Droom van bouwer Van Egmond wordt werkelijkheid
Wat als onmogelijk werd geacht gebeurde onlangs toch: een vliegende Fokker D.21 in Nederland. Het jachtvliegtuig van het Wapen der Militaire Luchtvaart vocht in de Meidagen van 1940 tegen de Duitse overmacht. Niet één compleet exemplaar overleefde de Tweede Wereldoorlog. Totdat Jack van Egmond bedacht er weer een te bouwen, volgens de originele bouwtekeningen. Na dertien jaar bouwen lukte het. “Opa’s meesterwerk vliegt!”
Tekst: Arno Marchand | Foto’s: sergeant-majoor Cristian Schrik
'M'n hart vasthouden kon ik niet eens meer - dat rammelde zo!'
Dat laatste is een uitspraak van kleinzoon Tom Wilps waarmee Van Egmond het grootste deel van de bouw uitvoert. Tijdens de officiële presentatie op 7 juli vertelt Wilps het verhaal over de bouw van het vliegtuig door zijn opa. “De woorden van Tom raakten me. Best wel leuk”, zegt Van Egmond met gevoel voor understatement. “Ik ben dat niet gewend.” Het verhaal kent als laatste hoogtepunt de ontvangst van het Certificaat van Luchtwaardigheid op 19 juni. Voor Van Egmond was hét hoogtepunt echter de allereerste take off. Die vindt al een jaar eerder op 23 mei plaats. “M’n hart vasthouden kon ik niet eens meer. Dat rammelde zo! Dat was hét moment. Wat ik toen deed? Janken!”
Dat de D.21 door een klein technisch probleem niet vliegt op 7 juli, vindt Van Egmond geen probleem. “Het blijft een technisch ding. Ik vind de presentatie belangrijker dan het vliegen. Maar het meest trots ben ik op mijn familie die me altijd heeft gesteund en vrijwilligers die hebben meegewerkt. Nu is het vooral genieten.” En een dag later vliegt de D.21 alsnog.