Frisian Flag is een grote oefening, Red Flag is nog groter en Arctic Challenge overtrof die weer in aantallen. Maar Air Defender Exercise (ADE) is met 10.000 man personeel en 220 deelnemende vliegtuigen uit 24 landen de grootste NAVO-luchtverdedigingsoefening ooit. Duitsland is de organisator van de oefening, die midden juni plaatsvond. Nederland deed net als enkele andere landen mee vanuit eigen land en met kleine delegaties in het gastland.
Tekst: Arno Marchand | Foto boven: Christian Timmig
‘Stronger together’ is het credo van de mega-oefening waarbij alles draait om een zogenoemd Artikel 5-scenario: een aanval op één bondgenoot is een aanval op de volledige NAVO. De oefening waarvan Duitsland de planning al in 2018 start, is zo groot dat deze dagelijks in drieën wordt verdeeld, zowel qua vliegtuigen als oefengebieden. Duitsland benadrukt dat het om een Duits georganiseerde oefening gaat en niet een van de NAVO.
Nederland is met een bescheiden personeelsaantal in Duitsland aanwezig: twee man van POL-transport van Vliegbasis Leeuwarden en een ruime hand vol gevechtsleiders van Nieuw Milligen en de Nationale Datalink Management Cell. Vanuit Nederland vliegen vier F-16’s en evenzoveel F-35’s – vrijwel – dagelijks hun ADE-missies.
De AOCS Nieuw Milligen-delegatie in het Duitse gevechtsleidingcentrum Loneship in Erndtebrück, zo’n tachtig kilometer ten oosten van Keulen, waar zo’n vijfhonderd man werken. Foto: Bundeswehr
Kapitein Koen Bakker, Fighter Allocator
710 Squadron, Air Operations Control Station Nieuw Milligen
Met de verdeling van zoveel vliegtuigen in drie oefengebieden, moet er ook voldoende aansturing zijn vanuit Control and Reporting Centers (CRC’s). Duitsland heeft er meerdere, waaronder Loneship. Daar helpt een afvaardiging van Nieuw Milligen met het in goede banen leiden van alle Large Force Employments (LFE’s). “Wij stuurden alleen het gevecht in het Noordelijke luchtruim aan. Het is voor ons niet alleen een oefening, maar ook een stuk integratie, net als voor de Amerikaanse, Canadese en Italiaanse delegatie. Tegelijkertijd vullen we ook de tekorten aan die de Duitse luchtmacht net zo kent als wij, vooral op het gebied van air control.”
Tijdens de oefening helpt het CRC Nieuw Milligen met de aansturing van tankeroperaties in de noordelijke oefengebieden. Bakker: “Deze oefening is massive. ACE was al groot, maar nog niet de helft van wat we nu meemaken. Deze oefening is echt van enorme meerwaarde. Je wordt hierdoor echt stronger together.”
De Amerikaanse luchtmacht stelde voor de oefening zo’n honderd vliegtuigen beschikbaar. Een groot deel daarvan kwam vanuit liefst 35 staten uit de VS overgevlogen, zoals deze A-10’en die met een KC-135 de oceaan overvliegen. Foto: USAF, Lauren Kmiec
Majoor Baron, Director of Operations
312 Squadron, Vliegbasis Volkel
Volgens de ervaren F-16 vlieger komt ADE in de basis overeen met ACE. “We opereerden van diverse bases; coördineren en plannen doe je dus op afstand van elkaar met een videoverbinding. Dat werkt prima, maar je mist daardoor wel het menselijke contact en de barpraat, waarin je meer van elkaars systemen te weten komt. Maar opereren vanaf diverse bases en dan samen een LFE vormen, is natuurlijk wel een realistisch scenario, zoals we ook boven Libië en Irak vlogen.”
F-16’s van 312 en F-35’s van 313 en 322 Squadron vliegen vanaf Volkel alleen in de derde wave van de dag en daarmee alleen in het noordelijke luchtruim. “Dat is grofweg hetzelfde gebied als we gebruiken tijdens Frisian Flag. Dat gaat prima, alleen staan er midden op zee natuurlijk geen oefendoelen. Daarvoor gebruiken we de Duitse Bocht, waar er diverse staan opgesteld.”
Vliegen vanaf Volkel geeft volgens Baron wel een andere beleving dan wanneer je ‘op oefening bent’. “Dan draai je twee dagen mee in de oefening en daarna weer een dag of twee niet. Je zit daardoor niet in het oefenritme. Maar de jonge mannen op het squadron hebben in deze twee weken een hoop ervaring opgedaan.”
