Finland, Noorwegen en Zweden samen decor van Arctic Challenge Exercise
Leestijd: 9 minuten
Scroll naar beneden voor de video
Een luchtmachtoefening met verschillende internationale partners en tientallen deelnemende vliegtuigen is allang geen nieuws meer. Maar dat zo’n oefening wordt gehouden op vier vliegbases in drie landen, met veertien NAVO-bondgenoten en partners, drieduizend militairen en honderdvijftig vliegtuigen is bijzonder te noemen. Arctic Challenge Exercise (ACE) die in mei plaatsvindt in Finland, Noorwegen en Zweden, is het toonvoorbeeld van hoe een large force employment in actie komt. Nederland nam deel met twaalf F-35’s (zie 3e verhaal in deze Vliegende Hollander) en acht F-16’s.
Tekst: kapitein Jessica Bode | Foto's: sergeant-majoor Hille Hillinga | Video en montage: adjudant Arnoud Schoor
De Koninklijke Luchtmacht was met twaalf F-35’s in Noorwegen en acht F-16’s in Zweden. Overste Vreeburg tijdens de walk around check voorafgaand aan een vlucht.
‘Een uniek vlieggebied, zowel in laterale dimensies als in hoogte’
ACE draait om de bescherming van het Hoge Noorden. De scenario’s spelen vanuit de vliegbases Ørland (Noorwegen), Luleå-Kallax (Zweden) en Rovaniemi en Tampere-Pirkkala (Finland). Denemarken organiseert mee, vliegen gebeurt boven Zweden. “Een uniek luchtruim”, benadrukt Commandant 312 Squadron luitenant-kolonel Patrick 'Naish' Vreeburg. “Zowel in laterale dimensies als in hoogte. We konden met circa honderd kisten tegelijkertijd trainen, zonder dat het civiele vliegverkeer last van ons had en vice versa. Ook mag praktisch overal laaggevlogen worden. Steden en bepaalde natuurgebieden natuurlijk daargelaten. Geweldig om dat als vlieger mee te maken.”
Bovendien opereren de ACE-deelnemers niet alleen boven zee, maar vooral boven land. “En oefenen we veel met surface-to-air missiles. De Britten nemen onder andere de luchtafweer voor hun rekening”, vertelt de detco.
De Zwitserse luchtmacht is een van de NAVO-partnerlanden. Ze waren op Luleå-Kallax aanwezig met zes F/A18C Hornets.
Internationaal
Naast de Nederlandse kisten staan op de vliegbasis bij Luleå ook Britse Typhoon FGR.Mk 4’s en een Voyager tankvliegtuig, Zwitserse F/A-18’s, F-16’s van de Denen en uiteraard Zweedse Gripens. Deze air base grenst aan de civiele luchthaven, waar ondertussen ook een deel van de vergadering van de Europese Top werd gehouden.
Mk.84 zware 2.000 pounds bommen worden voorzichtig opgeladen, zorgvuldig begeleid bij het rijden naar de F-16 en daaronder gehangen heel precies nagekeken.
Grootste uitdaging
Maar wat ACE bijzonder maakt, is tegelijkertijd ook de grootste uitdaging. “Bij andere grote internationale oefeningen werken we vaak samen vanaf één airbase. Dat we nu opereren vanuit verschillende landen levert soms communicatie- en coördinatieproblemen op”, legt Naish uit. “Je kunt niet zomaar bij elkaar naar binnen wandelen.” Ook de taalbarrière is dan lastiger. “Máár het is wel superrealistisch”, benadrukt hij. “Als er een oorlog uitbreekt, is de kans het grootst dat we op deze manier gaan opereren.”
Veertien NAVO- en partnerlanden met in totaal honderdveertig vliegtuigen gaven tijdens ACE acte de présence. Deze JAS 39 Gripen heeft Luleå-Kallax als thuisbasis.
‘312 Squadron zeker tot einde jaar stand-by nucleaire-taken’
Taakstelling
Hoewel het voor de Nederlandse F-16 gaat om de voorlaatste internationale oefening op deze schaal, is ACE niet minder relevant. “We hebben tot 2024 nog een taakstelling met dit toestel”, verduidelijkt Naish. Naast de QRA-taak levert 312 Squadron tot zeker het einde van het jaar een bijdrage met ‘Dual Capable Aircraft’ aan de verdediging van de NAVO. “Deze vliegtuigen staan stand-by voor nucleaire-taken. Als het zover is, dan zijn er serieus problemen. Dan zal er altijd een grote formatie, een ‘large force deployment’, in actie komen. De mogelijkheid om zo’n grote formatie te trainen komt niet vaak voor, maar nu wel in Scandinavië. Al zat er nu géén nucleaire component in.”
Klaar voor vertrek! Tijdens ACE was de ochtend-wave, de zogenoemde shadow wave, gericht op kleinere opdrachten zoals dogfights en laagvliegopdrachten.
Wil je meer zien van de oefening, bekijk dan deze clip.
Uiteraard gaat het tijdens ACE niet alleen om vliegers. Tientallen technici, bewapeningspersoneel en andere ondersteuningsspecialisten zorgen ervoor dat er überhaupt geoefend kán worden en dat alles veilig verloopt. De Vliegende Hollander maakt kennis met een aantal van hen dat mee was naar Zweden.
