F-35’s van vier nationaliteiten boven Scandinavië
Leestijd: 5 minuten
Samenwerking tussen F-35-gebruikers komt steeds vaker voor, maar zoals het tijdens Arctic Challenge Exercise (ACE) plaatsvond vanuit Ørland in Noorwegen, was nog niet eerder gebeurd. Toestellen van Italië, Nederland, Noorwegen en de Verenigde Staten vlogen samen met 4e generatietoestellen in een van de grootste NAVO-oefeningen, tot dan toe.
Tekst: Arno Marchand | Foto’s: USAF, Andrew Sinclair | Foto boven: Olivia Gibson
Foto: Olivia Gibson
Nederland vaardigt een grote vloot af van liefst twaalf F-35’s. Het personeel komt grotendeels van 322 Squadron dat dit voorjaar en deze zomer te gast is op Volkel vanwege de baanrenovatie op Leeuwarden. 313 Squadron dat zich aan het opwerken is op de F-35, vult het detachement aan.
Vanaf 15 mei volgt eerst een twee weken durend oefenprogramma met de Noorse F-35’s, gericht op vergaande samenwerking. De data die alle toestellen verzamelen worden samengebracht waardoor beide partijen met en van elkaar kunnen leren.
Foto: Olivia Gibson
Boven Noorwegen kunnen de F-35’s boven minder dichtbevolkt gebied vliegen. De oefenruimte die een F-35 nodig heeft is erg groot. Boven land is dat in Nederland niet voldoende te vinden. Oefenen boven zee is het Nederlandse alternatief, maar dat levert niet in alle gevallen het beste resultaat op.
Foto: Ole Andreas Vekve
Daarna start op 29 mei de grote internationale oefening, waarvoor ook acht Nederlandse F-16’s van 312 Squadron op de Zweedse Basis Luleå-Kallax staan (zie artikel 1 in deze Vliegende Hollander). ACE bestaat sinds 2008 en is vanaf 2011 een internationale oefening die om het jaar plaatsvindt.
Steeds is een van de landen Finland, Noorwegen of Zweden de gastheer. Dit jaar zijn voor het eerst alle drie de landen dat. De leiding van de oefening is in handen van het kersverse NAVO-lid Finland. In totaal doen er zo’n 3.000 militairen en 150 toestellen mee, zoals deze F-35’s van Italië.
Foto: Ole Andreas Vekve
Tegen de achtergrond van een Zweedse JAS 39 Gripen is er op Ørland overleg tussen de Commandant 313 Squadron overste Niels van Hussen (midden) en collega’s van de Amerikaanse en Noorse luchtmacht.
Foto: Eva Sofie Flaaten-Stokkan
Aan ACE doen niet alleen jachtvliegtuigen mee, maar uiteraard ook tankvliegtuigen. De Verenigde Staten leveren ze vanuit hun thuisbasis in Groot-Brittannië en sommige komen speciaal uit Amerika overgevlogen naar Ørland zoals deze van de Air National Guard uit de staat Maine.
Tijdens ACE23 voeren de jachtvliegers onder meer grootschalige multinationale luchtoperaties uit: large force employments. Dat gebeurt volgens een zo realistisch mogelijk scenario waarbij goede communicatie en commandovoering cruciaal is.
Tijdens ACE23 voeren de jachtvliegers ’s ochtends kleinschaliger missies uit. ’s Middags in de tweede wave is het tijd voor grootschalige multinationale luchtoperaties: large force employments, met meer dan honderd vliegtuigen.
Met zulke grote aantallen vliegtuigen is het ideaal dat oefengebieden van Finland, Noorwegen Zweden aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Daarbij is 4e en 5e generatie-integratie een belangrijk onderdeel van de oefening. Samenwerking met F-16’s zoals deze van Denemarken is dus belangrijk.
Naast Nederland komen de deelnemers uit gastlanden Finland, Noorwegen en Zweden en verder uit België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië (foto), Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Zwitserland. Op 9 juni is de oefening afgelopen.