‘Volkel’ vliegt zes van de negen oefendagen mee. Eén dag wordt gecancelled door te harde wind. Nederland levert drie keer een mission commander voor de aansturing van een LFE, wat relatief veel is. Het complete POL-team op Fliegerhorst Hohn met (gele) Nederlandse en (groene) Duitse Bowser. Foto: Luftwaffe
Korporaals 1 Pieter en Tiemen, POL- en transportchauffeurs
921 Squadron, Vliegbasis Leeuwarden
Op verzoek van de Duitse luchtmacht levert het Air Combat Command een bowser van Vliegbasis Leeuwarden met bijbehorend personeel aan de vliegbasis Hohn in Noord-Duitsland. Korporaals 1 Pieter en Tiemen gaan al een week voorafgaand aan de oefening met een bowser en busje naar hun tijdelijke werkplek. Daar krijgen ze informatie en wennen ze alvast op de Fliegerhorst. De US Air Force en US Navy zijn dan ook al met hun vliegtuigen aanwezig om te wennen en te oefenen. “We moesten in het begin best wel vragen om ook ons deel te kunnen doen, want de Duitsers hadden de neiging zelf alles af te tanken”, geeft Pieter aan. “Daarvoor waren we natuurlijk niet hier, maar na overleg ging het goed.”
Deze uitwisseling is vergelijkbaar met Frisian Flag wanneer een Duits team op Leeuwarden helpt met tanken. Voor ADE is er ook een Pools duo waarmee Pieter en Tiemen in de vrije tijd optrekken. Pieter: “Opvallend was wel dat communiceren in het Engels lastig ging. Alleen met officieren ging dat goed.”
Voor de oefening voorzag de Luftwaffe een Tornado en een A400M van een speciale staart. De A400M is daarmee zelfs naar de VS gevlogen voor de aankondiging van ADE. Foto: Christian Timmig Zonder brandstof geen oefening. Voor zoveel fighters tijdens ADE zoals deze Duitse Tornado’s, zijn veel tankvliegtuigen nodig. De MMU leverde er dagelijks drie. Foto: sergeant Jasper Verolme
Kolonel Cris van Dijk, Hoofd Vliegoperaties Multinational MRTT Unit (MMU), Vliegbasis Eindhoven
Kerosine is in een oefening als Air Defender cruciaal. Is het op, dan wordt de rol van A330 Multirole Tank- en Transporttoestellen (MRTT’s) belangrijk. Deze vliegtuigen van de MMU voorzien de jagers in de lucht van de benodigde brandstof. “Alle jachtvliegtuigen moeten min of meer tegelijk volgetankt zijn zodat ze met maximale brandstofvoorraad aan de aanval beginnen. Dat goed afstemmen met alle spelers is een complexe dans: tien minuten later vertrekken betekent bijvoorbeeld dat receivers al terug naar huis moeten omdat ze brandstoftekort hebben.”
Ook complex: niet elke kerosine is standaard geschikt voor elk type ontvanger. Daarbij kan of mag niet ieder vliegtuigtype bij elke tanker tanken. Van Dijk: “Het kan zijn dat een vlieger niet bij ‘zijn’ tanker tankt. In dat geval breekt nood wet. Dat is in het verleden wel gebeurd tijdens de operatie boven Irak en Syrië.”
De vloot van A300 MRTT’s op Eindhoven is inmiddels aardig gegroeid. Foto: MMU Deelnemers aan ADE zijn volgens Baron anders dan die van dagelijkse trainingen. Als voorbeeld deze EA-18 Growlers van de US Navy die gespecialiseerd zijn in suppression of enemy air defence. Die vlogen echter hoofdzakelijk in de Zuidelijke LFE’s. Foto: sergeant Jasper Verolme
Luitenant-kolonel Andries Keijzer, Hoofd Operaties (A3) National Air and Space Operations Center (NASOC), Hoofdkwartier CLSK, Breda
Voor een land als Nederland is Air Defender een noodzakelijke oefening. “Wij zullen als klein land nooit ons luchtwapen alleen ontplooien”, zegt luitenant-kolonel Keijzer. “Dat doen we altijd gezamenlijk, zoals in deze oefening. Hiermee laten we zien wat we als NAVO kunnen. Hoe beter we hierin zijn, hoe minder we het hopelijk in de praktijk nodig hebben.”
Keijzer benadrukt ook de noodzaak van geregeld oefenen. “Iedere vlieger doorloopt in zijn loopbaan stadia van getraindheid. In ieder daarvan moet je taken kunnen, steeds meer. Met één keer trainen, ben je er dus niet. Dat moet je jaarlijks bijhouden.”