Er zijn tienduizend cryptosleutels en ieder land gebruikt z’n eigen exemplaren
“Veel mensen denken dat ik handel in crypto-currency, maar daarmee heeft mijn functie niets te maken. Mijn collega’s van de CIS en ik zorgen ervoor dat onze systemen en netwerken beveiligd worden door middel van cryptosleutels.
Met deze digitale wachtwoorden kun je netwerken en systemen beveiligen, waarvan je niet wil dat de informatie in vijandelijke handen terechtkomt. Denk aan radio’s waarmee de vliegers communiceren of GPS-systemen. Daarom ben ik nu mee met ACE, zodat de digitale beveiliging van de F-16’s altijd op orde is.” Er zijn tienduizend cryptosleutels en ieder land gebruikt z’n eigen exemplaren. “Alleen al in één F-16 worden wel twintig cryptosleutels gebruikt. Ieder met een eigen functie.”
Wat het niet eenvoudiger maakt, is dat iedere cryptosleutel een eigen geldigheidsduur heeft. “Sleutels moet je dus regelmatig vernieuwen. Tijdens de oefening soms dagelijks.” De sleutels die de luchtmacht gebruikt, koopt de CIS niet kant-en-klaar in. Die moeten medewerkers zoals Wendy programmeren én voorbereiden.
Voor de sergeant 1 is het haar eerste oefening met de F-16. En ook gelijk de laatste. “Ik ga natuurlijk ook over naar de F-35, maar bij dat toestel ziet de beveiliging er heel anders uit. Daar maken we alleen de ‘hoofdsleutel’. De onderliggende sleutels worden digitaal geladen vanuit een Amerikaanse server. Wat dat betreft krijgt de cryptobeheerder minder werk, ware het niet dat er uiteraard genoeg andere systemen over blijven om te beveiligen.”
‘Ik wil nog even snuffelen aan dit type toestel en ervaring op doen’
B2-monteur sergeant Thomas, 312 Squadron
Met ouders die ook werken bij de luchtmacht weet de nu 24-jarige Thomas al op jonge leeftijd wat hij wil: “Naar de luchtmacht”, benadrukt de jachtvliegtuigliefhebber met fonkelende ogen. Nu is hij als monteur B2-avionica in Zweden, bij zijn eerste internationale oefening.
In die rol is het zijn taak om de systemen waarmee de vlieger te maken heeft periodiek te onderhouden en indien noodzakelijk te repareren. Daarvoor zit hij vaak in de cockpit. “Ik wilde eigenlijk vlieger worden. Dat is niet gelukt, maar ik kom zo wel dicht bij het vuur.”
Nu Thomas net goed en wel op functie zit en de fijne kneepjes van de F-16 onder de knie krijgt, wordt het binnenkort tijd voor de overstap naar de opvolger. Was het dan niet zonde van de tijd? “Absoluut niet, ik heb zelf gevraagd of ik nog een paar jaar naar de F-16 mocht. Toch snuffelen aan dit type toestel en ervaring op doen, voordat-ie écht weggaat.”
Waarschijnlijk kan de sergeant na de zomer beginnen met de typetraining op de F-35. Daarna maakt hij als monteur de overstap naar 313 Squadron, eveneens op Vliegbasis Volkel.
‘Dat sleutelen gaan we missen’
Tailmanager B2 sergeant-majoor Bert, 312 Squadron
De vliegers hoeven maar te wijzen en sergeant-majoor Bert weet wat-ie moet doen. “De F-16 laten vliegen. Met acht stuks in zo’n oefening is goed onderhoud van onschatbare waarde.”
Bert maakt de afgelopen decennia behoorlijk wat mee met het werkpaard van de luchtmacht. Liefst twintig jaar is hij zelf monteur en sinds vijf jaar heeft hij een leidinggevende functie.“Toen ik in 1983 opkwam was de transitie van de NF-5 naar de F-16 gaande. En nu zitten we in de volgende overgang.” Of hij dat jammer vindt? “Natuurlijk! Dat sleutelen gaan we missen. Z’n opvolger is één bonk elektronica. In gloednieuwe auto’s kun je ook niet meer zelf een lampje vervangen.” Maar Bert is zich ook uitermate bewust van de realiteit. “De koek is op, we moeten door. Maar het is te danken aan het onderhoud dat ze het nog steeds zo goed doen. Dat geef ik de jonge monteurs ook mee.”
‘Fysieke inspanning is mentale ontspanning’
Sportinstructeur sergeant 1 Ous, 640 Squadron
“Mijn doelstelling? Collega’s ontzorgen!” Ous is duidelijk. “Ik regel alles op het gebied van sport en ontspanning, zodat de collega’s zich maximaal op hun eigen taken kunnen focussen.”
Op en rondom de airbase in Zweden organiseert Ous tal van activiteiten. Van hike-avonturen in de omgeving en full body work-outs, tot padeltrainingen, bowlen, karten, minigolf en klimsessies. “De schakel waar vooraf vaak niet zo goed over nagedacht wordt, maar eenmaal ter plekke van onschatbare waarde is voor het personeel. Alles om ervoor te zorgen dat de mensen goed in hun vel zitten. En als ze dat doen, is dat ook goed voor de operationele inzetbaarheid”, vertelt Ous, terwijl hij ondertussen druk bezig is met het organiseren van een potje floorball. Een typisch Zweeds spel dat in ons land beter bekend is als unihockey. “Fysieke inspanning is mentale ontspanning.”
Sportinstructuur Ous al kaartlezend tijdens een hike.