05

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 07-08 |2023

Over de grens: vrijwilligers in ’s werelds grootste militaire luchtvaartshow

x
Leestijd: 7 minuten

Ver buiten de landsgrenzen, bij een ander krijgsmachtdeel, een overheidsinstelling of in het bedrijfsleven: luchtmachters zetten zich overal in voor Defensie. In deze rubriek vertellen zij over hun bijzondere plaatsing.

Tekst: Jack Oosthoek |Foto’s: sergeant-majoor Jan Dijkstra

Foto: Andy Lindsley

Wie: sergeant-majoor Jan Dijkstra en sergeant 1 Martijn

Functie: fotograaf bij Mediacentrum Defensie in Den Haag, specialist F-35 op Vliegbasis Leeuwarden

Plaatsing: Royal International Air Tattoo in Groot-Brittannië

Martijn in gesprek met een mede-vrijwilliger.

Elk jaar trappelen ze de stenen uit de stoep om te gáán. Jan en Martijn zijn vrijwilliger op de Royal International Air Tattoo (RIAT), de grootste militaire air show ter wereld die gehouden wordt op de Britse vliegbasis RAF Fairford. Jan tankt vliegtuigen, Martijn is teamleider aircraft handling. Jan werkt in het verleden als brandstofspecialist op Leeuwarden en is daarnaast in zijn vrije tijd amateurfotograaf. In 2017 gaat hij als professioneel beeldmaker aan de slag bij het in Den Haag gevestigde Mediacentrum Defensie (MCD). Martijn is nog steeds op Leeuwarden geplaatst, als F-35 Technician B.

De RIAT is het grootste militaire vliegfestijn ter wereld: Nederlandse F-35’s volgen de Follow me-auto tussen een Amerikaanse B-52, C-130 en MV-22 door.

De sinds 1971 bestaande RIAT wordt telkens in de derde week van juli gehouden. Uit alle uithoeken van de wereld komen ze, de ruim 280 vliegtuigen die er te zien zijn. Ook de KLu levert een bijdrage. Het aantal toeschouwers schommelt telkens tussen de 150.000 en 200.000. De organisatie is in handen van de door vrijwilligers gerunde Royal Air Force Charitable Trust (RAFCT). “De RIAT is een begrip in de militaire luchtvaartwereld”, zegt Jan. “Daar komen vliegtuigen die je vrijwel nooit ergens anders ziet. Het maakt allemaal enorme indruk.”

Op de RIAT zijn vliegtuigen te bewonderen die je weinig of nooit ziet, zoals deze Hawks van de Saudi Falcons, ook wel Saudi Hawks genoemd.

Hij blijkt de vlieger te kennen van het jaar daarvoor

Graag wat betekenen

Martijn is van het duo de meest doorgewinterde RIAT-ganger. Twaalf jaar geleden hoort de toenmalige crewchief van het F-16 demonstatieteam dat de RIAT-organisatie een expert op dit type zoekt. “Zoveel vliegtuigen… Zoveel nationaliteiten… Ik wilde graag wat betekenen voor de grootste militaire air show ter wereld.” In 2012 debuteert Martijn in een team van (ex)-personeel van de Royal Air Force. Als aircraft teamhandler ‘parkeert’ hij arriverende toestellen op het platform en handelt de boel af. Martijn herinnert zich zijn eerste actie als de dag van gisteren: met een Tsjechische MiG-29 loodst hij niet alleen een voor hem bijzonder toestel binnen, hij blijkt de vlieger te kennen van een vliegdemonstratie in het jaar daarvoor.

Als aircraft teamhandler parkeert Martijn arriverende toestellen op de juiste plek en handelt ze af. “Er komt van alles op me af.”

Zijn tot nu toe mooiste herinneringen bewaart de sergeant aan de editie van 2016. Dan krijgt hij voor het eerst te maken met de F-35, een dan in Nederland nog relatief onbekend ‘fenomeen’, en een F-22. “Als ik op de RIAT tussen voor mij onbekende vliegtuigen sta, voelt het als een voorrecht om ermee te werken.” Volgens de intussen tot teamleader ‘gepromoveerde’ Martijn zijn de ervaringen die hij opdoet goed bruikbaar in de Nederlandse luchtmacht. “Je leert om leiding te geven aan een klein team, snel te schakelen en out of the box te denken.”

 

Martijn kan zijn in de RIAT opgedane ervaringen in de luchtmacht goed gebruiken. “Je leert out of the box te denken.”

