‘Als je gewend bent, wil je nooit meer weg’
75 jaar bestaat de schietrange op Vlieland. Dat mag niet ongemerkt voorbijgaan, vond het personeel. Daarom trakteerde het de eilandbewoners in mei op een geslaagde open dag. “We wilden iets doen voor de eilanders zelf. We zijn al 75 jaar hun gast”, legt range-manager en eilandbewoner sergeant-majoor René Bijma uit. Impressie van een bijzondere enclave binnen het CLSK.
Tekst: Jack Oosthoek | Foto’s: Herman Zonderland
De jeugd van Vlieland waardeerde de open dag. Toekomstige CLSK-rekruten? Om de bevolking op het evenement te attenderen werden huis-aan-huis flyers (met een sleutelhanger) verspreid. Dat leidde niet tot een stormloop, omdat het een gewone werkdag was. “Maar de bevolking gaf toch wel goed gehoor aan de uitnodiging”, zegt sergeant-majoor Bijma. Ook weer bij wijze van cadeau verrees onlangs een picknicktafel buiten de poort van de Vliehors, gemaakt van hout van een voormalige waarnemingspost. Op het blad staan silhouetten van vliegtuigen die de afgelopen 75 jaar over de range scheerden.
Overigens: is het nou de Vliehors of de Cornfield Range? Dat laatste blijkt de officiële naam, gelinkt aan ‘maisgele’ zandterrein. Het natuurgebied zelf is de Vliehors, een naam die inmiddels meer gebruikt wordt dan de rangenaam.
‘Op de Vliehors wordt het eindproduct van de luchtmacht zichtbaar’
Hele toer
Cadeaus uitdelen is andere koek dan de reguliere taak van het personeel op de Vliehors: Nederlandse gevechtsvliegers getraind houden in het aanvallen van daar geplaatste gronddoelen. Dat gebeurt zowel met oefenbommen als met de scherpe uitvoering ervan en met het boordkanon. De luchtmachten van NAVO-landen België, Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten weten de grootste strandvlakte van Noordwest-Europa eveneens goed te vinden. “De Amerikanen vliegen soms over de Atlantische Oceaan naar ons toe, een vlucht van achttien uur heen en evenveel uren terug. "Een hele toer”, vertelt Bijma. Commandant majoor Rob Duran vult aan: “Op de Vliehors wordt het eindproduct van de luchtmacht zichtbaar, air power leveren.”
‘Niemand vliegt hier als een cowboy heen en weer’
Zo veilig mogelijk
Volgens Bijma houden vliegers zich altijd strak aan de procedures. “Niemand vliegt hier als een cowboy heen en weer.” Toch gaat het soms fout, zoals toen de verkeerstoren onbedoeld onder vuur kwam te liggen en een gevechtsvliegtuig crashte. “Het personeel van de Vliehors probeert de boel zo veilig mogelijk te houden, maar kan er niets aan doen wanneer er iets ergs gebeurt, al zijn dat natuurlijk dieptepunten”, vertelt Bijma. Hij zag het aantal oefenende vliegtuigen de afgelopen jaren dalen van acht tot negenduizend per jaar naar ongeveer duizend. De oorzaak schuilt volgens hem onder meer in het toegenomen gebruik van vliegsimulators en natuurlijk de afslanking van de Europese luchtmachten na de val van de Berlijnse Muur. “Toch vervult de Vliehors nationaal en internationaal nog steeds een belangrijke rol, als ideale omgeving voor realistische trainingen. Neemt het aantal oefenende vliegtuigen af, de noodzaak voor oefeningen niet. In de toekomst komt hier waarschijnlijk de nieuwe onbemande Reaper oefenen.” Ook de nieuwe F-35 traint intussen op de Vliehors, waarvoor speciale doelen worden aangebracht. In tegenstelling tot de F-16 kan dit type kist doelen vanaf grote afstand herkennen; een ‘kunstje’ dat de vlieger op de Vliehors kan trainen.
‘Je moet je hier zelf kunnen bedruipen’
Mindset
Werken op deze geïsoleerde plek is een verhaal apart. Dat zit ‘m in werken op een eiland met 1.200 inwoners, legt Bijma uit. “Je moet je hier zelf kunnen bedruipen. Heb je materieel nodig, dan kun je niet even naar een winkel lopen. Dat moet hier klaarliggen, wat overigens ook gebeurt met hulp van Vliegbasis Leeuwarden. Als je eilander bent, zoals zeven van onze twaalf personeelsleden, dan kún je jezelf bedruipen. Dit is een mindset. Personeel dat van buiten komt, voelt zich soms ‘opgesloten’: de laatste boot vertrekt om vijf uur ’s middags. Elke luchtmachter kan hier worden geplaatst, maar je moet het aankunnen. Anders kun je beter gaan voor een andere functie.”
‘Dat zegt iets over de manier waarop eilanders en defensie- personeel met elkaar omgaan’
Alle hens aan dek
Zelf werkt Bijma sinds 1995 op de Vliehors, waar hij als assistent-vuurleider begon. Volgens hem ‘superwerk’. “Je bevindt je midden in de operationele werkelijkheid. Die vliegtuigen…, die snelheid…, alles wat zich om je heen afspeelt….; net een spannend jongensboek. Bijzonder is ook wanneer het strand bij de Vliehors bezaaid ligt met deklading die in een storm van een schip is gewaaid. Dan is het alle hens aan dek voor het personeel van de Vliehors én de eilandbewoners, van wie er velen met de Vliehors zijn opgegroeid. Samen ruimen we de rommel op, wat iets zegt over de manier waarop eilanders en defensiepersoneel met elkaar omgaan. Daarnaast respecteert Defensie de rol van de Vliehors als natuurgebied. We houden ons aan de regels.”
‘We zijn ons ervan bewust dat de luchtmacht dit eiland belast’
Commandant Duran: “We zijn ons ervan bewust dat de luchtmacht dit eiland ‘belast’. De impact daarvan proberen we zoveel mogelijk te minimaliseren. Soms lassen we oefeningen af, bijvoorbeeld vanwege brandgevaar.” Of rangemanager Bijma op het vaste land zou kunnen leven? “Drie keer nee. Mijn sociale leven speelt zich hier af. Wat moet ik in een gat als Boerestronkeradeel?”