken.”
“Ik heb HBO-Mechatronica gedaan, dat is een soort industriële automatisering. Mijn interesse ligt bij luchtvaarttechniek, dus ik hoop officier te worden in die richting. Tegelijkertijd wilde ik kijken of Defensie wel bij me past, voordat ik aan een officiersopleiding begin.”
“De AMO was erg leuk, al kende deze ook zware momenten. Zeker verplaatsing te voet was erg pittig. Ik ben niet zo lang, maar moest wel even hard meelopen met een rugzak die ongeveer even groot was als ik. Ja, ik ben mezelf wel tegengekomen. Tegelijkertijd wist ik mezelf en anderen steeds goed te motiveren om door te zetten.”
“Ik heb veel van de AMO geleerd en ik weet nu ook dat ik een actievere baan zoek, dan sec waarvoor ik heb gestudeerd. Het Dienjaar is dan ook een goede opvulling tot een vacature vrijkomt die bij me past.”

‘Lange dagen maken in een soort snelkookpan’

De eerste lichting heeft recent de AMO afgerond. Wat zijn de reacties?

Erik: “Over het algemeen zijn ze positief. Van de honderddertig Dienjaar-militairen vielen slechts enkelen uit. Dat is een veel lager uitvalpercentage dan we gewend zijn bij de basisopleidingen. We gaan nu kijken hoe dat precies komt.”

Berry: “Voor de meesten was het aan het begin behoorlijk schakelen: lange dagen maken in een soort snelkookpan met mensen die je niet kent en bezig zijn met onderwerpen die nieuw zijn voor je. Naar ik begreep is het een hechte club geworden.”

De Dienjaar-militairen werden begin december bij het voltooien van de AMO feestelijk onthaald door familie en vrienden op Vliegbasis Woensdrecht.

‘Bij de luchtmacht is het meer een maatwerktraject’

Dat klinkt goed. Waar komen de luchtmacht-Dienjaarders terecht?

Berry: “Deze lichting deelnemers gaat werken op Vliegbasis Gilze-Rijen, bij het Defensie Helikopter Commando. Iemand komt terecht bij de vliegtuigtechniek. Verder gaan ze aan de slag bij 298 en 301 Squadron en het Helicopter Warfare Centre. Ze sluiten echt aan, daar waar werk is. Hierbij kijken we naar de persoonlijke voorkeuren van de Dienjaarders en naar het organisatiebelang. De volgende lichting start in januari 2024 en gaat naar Vliegbasis Woensdrecht.”

Erik: “Bij de luchtmacht is het meer een maatwerktraject dan bijvoorbeeld bij de landmacht. Daar worden de Dienjaarmilitairen veelal als groep bij een eenheid geplaatst, waar ze dan aan de slag gaan. Vanuit het Dienjaar komen daar ook veel meer mensen terecht, dus dan kàn dat ook. Bij de luchtmacht zijn er gesprekken geweest tussen de Dienjaarmilitairen en de squadrons om te kijken of er een match was.”

Marco vindt het tussenjaar ‘een hele mooie tussenstap’. Foto: sergeant-majoor Cinthia Nijssen

‘Ik hoop hier echt een functie te vervullen – niet iets stage-achtigs’

Marco (24)

“Eigenlijk wilde ik altijd al bij Defensie werken, maar het kwam er niet echt van. Ik heb HBO-Informatica gestudeerd en ben een jaar gaan werken als cloud engineer. Dat was vooral om geld te verdienen, maar ik vond er echt niks aan. Toen ben ik toch gaan kijken of ik vlieger bij de luchtmacht kon worden. Vliegen vind ik gewoon heel cool. Helaas haalde ik de keuring niet. Om te mogen herkansen moet ik een jaar wachten, maar dan ga ik er weer echt voor.”
“Als het dat toch niet wordt, dan denk ik: shit happens. Dan wil ik sowieso een andere functie bij de luchtmacht vervullen. Dus dit Dienjaar is een hele mooie tussenstap. Ik kom nu bij 301 Squadron terecht en hoop op een èchte functie. Niet iets stage-achtigs, een beetje overal meekijken, maar echt iets met taken en verantwoordelijkheden.”

Na het voltooien van de AMO was het tijd voor de baretuitreiking.

Hoe gaat het Dienjaar er in de toekomst uitzien?

Erik: “De lessen die we leren van Gilze-Rijen gaan we uiteraard gebruiken om processen te verbeteren. Vanaf nu komen er lichtingen met meer mensen. Inmiddels hebben de andere commands ook interesse getoond om Dienjaarmilitairen in te zetten. We gaan het stapsgewijs uitbreiden.”

Berry: “Ik ben erg benieuwd hoe het Dienjaar de komende tijd vorm krijgt. Zeker als meer mensen dit traject doorlopen. Ik hoop dat het een mooie springplank is om nieuwe collega’s binnen te halen.”