‘Iedereen stond te stuiteren om een vliegtuig te mogen tanken’

Bijzonder kleurenpallet neergelegd door demonstratieteam Al Fursan uit de Verenigde Arabische Emiraten.

Hard werken, niet zeuren

Als Martijn basisgenoot Jan in 2017 deelgenoot maakt van zijn ervaringen, is de dan nog brandstofspecialist direct verkocht. “Ik wilde die RIAT méémaken. Militaire luchtvaart zit in mijn DNA.” De RAFCT reageert positief wanneer Jan zich meldt, samen met zijn collega sergeant Dennis van Keimpema. “Ze zeiden: ‘Nederlanders werken hard, zeuren niet en weten wat werken op een militair vliegveld inhoudt’. Ook realiseerden de Britten zich dat ze met ons een brok kennis en ervaring binnenhaalden.”
De kennismaking met de RIAT staat Jan nog helder voor ogen. “Iedereen stond te stuiteren om een vliegtuig te mogen tanken. Dennis en ik keken elkaar aan… ‘Waarom maken die lui zich druk? Zo bijzonder is het niet…’ Maar in tegenstelling tot ons was het voor hen nieuw, omdat ze in het dagelijks leven ander werk doen. De Engelsen toonden zich eveneens verbaasd. ‘Krijgen we ineens twee gekke Nederlanders in ons team…?’ Maar het werkte allemaal prima. De bubbel waarin je tijdens de RIAT leef, geeft een teamgevoel.”

Hoewel al weer jaren beroepsfotograaf, beheerst voormalig brandstofspecialist Jan Dijkstra (rechts) zijn oude vak nog steeds. Foto’s: Andy Lindsley

Twijfel

Na ‘no go’s’ vanwege corona en klussen voor het MCD was Jan afgelopen juli weer van de partij. “Ik vroeg me van tevoren af of ik het wel moest doen omdat ik al lang uit het ‘brandstofvak’ ben. Maar ik bleek de fijne kneepjes nog te kennen. De handeling op zichzelf is ook niet moeilijk. Het is net als met fietsen: je verleert het niet.”

De bemanning van een Saoedische Airbus toonde zich erg tevreden met Jans oplossing.
Jan bij de brandstofafhandeling van een Spaanse Harrier. Foto: Andy Lindsley

‘Rangen en standen tellen op de RIAT niet’

Als tot nu toe leukste belevenis noemt Jan de ontmoeting met de bemanning van een Airbus uit Saoedi-Arabië. Of zijn team de cabine even kan schoonmaken…? “Ik belde iemand die wel kon helpen waarop de Saoedi’s blij reageerden en met hapjes kwamen aanzetten. Op de Tattoo heerst een positieve sfeer. Het gaat laagdrempeliger toe dan in de militaire luchtvaart. Rangen en standen tellen niet.”
Minder leuk vindt Jan dat hij in een tent op de basis moet overnachten, vooral wanneer alles drijfnat wordt door de regen, zoals dit jaar. Een ander ding is de taalbarrière. “Mijn gesprekspartners gebruiken voor mij soms onbekende Engelse uitdrukkingen. In dat geval vraag ik ze om hun verhaal opnieuw te vertellen. Daarnaast praten we als Nederlanders niet in onze eigen taal met elkaar. Dan denken de Engelsen dat je roddelt, wat niet zo is. Toch maken we het voor alle zekerheid ‘goed’ met stroopwafels.”

De RIAT werd dit jaar geplaagd door slecht weer zoals te zien bij de stand van 298 Squadron en door de plassen water bij een Airbus A400M.

‘De RIAT is een soort virus dat niet overgaat’

Volgend jaar weer

Ook wat Martijn betreft schijnt de zon niet altijd op de RIAT. “Na elke show zijn er altijd zaken die verbeterd kunnen worden. Elk jaar leren we bij. Maar omdat ik al lang in het militaire vliegbedrijf werk, kan ik goed schakelen.” Zowel voor Jan als Martijn geldt: volgend jaar wéér. “De RIAT is een soort virus dat niet overgaat”, grapt Jan. Martijn: “Hoewel ik na afloop telkens gebroken ben vanwege de lange dagen die ik maak, hoop ik er nog lang te dienen.”

 

Ook de Nederlandse F-16’s en F-35’s werden door Jan en Martijn afgehandeld en getankt, uiteraard in samenwerking met het eigen personeel van deze toestellen.